Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Tekst

22.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 343/1


VERORDENING (EG) Nr. 1224/2009 VAN DE RAAD

van 20 november 2009

tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (3),

Gezien het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (4),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft, krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (5), tot doel te garanderen dat de levende aquatische hulpbronnen worden geëxploiteerd in omstandigheden die economisch, ecologisch en sociaal duurzaam zijn.

 

(2)

Aangezien het gemeenschappelijk visserijbeleid alleen succesvol kan zijn als er een doeltreffende controleregeling wordt toegepast, wordt met de maatregelen van deze verordening beoogd een communautaire regeling voor controle, inspectie en handhaving vast te stellen die een alomvattende en geïntegreerde aanpak biedt overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, teneinde ervoor te zorgen dat, doordat alle aspecten van dit beleid aan bod komen, alle regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd met het oog op de duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen.

 

(3)

Bij de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (6) is gebleken dat de huidige controleregeling niet langer volstaat om te garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd.

 

(4)

Momenteel zijn de controlebepalingen verspreid over een groot aantal elkaar overlappende en complexe rechtsteksten. Sommige delen van de controleregeling worden door de lidstaten slecht toegepast, met als gevolg dat bij inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid ontoereikende, uiteenlopende maatregelen worden genomen, wat het scheppen van gelijke voorwaarden voor alle vissers in de hele Gemeenschap ondermijnt. Bijgevolg moeten de bestaande regeling en alle daarin opgenomen verplichtingen worden geconsolideerd, gerationaliseerd en vereenvoudigd, met name door te snijden in de dubbele regelgeving en de administratieve lasten.

 

(5)

Aangezien de mariene aquatische hulpbronnen massaal aan het verdwijnen zijn, is het voor de Gemeenschap van groot belang dat zij de nodige maatregelen vaststelt om bij alle marktdeelnemers een nalevingscultuur te doen ontstaan waarbij de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd en waarbij wordt gehandeld in overeenstemming met de in 2002 op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling vastgestelde doelstellingen en met de strategie voor duurzame ontwikkeling van de Europese Raad. Om dit doel te bereiken moeten de controle-, inspectie- en handhavingsregels die zijn vastgesteld in het kader van de maatregelen voor de instandhouding alsmede het beheer van de visbestanden, de structurele maatregelen en de maatregelen met betrekking tot de gemeenschappelijke marktordening, worden versterkt, geharmoniseerd en stringenter gemaakt.

 

(6)

Aangezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (7) de lidstaten verplicht passende maatregelen te nemen om te garanderen dat alle illegale, ongemelde en ongereglementeerde („IOO”) visserij en daarmee samenhangende activiteiten doeltreffend worden bestreden, en aangezien Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (8) bepalingen bevat betreffende machtigingen voor communautaire vissersvaartuigen om visserijactiviteiten buiten de communautaire wateren te verrichten en betreffende machtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen om visserijactiviteiten in de communautaire wateren te verrichten, moet de onderhavige verordening een aanvulling vormen op deze verordeningen en garanderen dat er geen discriminatie is tussen de onderdanen van de lidstaten en die van derde landen.

 

(7)

Deze verordening moet zowel de bijzondere bepalingen die in visserijovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen zijn opgenomen of die gelden in het kader van regionale visserijorganisaties als de nationale controlebepalingen die binnen de werkingssfeer van deze verordening vallen maar verder gaan dan de daarin opgenomen minimumbepalingen, onverlet laten voor zover die nationale bepalingen in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht.

 

(8)

Er moet gebruik worden gemaakt van de moderne technologieën als het volgsysteem voor vaartuigen, het vaartuigdetectiesysteem en het automatische identificatiesysteem, aangezien daarmee doeltreffend toezicht kan worden gehouden en snel systematische, geautomatiseerde kruiscontroles kunnen worden uitgevoerd, en zij de administratieve procedures voor zowel de nationale autoriteiten als de marktdeelnemers vergemakkelijken en het zo mogelijk maken tijdig risicoanalyses en totaalbeoordelingen van alle betrokken controlegegevens op te stellen. Daarom moet de controleregeling de lidstaten in staat stellen het gebruik van de diverse controle-instrumenten te combineren om te garanderen dat de controlemethode zo efficiënt mogelijk is.

 

(9)

Er moet een nieuwe, gemeenschappelijke aanpak van de visserijcontrole komen waarvan alomvattend toezicht op de vangsten deel uitmaakt, met de bedoeling een gelijk speelveld voor de visserijsector tot stand te brengen waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen tussen de vlootsegmenten. Hiertoe moeten er gemeenschappelijke criteria voor de uitvoering van de visserijcontrole worden vastgesteld, en meer bepaald gestandaardiseerde en gecoördineerde inspectieprocedures op zee, te land en in de hele marktketen. Als onderdeel van de nieuwe aanpak moeten de respectieve bevoegdheden van de lidstaten, de Commissie en het Communautair Bureau voor visserijcontrole duidelijker worden omschreven.

 

(10)

Voor het beheer van de visbestanden op communautair niveau wordt met name gebruikgemaakt van totaal toegestane vangsten (TAC’s), quota, inspanningsregelingen en technische maatregelen. De nodige stappen moeten worden gezet om erop toe te zien dat de lidstaten de nodige maatregelen vaststellen om deze beheersmaatregelen doeltreffend uit te voeren.

 

(11)

De controleactiviteiten en -methoden moeten worden gebaseerd op risicobeheer, waarbij de lidstaten op systematische, alomvattende wijze gebruikmaken van de procedures voor kruiscontrole. Tevens dienen de lidstaten onderling relevante informatie uit te wisselen.

 

(12)

De samenwerking en de coördinatie tussen de lidstaten, de Commissie en het Communautair Bureau voor visserijcontrole moeten worden geïntensiveerd om de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te bevorderen.

 

(13)

Om te garanderen dat visserijactiviteiten uitsluitend conform de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden verricht, moeten die activiteiten onderworpen zijn aan een visvergunning en, in specifieke omstandigheden, aan een vismachtiging. Daarnaast moeten er regels betreffende de markering en identificatie van vissersvaartuigen en hun vistuig gelden.

 

(14)

Om een doeltreffende controle te garanderen, moeten de lidstaten een volgsysteem voor vaartuigen hanteren en moeten vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 m of meer zijn uitgerust met een toestel waarmee deze vaartuigen automatisch kunnen worden gelokaliseerd en geïdentificeerd. Voorts moeten vissersvaartuigen zijn uitgerust met een automatisch identificatiesysteem overeenkomstig Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (9), en moeten de lidstaten de dat systeem voor kruiscontroles gebruiken.

 

(15)

De samenwerking tussen de agentschappen en bureaus van de Gemeenschap en tussen de autoriteiten van de lidstaten moet worden geïntensiveerd. Daartoe moeten de gegevens van het volgsysteem voor vaartuigen, het automatische identificatiesysteem en het vaartuigdetectiesysteem kunnen worden doorgestuurd aan de agentschappen en bureaus van de Gemeenschap en aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die bij bewakingsactiviteiten betrokken zijn met het oog op de veiligheid en beveiliging op zee, de grenscontrole, de bescherming van het mariene milieu en de algemene rechtshandhaving.

 

(16)

Het is aan de Raad om te bepalen of er in de toekomst gebruik moet worden gemaakt van elektronische toezichtapparatuur en traceerinstrumenten, zoals genetische analyse, en van andere controletechnologieën voor de visserij indien dergelijke technologieën op kostenefficiënte wijze leiden tot een betere naleving van de regels van het gemeenschappelijke visserijbeleid.

 

(17)

De lidstaten moeten toezicht houden op de activiteiten van hun vissersvaartuigen in en buiten de communautaire wateren. Om een doeltreffend toezicht in de hand te werken moeten kapiteins van communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van tien meter of meer worden verplicht een visserijlogboek bij te houden en aangiften van aanlanding en overlading in te dienen. Met het oog op het gebruik van moderne technologieën moet het visserijlogboek voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van twaalf meter of meer in elektronische vorm worden bijgehouden en moeten de aangiften van aanlanding en overlading elektronisch worden ingediend.

 

(18)

De gegevens in de visserijlogboeken van de vissersvaartuigen moeten op het tijdstip van aanlanding worden gecontroleerd. Bijgevolg moeten degenen die bij de aanlanding en de afzet van vis of visserijproducten betrokken zijn, worden verplicht aangifte te doen van de hoeveelheden die zijn aangeland, zijn overgeladen, te koop zijn aangeboden of zijn verkocht.

 

(19)

Voor kleine vissersvaartuigen van minder dan 10 m lengte over alles zou de verplichting een visserijlogboek bij te houden of een aangifte van aanlanding in te vullen, in verhouding tot hun vangstcapaciteit een buitensporige last vormen. Om te garanderen dat die vaartuigen voldoende worden gecontroleerd, moeten de lidstaten op de activiteiten van die vaartuigen toezicht houden aan de hand van een steekproefplan.

 

(20)

Overladingen op zee ontsnappen aan een adequate controle door de vlaggenstaat of de kuststaten en vormen daardoor voor de marktdeelnemers een mogelijkheid om illegale vangsten te vervoeren. Om de controles te verbeteren mogen overladingen in de Gemeenschap slechts in daartoe aangewezen havens worden toegestaan.

 

(21)

De autoriteiten van de lidstaten moeten toezicht kunnen houden op de aanlandingen in hun havens. Daartoe moeten vissersvaartuigen die betrokken zijn in visserij op bestanden die onder een meerjarenplan vallen en die gehouden zijn elektronisch visserijlogboekgegevens vast te leggen, die autoriteiten vooraf in kennis stellen van hun voornemen om in hun havens aan te landen. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben de toegang te weigeren indien de vereiste informatie niet volledig is.

 

(22)

Aangezien het beheer van de visbestanden stoelt op de vangstmogelijkheden, moet worden gewaarborgd dat de vangsten en visserijinspanning correct worden vastgelegd en dat de vangsten en de visserijinspanning worden verrekend met de quota en de toegewezen visserijinspanning van de vlaggenlidstaat. De visserij moet worden gesloten indien de beschikbare quota of de toegewezen visserijinspanning zijn uitgeput.

 

(23)

Gelet op de capaciteitsvoorschriften voor de communautaire vissersvloot die zijn vastgesteld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002, in Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten (10), in Verordening (EG) nr. 1438/2003 van de Commissie van 12 augustus 2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van het gemeenschappelijk vlootbeleid als omschreven in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad (11) en in Verordening (EG) nr. 2104/2004 van de Commissie van 9 december 2004 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad (12), moeten er instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit worden ingevoerd die onder meer betrekking hebben op het toezicht op het motorvermogen en op het gebruik van het vistuig. Daarom moeten de lidstaten maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de totale capaciteit van de visvergunningen niet de maximale capaciteitsniveaus te boven gaat en dat het motorvermogen van de vissersvaartuigen niet groter is dan het gecertificeerde motorvermogen van die vaartuigen. Te dien einde moeten de lidstaten het voortstuwingsmotorvermogen van vissersvaartuigen met een voortstuwingsmotorvermogen van meer dan 120 kW certificeren en bovendien op basis van een steekproefplan controleren of het motorvermogen met andere beschikbare gegevens strookt.

 

(24)

Er moeten bijzondere maatregelen worden uitgevoerd in de vorm van bijzondere meerjarenplannen voor het beschermen van de betrokken bestanden. Overladingen van vangsten van bestanden die onder een meerjarenplan vallen, moeten uitsluitend in aangewezen havens worden toegestaan en uitsluitend mits die vangsten zijn gewogen.

 

(25)

Er moeten bijzondere bepalingen worden vastgesteld op grond waarvan alleen toegestaan vistuig mag worden gebruikt en verloren vistuig moet worden teruggehaald.

 

(26)

Er moeten bijzondere regels gelden ten aanzien van voor de visserij beperkte gebieden. De procedure voor de instelling en de opheffing van realtimesluitingen voor visgronden moet duidelijk worden vastgesteld.

 

(27)

Aangezien recreatievisserij significante gevolgen kan hebben voor de visbestanden, moeten de lidstaten erop toezien dat zij wordt uitgevoerd op een wijze die strookt met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Voor bestanden warvoor een herstelplan geldt, moeten de lidstaten vangstgegevens uit de recreatievisserij verzamelen. Wanneer de recreatievisserij een groot effect heeft op de bestanden, moet de Raad specifieke beheersmaatregelen kunnen vaststellen.

 

(28)

Met het oog op de vaststelling van een omvattende controleregeling is het noodzakelijk de hele productie- en afzetketen erin op te nemen. De regeling moet een coherent traceersysteem omvatten ter aanvulling van de bepalingen die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (13), en moet voorzien in een strengere controle van de producentenorganisaties. Zij moet ook de belangen van de consument beschermen via de verstrekking, in elk stadium van de afzet, van gegevens over de handelsbenaming, de productiemethode en het vangstgebied overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2065/2001 van de Commissie van 22 oktober 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad met betrekking tot de informatieverstrekking aan de consument in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (14). Voorts moet de regeling garanderen dat er toezicht op de producentenorganisaties wordt gehouden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2508/2000 van de Commissie van 15 november 2000 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad wat betreft de werkprogramma’s in de visserijsector (15).

 

(29)

Om te garanderen dat alle vangsten naar behoren worden gecontroleerd, moeten de lidstaten erop toezien dat alle visserijproducten voor het eerst op de markt worden gebracht of worden geregistreerd in een visafslag of aan geregistreerde kopers of producentenorganisaties verkocht. Aangezien het exacte gewicht van de vangsten bekend moet zijn om het gebruik van de quota na te gaan, moeten de lidstaten erop toezien dat alle visserijproducten gewogen worden, tenzij er steekproefplannen op basis van een gemeenschappelijke methodologie worden gevolgd.

 

(30)

Om de weg van de vangsten te volgen en te kunnen controleren of zij met de vangstgegevens sporen, moeten geregistreerde kopers, geregistreerde visafslagen of andere door de lidstaten gemachtigde instanties of personen verkoopdocumenten indienen. Bij een jaarlijkse omzet in eerste verkopen van visserijproducten van meer dan 200 000 EUR, moeten de verkoopdocumenten elektronisch worden ingediend.

 

(31)

Om de naleving van de communautaire instandhoudings- en handelsmaatregelen te garanderen, moet worden bepaald dat alle visserijproducten waarvoor noch een verkoopdocument, noch een aangifte van overname is overgelegd en die naar een andere plaats dan de plaats van aanlanding worden vervoerd, vergezeld moeten gaan van een vervoerdocument waarin hun aard, oorsprong en gewicht vermeld staan, tenzij er voorafgaand aan het vervoer elektronisch een vervoerdocument is doorgestuurd.

 

(32)

De lidstaten dienen regelmatig controles bij producentenorganisaties te verrichten om erop toe te zien dat zij aan de wettelijke eisen voldoen. Zij moeten tevens controles betreffende de prijs- en interventieregelingen verrichten.

 

(33)

De lidstaten dienen te zorgen voor de bewaking van de communautaire wateren en nemen de nodige maatregelen wanneer een waarneming of constatering niet overeenkomt met de informatie waarover zij beschikken.

 

(34)

Het concept en de taken van met controle belaste waarnemers moeten duidelijk worden vastgesteld ten behoeve van toekomstige regelingen inzake met controle belaste waarnemers. Daarnaast moeten er ook regels worden vastgesteld voor de uitvoering van inspecties.

 

(35)

Met het oog op een coherente, doeltreffende vervolging van inbreuken moet worden bepaald dat van de inspectie- en bewakingsverslagen die zijn opgesteld door functionarissen van de Commissie, communautaire inspecteurs of functionarissen van de lidstaten, op dezelfde wijze gebruik kan worden gemaakt als van de nationale verslagen. Daarnaast moeten de lidstaten een elektronisch gegevensbestand met de inspectie- en bewakingsverslagen van hun functionarissen opzetten.

 

(36)

Om de mate van controle in de communautaire wateren gezamenlijk op te voeren, moet er een lijst van communautaire inspecteurs worden opgesteld en moeten hun taken en bevoegdheden worden gespecificeerd. Om dezelfde reden moeten er onder bepaalde voorwaarden inspecties van vissersvaartuigen buiten de wateren van de inspecterende lidstaat kunnen worden verricht.

 

(37)

Bij een inbreuk moet erop worden toegezien dat de passende maatregelen worden getroffen voor een doeltreffende follow-up van de inbreuk, ongeacht waar deze zich voordoet. In bepaalde gevallen van ernstige inbreuken moet worden voorzien in strengere vervolgmaatregelen om een onmiddellijk onderzoek mogelijk te maken. In dit verband moeten de lidstaten voorts worden verplicht, passende maatregelen te treffen wanneer er door een communautaire inspecteur een inbreuk is ontdekt. Onder bepaalde voorwaarden moet de vervolging kunnen worden overgedragen aan de vlaggenlidstaat of aan de lidstaat waarvan de dader van de inbreuk onderdaan is.

 

(38)

De onderdanen van de lidstaten moeten ervan worden weerhouden inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te begaan. Aangezien de maatregelen die bij inbreuken op deze regels worden genomen, van lidstaat tot lidstaat sterk uiteenlopen, wat tot discriminatie en oneerlijke concurrentieregels voor de vissers leidt, en het ontbreken van evenredige, afschrikkende en doeltreffende sancties in bepaalde lidstaten de controles minder doeltreffend maakt, dienen er administratieve sancties, gecombineerd met een puntensysteem voor ernstige inbreuken, te worden ingevoerd om voor een echte afschrikking te zorgen.

 

(39)

Dat nog steeds zeer veel ernstige inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden begaan in de communautaire wateren of door communautaire marktdeelnemers, is in belangrijke mate te wijten aan het niet-afschrikkende niveau van de in de nationale wetgeving vastgestelde sancties voor ernstige overtredingen van die regels. Deze tekortkoming wordt nog verergerd door het feit dat de hoogte van de sancties van lidstaat tot lidstaat sterk verschilt, wat voor marktdeelnemers met illegale bedoelingen een aansporing is om hun illegale activiteiten te verrichten in de wateren of op het grondgebied van de lidstaten waar de sancties het laagst zijn. Derhalve is het dienstig om naast het maximumniveau van de sancties voor ernstige inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, dat is vastgelegd in artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1005/2008, afschrikwekkende sancties in te voeren, waarbij rekening wordt gehouden met de aard van de schade, met de waarde van de visserijproducten die worden verkregen door het begaan van de ernstige inbreuk, met de economische situatie van de dader van de inbreuk en met een eventuele recidive. Voorts moeten er maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging en aanvullende maatregelen worden vastgesteld.

 

(40)

Naast sancties moet er een puntensysteem voor ernstige inbreuken worden ingevoerd op grond waarvan een visvergunning moet worden geschorst wanneer aan de houder van een visvergunning een bepaald aantal punten is toegekend nadat er sancties voor ernstige inbreuken zijn opgelegd. Als de visvergunning op grond van dit systeem vijf maal is geschorst en opnieuw het puntenaantal is toegekend, moet de visvergunning voorgoed worden ingetrokken. In dit verband moeten de lidstaten in een nationaal gegevensbestand alle inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid vastleggen.

 

(41)

Om te garanderen dat de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden verwezenlijkt, moet de Commissie doeltreffende corrigerende maatregelen kunnen nemen. Daartoe moet de beheerscapaciteit van de Commissie worden vergroot, alsmede haar capaciteit om op te treden op een wijze die in verhouding staat tot het niveau van niet-naleving door een lidstaat. De Commissie moet worden gemachtigd om zonder voorafgaande kennisgeving en op onafhankelijke wijze inspecties te verrichten teneinde de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitgevoerde controles te verifiëren.

 

(42)

Met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en om het bijzondere belang in het behoud van visserijhulpbronnen te verzekeren, moet de financiële steun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (16) en Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (17) afhankelijk gemaakt worden van het naleven door de lidstaten van hun verplichtingen op het gebied van visserijcontrole. Als de lidstaten de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid niet op toereikende wijze ten uitvoer leggen en dit afbreuk doet aan de doeltreffendheid van de financieel ondersteunde maatregelen, moeten schorsing en verval van deze financiële steun mogelijk zijn.

 

(43)

De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om een visserijtak te sluiten als het quotum van een lidstaat of de TAC zelf is uitgeput. Voorts moet zij de bevoegdheid krijgen om quota en toewijzingen van visserijinspanning te korten om te garanderen dat de beperkingen van de vangstmogelijkheden volledig worden nageleefd. Tevens moet de Commissie de bevoegdheid hebben om spoedmaatregelen te nemen indien er bewijzen zijn dat visserijactiviteiten of maatregelen van een lidstaat de instandhoudings- en beheersmaatregelen in het kader van beheersplannen ondermijnen of een bedreiging vormen voor het mariene ecosysteem.

 

(44)

Er moet worden gezorgd voor elektronische uitwisseling van gegevens met andere lidstaten en de Commissie of de door haar aangewezen instantie. De Commissie of de door haar aangewezen instantie moet rechtstreeks toegang tot de visserijgegevens van de lidstaten hebben om te kunnen nagaan of de lidstaten hun verplichtingen nakomen en om te kunnen optreden als inconsistenties worden geconstateerd.

 

(45)

Ten behoeve van betere communicatie moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten websites opzetten met algemene informatie die op een voor het publiek toegankelijk deel beschikbaar is, en met operationele informatie op een beveiligd deel van de website. Voorts moet ervoor worden gezorgd dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ten behoeve van de uitvoering van deze verordening met elkaar, de Commissie, de door de Commissie aangewezen instantie en de bevoegde autoriteiten van derde landen samenwerken.

 

(46)

De voor de uitvoering van deze verordening benodigde maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (18). Alle maatregelen die de Commissie vaststelt om deze verordening ten uitvoer te leggen, moeten in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel.

 

(47)

Het mandaat van het Communautair Bureau voor visserijcontrole moet worden aangepast en uitgebreid ter ondersteuning van een uniforme uitvoering van de controleregeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid, om te zorgen voor het organiseren van operationele samenwerking, tot het verlenen van bijstand aan de lidstaten en met de mogelijkheid een noodeenheid op te richten wanneer er een ernstig risico voor het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt geconstateerd. Daarnaast moet het Bureau in staat worden gesteld zich de vereiste uitrusting te verschaffen om gezamenlijke inzetplannen uit te voeren en samen te werken bij de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de EU.

 

(48)

De in het kader van deze verordening verzamelde en uitgewisselde gegevens moeten worden behandeld in overeenstemming met de desbetreffend geldende regels inzake vertrouwelijkheid. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (19) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in het kader van de onderhavige verordening. Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (20) moet worden toegepast voor de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie in het kader van de onderhavige verordening.

 

(49)

Om de communautaire regelgeving in overeenstemming te brengen met de onderhavige verordening moeten bepaalde verordeningen inzake controlebepalingen worden gewijzigd.

 

(50)

Aangezien bij deze verordening een nieuwe, alomvattende controleregeling wordt vastgesteld, moeten Verordening (EEG) nr. 2847/93, Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten (21) en Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad van 21 december 2006 betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie (22) worden ingetrokken.

 

(51)

Om de lidstaten tijd te geven om de aanpassingen te verrichten die nodig zijn om aan sommige van de bij deze verordening vastgestelde nieuwe verplichtingen te voldoen, is het passend dat sommige bepalingen pas op een later tijdstip van kracht worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening wordt een communautaire regeling voor controle, inspectie en handhaving vastgesteld (hierna „communautaire controleregeling” genoemd), die moet garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Artikel 3

Verband met internationale en nationale bepalingen

Artikel 4

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van Verordening (EG) nr. 2371/2002. Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing:

 

1.

„visserijactiviteit”: het zoeken naar vis, het te water laten, uitzetten, slepen en ophalen van vistuig, het aan boord halen van de vangst, het overladen, het aan boord houden, het verwerken aan boord, het overbrengen, het kooien, vetmesten en aanlanden van vis en visserijproducten;

 

2.

„regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid”: de communautaire regelgeving met betrekking tot de instandhouding, het beheer en de exploitatie van levende aquatische rijkdommen, tot de aquacultuur en tot de verwerking, het vervoer en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten;

 

3.

„controle”: toezicht en bewaking;

 

4.

„inspectie”: elke verificatie die functionarissen uitvoeren om na te gaan of de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd en waarvan de resultaten in een inspectieverslag worden neergelegd;

 

5.

„bewaking”: observatie van visserijactiviteiten op basis van waarnemingen door inspectievaartuigen of officiële vliegtuigen en technische constaterings- en identificatiemethoden;

 

6.

„functionaris”: een persoon die door een nationale autoriteit, de Commissie of het Communautair Bureau voor visserijcontrole is gemachtigd om een inspectie uit te voeren;

 

7.

„communautaire inspecteurs”: functionarissen van een lidstaat, de Commissie of een door de Commissie aangewezen instantie, waarvan de namen zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 79 opgestelde lijst;

 

8.

„met controle belaste waarnemer”: persoon die door een nationale autoriteit is gemachtigd om toe te zien op de uitvoering van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

9.

„visvergunning”: een officieel document dat de houder ervan het in nationale bepalingen omschreven recht geeft om een bepaalde vangstcapaciteit te gebruiken voor de commerciële exploitatie van levende aquatische hulpbronnen. Een visvergunning bevat minimumvoorwaarden met betrekking tot de identificatie, de technische kenmerken en de uitrusting van een communautair vissersvaartuig;

 

10.

„vismachtiging”: een machtiging om te vissen die wordt afgegeven voor een communautair vissersvaartuig dat reeds over een visvergunning beschikt en die dit vaartuig het recht geeft om specifieke visserijactiviteiten te verrichten tijdens een bepaalde periode, in een bepaald gebied of binnen een bepaalde visserijtak onder specifieke voorwaarden;

 

11.

„automatisch identificatiesysteem”: een autonoom en permanent vaartuigidentificatie- en volgsysteem waarmee vaartuigen elektronisch met andere vaartuigen in de buurt en met de autoriteiten aan wal vaartuiggegevens, o.m. over de identificatie, de positie, de koers en de snelheid, kunnen uitwisselen;

 

12.

„gegevens van het volgsysteem voor vaartuigen”: gegevens betreffende identificatie, geografische positie, datum, tijdstip, koers en snelheid van de vissersvaartuigen die met aan boord van de vissersvaartuigen geïnstalleerde satellietvolgapparatuur worden doorgestuurd naar het visserijcontrolecentrum van de vlaggenlidstaat;

 

13.

„vaartuigdetectiesysteem”: teledetectie via satelliet waarmee vaartuigen kunnen worden geïdentificeerd en hun positie op zee kan worden bepaald;

 

14.

„voor de visserij beperkt gebied”: een marien gebied onder de jurisdictie van een lidstaat dat door de Raad is omschreven en waar in beperkte mate of helemaal niet mag worden gevist;

 

15.

„visserijcontrolecentrum”: een operationeel centrum dat door een vlaggenlidstaat is opgericht en dat beschikt over computerapparatuur en -programmatuur waarmee gegevens automatisch kunnen worden ontvangen, verwerkt en elektronisch worden doorgestuurd;

 

16.

„overlading”: het lossen van alle aan boord van een vaartuig aanwezige visserij- of aquacultuurproducten of van een deel daarvan in een ander vaartuig;

 

17.

„risico”: de waarschijnlijkheid dat zich een gebeurtenis zal voordoen die een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid vormt;

 

18.

„risicobeheer”: het systematisch in kaart brengen van risico’s en het toepassen van alle maatregelen die vereist zijn om het optreden van deze risico’s te beperken. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van gegevens en informatie, het analyseren en beoordelen van risico’s, het uitstippelen en ondernemen van acties, en het regelmatig toezicht houden op en evalueren van het proces en de procesresultaten, op basis van internationale, communautaire en nationale bronnen en strategieën;

 

19.

„marktdeelnemer”: de natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf runt of bezit waarvan de activiteiten betrekking hebben op een stadium van de productie-, verwerkings-, afzet-, distributie- en detailhandelsketen voor visserij- en aquacultuurproducten;

 

20.

„partij”: een hoeveelheid visserij- en aquacultuurproducten van een bepaalde soort van dezelfde aanbiedingsvorm, afkomstig uit hetzelfde betrokken geografische gebied en van hetzelfde vissersvaartuig, dezelfde groep vissersvaartuigen of dezelfde aquacultuurproductie-eenheid;

 

21.

„verwerking”: het proces waarbij het product zijn aanbiedingsvorm krijgt. Dit proces omvat het fileren, verpakken, inblikken, invriezen, roken, zouten, koken, pekelen, drogen of op andere wijze voor de markt klaarmaken van vis;

 

22.

„aanlanden”: het voor de eerste keer lossen van een hoeveelheid visserijproducten, van een vissersvaartuig naar de wal;

 

23.

„detailhandel”: de behandeling en/of het verwerken van producten van de levende aquatische hulpbronnen en het opslaan daarvan op de plaats van verkoop of levering aan de eindgebruiker, inclusief distributie;

 

24.

„meerjarenplannen”: herstelplannen als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2371/2002, beheersplannen als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en andere communautaire bepalingen die op grond van artikel 37 van het Verdrag zijn vastgesteld en voorzien in specifieke beheersmaatregelen voor bepaalde visbestanden voor meerdere jaren;

 

25.

„kuststaat”: de staat waar, in een van de havens of in de wateren die onder zijn soevereiniteit of jurisdictie vallen, een activiteit plaatsvindt;

 

26.

„handhaving”: actie die moet garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd;

 

27.

„gecertificeerd motorvermogen”: maximaal continu motorvermogen dat aan de uitgaande as van de tandwielkast kan worden verkregen volgens het door de autoriteiten van de lidstaat, door classificatiebureaus of andere door hen aangewezen instanties afgegeven certificaat;

 

28.

„recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de mariene levende aquatische rijkdommen worden geëxploiteerd voor vrijetijdsbesteding, toerisme of sport;

 

29.

„verplaatsing”: visserijactiviteiten waarbij de vangst geheel of gedeeltelijk wordt overgebracht of vervoerd van gedeeld vistuig naar een vaartuig of van het ruim van een vissersvaartuig of van het vistuig daarvan naar een leefnet, container of kooi buiten het vaartuig, waarin de levende vangst tot de aanlanding wordt bewaard;

 

30.

„betrokken geografisch gebied”: een gebied dat wordt beschouwd als een eenheid voor de geografische indeling in visserijen, uitgedrukt door verwijzing naar een FAO-deelgebied, sector of subsector of, indien van toepassing, naar een statistisch ICES-vak, visserijinspanningszone, economische zone of een gebied dat wordt afgebakend door geografische coördinaten;

 

31.

„vissersvaartuig”: elk vaartuig dat is uitgerust voor commerciële exploitatie van levende aquatische hulpbronnen;

 

32.

„vangstmogelijkheid”: een gekwantificeerd legaal recht om te vissen, in termen van vangsten en/of visserijinspanning.

TITEL II

ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 5

Algemene beginselen

TITEL III

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT DE WATEREN EN DE HULPBRONNEN

Artikel 6

Visvergunning

Artikel 7

Vismachtiging

 

a)

vallen onder een visserijinspanningsregeling;

 

b)

vallen onder een meerjarenplan;

 

c)

een voor de visserij beperkt gebied zijn;

 

d)

bedoeld zijn voor visserij voor wetenschappelijke doeleinden;

 

e)

vallen onder andere in de communautaire regelgeving vastgestelde bepalingen.

Artikel 8

Markering van vistuig

Artikel 9

Volgsysteem voor vaartuigen

 

a)

uitsluitend actief zijn in de territoriale zeeën van de vlaggenlidstaat; of

 

b)

nooit meer dan 24 uur op zee blijven tussen het tijdstip van vertrek uit de haven en het tijdstip van terugkeer naar de haven.

Artikel 10

Automatisch identificatiesysteem

 

a)

vanaf 31 mei 2014 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van 15 m of meer en met een lengte over alles van minder dan 18 m;

 

b)

vanaf 31 mei 2013 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van 18 m of meer en met een lengte over alles van minder dan 24 m;

 

c)

vanaf 31 mei 2012 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van 24 m of meer en met een lengte over alles van minder dan 45 m.

Artikel 11

Vaartuigdetectiesysteem

Wanneer de lidstaten over duidelijke aanwijzingen beschikken dat er sprake is van een kostenvoordeel in vergelijking met de traditionele controlemiddelen in het detecteren van vissersvaartuigen, gebruiken de lidstaten een vaartuigdetectiesysteem waarmee zij de posities afkomstig van via teledetectie verkregen beelden die per satelliet of een ander equivalent systeem naar de aarde zijn verstuurd, kunnen vergelijken met de gegevens afkomstig van het volgsysteem voor vaartuigen of het automatische identificatiesysteem, met de bedoeling een inschatting te maken van de aanwezigheid van vissersvaartuigen in het gebied. De lidstaten zien erop toe dat hun visserijcontrolecentra technisch in staat zijn een vaartuigdetectiesysteem te gebruiken.

Artikel 12

Doorsturen van gegevens voor bewakingsactiviteiten

Gegevens van het volgsysteem voor vaartuigen, het automatische identificatiesysteem en het vaartuigdetectiesysteem die in het kader van deze verordening worden verzameld, kunnen worden doorgestuurd aan de agentschappen en bureaus van de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die bij bewakingsactiviteiten betrokken zijn met het oog op de veiligheid en beveiliging op zee, de grenscontrole, de bescherming van het mariene milieu en de algemene rechtshandhaving.

Artikel 13

Nieuwe technologieën

TITEL IV

VISSERIJCONTROLE

HOOFDSTUK I

Controle op het gebruik van de vangstmogelijkheden

Afdeling 1

Algemene bepalingen

Artikel 14

Invullen en overleggen van het visserijlogboek

 

a)

het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig;

 

b)

de FAO-drielettercode van elke soort en het betrokken geografische gebied waar de vangsten zijn gedaan;

 

c)

de datum van de vangsten;

 

d)

de datum van vertrek uit en aankomst in de haven en de duur van de visreis;

 

e)

het soort vistuig, de maaswijdte en afmeting;

 

f)

de geschatte hoeveelheden van iedere soort in kilogrammen levend gewicht of, indien mogelijk, het aantal vissen;

 

g)

het aantal visserijactiviteiten.

 

a)

met betrekking tot gesleept vistuig:

 

i)

het binnenvaren en verlaten van de in dat gebied gelegen haven;

 

ii)

het binnenvaren en verlaten van maritieme gebieden waar specifieke regels gelden in verband met de toegang tot de wateren en de bestanden;

 

iii)

de aan boord gehouden vangst, naar soort in kilogram levend gewicht, op het tijdstip waarop het vaartuig dat gebied uitvaart of voordat het een haven in dat gebied binnenvaart;

 

b)

met betrekking tot passief vistuig:

 

i)

het binnenvaren en verlaten van de in dat gebied gelegen haven;

 

ii)

het binnenvaren en verlaten van maritieme gebieden waar specifieke regels gelden in verband met de toegang tot de wateren en de bestanden;

 

iii)

de datum en het tijdstip waarop het passieve vistuig in die gebieden wordt uitgezet of opnieuw wordt uitgezet;

 

iv)

de datum en het tijdstip waarop de visserij met het passieve vistuig wordt beëindigd;

 

v)

de aan boord gehouden vangst, naar soort in kilogram levend gewicht, op het tijdstip waarop het vaartuig dat gebied uitvaart of voordat het een haven in dat gebied binnenvaart.

 

a)

bij de lidstaat waarvan zij de vlag voeren; en

 

b)

als de aanlanding in een haven van een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken havenlidstaat.

Artikel 15

Elektronisch invullen en verzenden van visserijlogboekgegevens

 

a)

vanaf 1 januari 2012 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 m of meer en met een lengte over alles van minder dan 15 m;

 

b)

vanaf 1 juli 2011 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van 15 m of meer en met een lengte over alles van minder dan 24 m; en

 

c)

vanaf 1 januari 2010 voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 24 m of meer.

 

a)

uitsluitend actief zijn in de territoriale zeeën van de vlaggenlidstaat; of

 

b)

nooit meer dan 24 uur op zee blijven tussen het tijdstip van vertrek uit de haven en het tijdstip van terugkeer naar de haven.

Artikel 16

Vissersvaartuigen die geen visserijlogboek hoeven bij te houden

Artikel 17

Voorafgaande kennisgeving

 

a)

het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig;

 

b)

de naam van de haven van bestemming en het beoogde doel van het aanmeren, bijvoorbeeld aanlanding, overlading of toegang tot diensten;

 

c)

de data van de visreis en de betrokken geografische gebieden waar de vangsten zijn gedaan;

 

d)

de datum en het tijdstip waarop de haven vermoedelijk wordt aangedaan;

 

e)

de in het visserijlogboek geregistreerde hoeveelheden per soort;

 

f)

de hoeveelheden van elke soort die zullen worden aangeland of overgeladen.

Artikel 18

Voorafgaande kennisgeving van aanlanding in een andere lidstaat

Artikel 19

Machtiging om een haven binnen te lopen

De bevoegde autoriteiten van de kustlidstaat mogen vissersvaartuigen de toegang tot de haven ontzeggen als de in de artikelen 17 en 18 bedoelde gegevens niet volledig zijn, behalve in geval van overmacht.

Artikel 20

Overladen

Artikel 21

Invullen en overleggen van de aangifte van overlading

 

a)

het externe identificatienummer en de naam van het overladende en van het ontvangende vissersvaartuig;

 

b)

de FAO-drielettercode van elke soort en het betrokken geografische gebied waar de vangsten zijn gedaan;

 

c)

de geschatte hoeveelheden van elke soort in kilogrammen productgewicht, gespecificeerd naar aanbiedingsvorm van het product of, indien van toepassing, het aantal vissen;

 

d)

de haven van bestemming van het ontvangende vissersvaartuig;

 

e)

de aangewezen overlaadhaven.

 

a)

de lidstaat waarvan zij de vlag voeren; en

 

b)

de bevoegde autoriteiten van de betrokken havenlidstaat als de overlading in een haven van een andere lidstaat heeft plaatsgevonden.

Artikel 22

Elektronisch invullen en verzenden van gegevens van de aangifte van overlading

 

a)

vanaf 1 januari 2012 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte van 12 m over alles of meer en met een lengte over alles van minder dan 15 m;

 

b)

vanaf 1 juli 2011 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte van 15 m over alles of meer en met een lengte over alles van minder dan 24 m; en

 

c)

vanaf 1 januari 2010 voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 24 m of meer.

 

a)

uitsluitend actief zijn in de territoriale zeeën van de vlaggenlidstaat; of

 

b)

nooit meer dan 24 uur op zee blijven tussen het tijdstip van vertrek uit de haven en het tijdstip van terugkeer naar de haven.

Artikel 23

Invullen en overleggen van de aangifte van aanlanding

 

a)

het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig;

 

b)

de FAO-drielettercode van elke soort en het betrokken geografische gebied waar de vangsten zijn gedaan;

 

c)

de hoeveelheden van iedere soort in kilogrammen productgewicht, gespecificeerd naar aanbiedingsvorm van het product of, indien van toepassing, het aantal vissen;

 

d)

de aanlandingshaven.

 

a)

bij de lidstaat waarvan zij de vlag voeren; en

 

b)

als de aanlanding in een haven van een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken havenlidstaat.

Artikel 24

Elektronisch invullen en verzenden van gegevens van de aangifte van aanlanding

 

a)

vanaf 1 januari 2012 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte van 12 m over alles of meer en met een lengte van minder dan 15 m over alles;

 

b)

vanaf 1 juli 2011 voor communautaire vissersvaartuigen met een lengte van 15 m over alles of meer en met een lengte van minder dan 24 m over alles; en

 

c)

vanaf 1 januari 2010 voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 24 m of meer.

 

a)

uitsluitend actief zijn in de territoriale zeeën van de vlaggenlidstaat; of

 

b)

nooit meer dan 24 uur op zee blijven tussen het tijdstip van vertrek uit de haven en het tijdstip van terugkeer naar de haven.

Artikel 25

Vaartuigen die geen aangifte van aanlanding hoeven te doen

Afdeling 2

Controle op de visserijinspanning

Artikel 26

Toezicht op de visserijinspanning

Artikel 27

Kennisgeving betreffende het vistuig

Artikel 28

Visserijinspanningsverslag

 

a)

de naam, het externe kenteken, de radioroepnaam en de naam van de kapitein van het vissersvaartuig;

 

b)

de geografische locatie van het vissersvaartuig waarop de communicatie betrekking heeft;

 

c)

de datum en het tijdstip van elke binnenkomst in en elk vertrek uit het gebied of delen daarvan;

 

d)

de aan boord gehouden vangst per soort in kilogrammen levend gewicht.

Artikel 29

Vrijstellingen

Artikel 30

Uitputting van de visserijinspanning

 

a)

het vaartuig het aan hem toegekende deel van de maximaal toelaatbare visserijinspanning voor dat geografische gebied en voor dat vistuig of die vistuigen heeft uitgeput; of

 

b)

de maximaal toelaatbare visserijinspanning voor dat geografische gebied en voor dat vistuig of die vistuigen waarover zijn vlaggenlidstaat beschikt, is uitgeput.

 

a)

het vaartuig het aan hem toegekende deel van de maximaal toelaatbare visserijinspanning voor dat geografische gebied en voor die visserijtak heeft uitgeput; of

 

b)

de maximaal toelaatbare visserijinspanning voor dat geografische gebied en voor die visserijtak waarover zijn vlaggenlidstaat beschikt, is uitgeput.

Artikel 31

Vissersvaartuigen die zijn uitgesloten van de toepassing van een visserijinspanningsregeling

Deze afdeling is niet van toepassing op vissersvaartuigen voor zover zij zijn vrijgesteld van de toepassing van een visserijinspanningsregeling.

Artikel 32

Uitvoeringsbepalingen

De bepalingen ter uitvoering van deze afdeling kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 119 bedoelde procedure.

Afdeling 3

Registratie en uitwisseling van gegevens door de lidstaten

Artikel 33

Registratie van de vangsten en de visserijinspanning

 

a)

voor de hoeveelheden die in de voorafgaande maand zijn aangeland uit elk bestand of elke groep bestanden waarvoor een TAC of quotum geldt; en

 

b)

voor de visserijinspanning die in de voorafgaande maand voor elk onder een visserijinspanningsregeling vallend visserijgebied of, in voorkomend geval, voor elke onder een visserijinspanningsregeling vallende visserijtak is gebruikt.

Artikel 34

Gegevens over de uitputting van de vangstmogelijkheden

Een lidstaat stelt de Commissie onverwijld van zijn bevindingen in kennis zodra hij constateert dat:

 

a)

met de door vissersvaartuigen die zijn vlag voeren gemaakte vangsten uit een bestand of groep bestanden waarvoor een quotum geldt, 80 % van dat quotum wordt geacht te zijn opgebruikt; of

 

b)

de met betrekking tot een vistuig of een visserijtak en een geografisch gebied vastgestelde maximaal toelaatbare visserijinspanning die geldt voor alle vissersvaartuigen die zijn vlag voeren of voor een groep daarvan, wordt geacht te zijn bereikt.

Als deze situatie zich voordoet, verstrekt hij de Commissie, op haar verzoek, vaker gegevens en gedetailleerdere gegevens dan bepaald in artikel 33.

Afdeling 4

Sluiting van de visserij

Artikel 35

Sluiting van de visserij door de lidstaten

 

a)

de door vissersvaartuigen die zijn vlag voeren gemaakte vangsten uit een bestand of groep bestanden waarvoor een quotum geldt, worden geacht dat quotum te hebben opgebruikt;

 

b)

de voor een vistuig of een visserijtak en een geografisch gebied vastgestelde maximaal toelaatbare visserijinspanning die geldt voor alle vissersvaartuigen die zijn vlag voeren of voor een groep daarvan, wordt geacht te zijn bereikt.

Artikel 36

Sluiting van de visserij door de Commissie

Artikel 37

Corrigerende maatregelen

HOOFDSTUK II

Controle op het vlootbeheer

Afdeling 1

Vangstcapaciteit

Artikel 38

Vangstcapaciteit

 

a)

artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002,

 

b)

Verordening (EG) nr. 639/2004,

 

c)

Verordening (EG) nr. 1438/2003; en

 

d)

Verordening (EG) nr. 2104/2004.

 

a)

de registratie van vissersvaartuigen;

 

b)

de verificatie van het motorvermogen van de vissersvaartuigen;

 

c)

de verificatie van de tonnage van de vissersvaartuigen;

 

d)

de verificatie van het soort vistuig, het aantal vistuigen en de kenmerken ervan,

kunnen volgens de in artikel 119 bedoelde procedure worden vastgesteld.

Afdeling 2

Motorvermogen

Artikel 39

Toezicht op het motorvermogen

Artikel 40

Certificering van het motorvermogen

Artikel 41

Verificatie van het motorvermogen

 

a)

de bescheiden van het volgsysteem voor vaartuigen;

 

b)

het visserijlogboek;

 

c)

het EIAPP-certificaat (Engine International Air Pollution Prevention) dat voor de motor is afgegeven overeenkomstig bijlage VI bij het MARPOL-verdrag van 1973/1978;

 

d)

de klassecertificaten die zijn afgegeven door een met de inspectie en controle van schepen belaste erkende organisatie in de zin van Richtlijn 94/57/EG;

 

e)

het certificaat van tests op zee;

 

f)

het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot; en

 

g)

elk ander document dat relevante gegevens bevat over het vermogen van het vaartuig of over daarmee samenhangende technische kenmerken.

HOOFDSTUK III

Controle op de meerjarenplannen

Artikel 42

Overlading in de haven

Artikel 43

Aangewezen haven

 

a)

de uren van aanlanding of overlading staan vast;

 

b)

de plaatsen van aanlanding of overlading staan vast;

 

c)

de inspectie- en controleprocedures staan vast.

Artikel 44

Gescheiden opslag van demersale vangsten die onder meerjarenplannen vallen

Artikel 45

Realtimegebruik van quota

Artikel 46

Nationale controleactieprogramma’s

HOOFDSTUK IV

Controle op technische maatregelen

Afdeling 1

Gebruik van het vistuig

Artikel 47

Vistuig

Als het gaat om visserijtakken waarin het gebruik van meer dan één soort vistuig verboden is, wordt ander vistuig zo vastgemaakt en opgeborgen dat het niet onmiddellijk kan worden gebruikt, dat wil zeggen dat:

 

a)

de netten, de gewichten en soortgelijk tuig zijn losgemaakt van hun trawlborden en van hun trek- of sleepkabels en -touwen;

 

b)

netten die zich op of boven het dek bevinden, stevig zijn vastgemaakt en opgeborgen;

 

c)

beuglijnen op lagere dekken zijn geborgen.

Artikel 48

Terughalen van verloren vistuig

 

a)

het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig;

 

b)

het soort verloren vistuig;

 

c)

het tijdstip van het verlies;

 

d)

de plaats van het verlies;

 

e)

de maatregelen die zijn genomen om het vistuig terug te halen.

 

a)

uitsluitend actief zijn in de territoriale zeeën van de vlaggenlidstaat; of

 

b)

nooit meer dan 24 uur op zee blijven tussen het tijdstip van vertrek uit de haven en het tijdstip van terugkeer naar de haven.

Artikel 49

Samenstelling van de vangst

Afdeling 2

Controle op voor de visserij beperkte gebieden

Artikel 50

Controle op voor de visserij beperkte gebieden

 

a)

alle zich aan boord bevindend vistuig tijdens de doorvaart is vastgemaakt en geborgen, en

 

b)

de snelheid tijdens het doorvaren niet minder dan zes knopen bedraagt, behalve in geval van overmacht of als de omstandigheden tegenzitten. In zulke gevallen waarschuwt de kapitein onmiddellijk het visserijcontrolecentrum van de vlaggenlidstaat, die vervolgens de bevoegde autoriteiten van de kustlidstaat op de hoogte brengt.

Afdeling 3

Realtimesluiting van visserijtakken

Artikel 51

Algemene bepalingen

Artikel 52

Vangstdrempel per twee trekken

Artikel 53

Realtimesluiting door de lidstaten

Artikel 54

Realtimesluiting door de Commissie

HOOFDSTUK V

Controle op de recreatievisserij

Artikel 55

Recreatievisserij

TITEL V

CONTROLE OP DE AFZET

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 56

Beginselen voor de controle op de afzet

Artikel 57

Gemeenschappelijke handelsnormen

Artikel 58

Traceerbaarheid

 

a)

het identificatienummer van elke partij;

 

b)

het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig of de naam van de aquacultuurproductie-eenheid;

 

c)

de FAO-drielettercode van elke soort;

 

d)

de datum van de vangsten of de datum van productie;

 

e)

de hoeveelheden van iedere soort in kilogrammen netto gewicht of, indien mogelijk, het aantal vissen;

 

f)

naam en adres van de leveranciers;

 

g)

de gegevens voor de consument overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2065/2001: de handelsbenaming, de wetenschappelijke benaming, het betrokken geografische gebied en de productiemethode;

 

h)

of de visserijproducten voorafgaand zijn bevroren.

HOOFDSTUK II

Activiteiten na de aanlanding

Artikel 59

Eerste verkoop van visserijproducten

Artikel 60

Weging van visserijproducten

Artikel 61

Weging van visserijproducten na vervoer vanaf de plaats van aanlanding

Artikel 62

Invullen en overleggen van de aangifte van verkoopdocumenten

Artikel 63

Elektronisch invullen en verzenden van gegevens van verkoopdocumenten

Artikel 64

Inhoud van de verkoopdocumenten

 

a)

het extern identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig dat het betrokken product heeft aangeland;

 

b)

de haven en de datum van aanlanding;

 

c)

de naam van de reder of de kapitein van het vissersvaartuig en, indien verschillend, de naam van de verkoper;

 

d)

de naam van de koper en zijn btw-nummer, zijn fiscaal identificatienummer, of een ander uniek identificatiemiddel;

 

e)

de FAO-drielettercode van elke soort en het betrokken geografische gebied waar de vangsten zijn gedaan;

 

f)

de hoeveelheden van iedere soort in kilogrammen productgewicht, gespecificeerd naar aanbiedingsvorm van het product of, indien van toepassing, het aantal vissen;

 

g)

voor alle producten waarvoor handelsnormen gelden, de individuele maat of het individuele gewicht, de klasse, de aanbiedingsvorm en de versheid, voor zover van toepassing;

 

h)

in voorkomend geval, de bestemming van de uit de markt genomen producten (verkoopuitstel of gebruik in diervoeder, voor de productie van voor diervoeder bestemd meel, als aas of voor andere dan voedingsdoeleinden);

 

i)

de plaats en de datum van verkoop;

 

j)

indien mogelijk, het referentienummer en de datum van de factuur en, indien van toepassing, het verkoopcontract;

 

k)

indien van toepassing, een verwijzing naar de in artikel 66 bedoelde aangifte van overname of naar het in artikel 68 bedoelde vervoersdocument;

 

l)

de prijs.

Artikel 65

Vrijstellingen van de voorschriften inzake verkoopdocumenten

Artikel 66

Aangifte van overname

 

a)

het extern identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig dat de producten heeft aangeland;

 

b)

de haven en de datum van aanlanding;

 

c)

de naam van de reder of de kapitein van het vaartuig;

 

d)

de FAO-drielettercode van elke soort en het betrokken geografische gebied waar de vangsten zijn gedaan;

 

e)

de hoeveelheden van iedere opgeslagen soort in kilogrammen productgewicht, gespecificeerd naar aanbiedingsvorm van het product of, indien van toepassing, het aantal vissen;

 

f)

de naam en het adres van de voorzieningen waar de producten zijn opgeslagen;

 

g)

indien van toepassing, een verwijzing naar het in artikel 68 bedoelde vervoersdocument.

Artikel 67

Elektronisch invullen en opsturen van overnamegegevens

Artikel 68

Invullen en overleggen van het vervoersdocument

 

a)

de plaats van bestemming van de zending(en) en de gegevens van het vervoermiddel;

 

b)

het extern identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig dat de producten heeft aangeland;

 

c)

de FAO-drielettercode van elke soort en het betrokken geografische gebied waar de vangsten zijn gedaan;

 

d)

de hoeveelheden van iedere vervoerde soort in kilogrammen productgewicht, gespecificeerd naar aanbiedingsvorm van het product of, indien mogelijk, het aantal vissen;

 

e)

de naam en het adres van de geadresseerde;

 

f)

plaats en datum van lading van de goederen.

HOOFDSTUK III

Producentenorganisaties en prijs- en interventieregelingen

Artikel 69

Toezicht op producentenorganisaties

 

a)

de producentenorganisaties de erkenningsvoorwaarden in acht nemen;

 

b)

de erkenning van een producentenorganisatie, zo nodig, wordt ingetrokken als de voorwaarden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 104/2000 niet langer zijn vervuld of als de erkenning is verleend op grond van onjuiste informatie;

 

c)

de erkenning onmiddellijk met terugwerkende kracht wordt ingetrokken als de organisatie die erkenning op bedrieglijke wijze heeft verkregen of misbruik heeft gemaakt van die erkenning.

Artikel 70

Toezicht op prijs- en interventieregelingen

De lidstaten verrichten alle controles met betrekking tot de prijs- en interventieregelingen, met name inzake:

 

a)

het uit de markt nemen van producten voor andere doeleinden dan menselijke consumptie;

 

b)

verkoopuitstel met het oog op stabilisatie, opslag en/of verwerking van uit de markt genomen producten;

 

c)

particuliere opslag van op zee ingevroren producten;

 

d)

de compenserende vergoeding voor tonijn die voor verwerking is bestemd.

TITEL VI

BEWAKING

Artikel 71

Door de lidstaten verrichte waarnemingen op zee en constateringen

 

a)

waarnemingen van vissersvaartuigen door inspectievaartuigen of bewakingsvliegtuigen,

 

b)

een volgsysteem voor vaartuigen als bedoeld in artikel 9, of

 

c)

andere constaterings- en identificatiemethoden.

Artikel 72

Maatregelen die moeten worden genomen na de ontvangst van uit waarnemingen en constateringen voortvloeiende gegevens

Artikel 73

Met controle belaste waarnemers

TITEL VII

INSPECTIE EN PROCEDURES

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 74

Uitvoering van inspecties

 

a)

de wettigheid van de aan boord gehouden, opgeslagen, vervoerde, verwerkte of afgezette vangst en de juistheid van de gegevens in de desbetreffende documenten of elektronische berichten;

 

b)

de wettigheid van het voor de doelsoorten en de aan boord gehouden vangsten gebruikte vistuig;

 

c)

in voorkomend geval, het opslagschema en de gescheiden opslag van soorten;

 

d)

de markering van vistuig; en

 

e)

de in artikel 40 bedoelde informatie over de motor.

Artikel 75

Taken van de reder

Artikel 76

Inspectieverslag

Artikel 77

Toelaatbaareid van inspectie- en bewakingsverslagen

Door communautaire inspecteurs of functionarissen van een andere lidstaat of functionarissen van de Commissie opgestelde inspectie- en bewakingsverslagen vormen in alle lidstaten toelaatbaar bewijsmateriaal bij administratieve of gerechtelijke procedures. Voor de vaststelling van feiten worden zij op dezelfde voet behandeld als inspectie- en bewakingsverslagen van de lidstaten.

Artikel 78

Elektronisch gegevensbestand

Artikel 79

Communautaire inspecteurs

 

a)

de uitvoering van de overeenkomstig artikel 95 vastgestelde specifieke controle- en inspectieprogramma’s;

 

b)

internationale visserijcontroleprogramma’s, ingeval de Gemeenschap verplicht is controles te verrichten.

 

a)

alle ruimten aan boord van communautaire vissersvaartuigen en andere vaartuigen die visserijactiviteiten uitoefenen, openbare gebouwen of plaatsen, middelen van vervoer; en

 

b)

alle informatie en documenten die zij voor het vervullen van hun taken nodig hebben, in het bijzonder het visserijlogboek, de aangiften van aanlanding, vangstcertificaten, de aangifte van overlading, verkoopdocumenten en andere ter zake doende stukken,

en wel in dezelfde mate en volgens dezelfde voorwaarden als de functionarissen van de lidstaat waar de inspectie plaatsvindt.

HOOFDSTUK II

Inspecties buiten de wateren van de inspecterende lidstaat

Artikel 80

Inspecties van vissersvaartuigen buiten de wateren van de inspecterende lidstaat

 

a)

na machtiging door de betrokken kustlidstaat; of

 

b)

wanneer een specifiek controle- en inspectieprogramma overeenkomstig artikel 95 is vastgesteld.

Artikel 81

Verzoeken om machtiging

HOOFDSTUK III

Tijdens inspecties geconstateerde inbreuken

Artikel 82

Procedure bij inbreuken

Indien een functionaris op basis van de tijdens een inspectie verzamelde informatie of andere gegevens vermoedt dat er een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid is begaan:

 

a)

noteert hij de vermoedelijke inbreuk in het inspectieverslag;

 

b)

neemt hij alle nodige maatregelen voor een veilige bewaring van het bewijsmateriaal betreffende de vermoedelijke inbreuk;

 

c)

zendt hij het inspectieverslag onverwijld toe aan zijn bevoegde autoriteit;

 

d)

stelt hij de natuurlijke persoon of rechtspersoon die ervan wordt verdacht de inbreuk te hebben begaan, of die bij het begaan van de betrokken inbreuk op heterdaad is betrapt, ervan in kennis dat de inbreuk tot de toekenning van het passende aantal punten overeenkomstig artikel 92 kan leiden. Deze informatie wordt genoteerd in het inspectieverslag.

Artikel 83

Buiten de wateren van de inspecterende lidstaat geconstateerde inbreuken

Artikel 84

Strengere vervolgmaatregelen bij bepaalde ernstige inbreuken

 

a)

vangsten van onder een meerjarenplan vallende bestanden van meer dan 500 kg of 10 % van de in het visserijlogboek geregistreerde vangsten, indien deze hoeveelheid groter is, onjuist te hebben geregistreerd; of

 

b)

binnen een jaar na een eerste dergelijke ernstige inbreuk één van de in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 of in artikel 90, lid 1, van deze verordening genoemde ernstige inbreuken te hebben begaan,

mag, naast de in hoofdstuk IX van Verordening (EG) nr. 1005/2008 genoemde maatregelen, eisen dat het vissersvaartuig onverwijld een haven aandoet voor een volledig onderzoek.

HOOFDSTUK IV

Procedures in verband met tijdens inspecties geconstateerde inbreuken

Artikel 85

Procedures

Wanneer de bevoegde autoriteiten van de inspecterende lidstaat tijdens of na een inspectie een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid constateren, treffen zij overeenkomstig titel VIII passende maatregelen tegen de kapitein van het betrokken vaartuig, of tegen iedere andere voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon, een en ander met inachtneming van artikel 83, lid 2, en artikel 86.

Artikel 86

Overdracht van de procedures

Artikel 87

Door communautaire inspecteurs geconstateerde inbreuken

De lidstaten nemen alle nodige maatregelen tegen inbreuken die door een communautaire inspecteur worden geconstateerd in de wateren die onder hun soevereiniteit of jurisdictie vallen, of op een vissersvaartuig dat hun vlag voert.

Artikel 88

Corrigerende maatregelen bij ontbreken van procedures door de lidstaat van aanlanding of overlading

TITEL VIII

HANDHAVING

Artikel 89

Handhavingsmaatregelen

Artikel 90

Sancties bij ernstige inbreuken

 

a)

het niet indienen van een aangifte van aanlanding of verkoopdocument wanneer de vangst in de haven van een derde land is aangeland, en

 

b)

het opvoeren van een motor tot boven het op het motorcertificaat vermelde maximaal continu vermogen;

 

c)

tijdens een visserijactiviteit gevangen soorten waarvoor een quotum geldt niet aanlanden tenzij dit aanlanden in zou gaan tegen verplichtingen uit hoofde van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, in visserijtakken of visserijzones waar die regels van toepassing zijn.

Artikel 91

Onmiddellijke handhavingsmaatregelen

De lidstaten nemen onmiddellijke maatregelen om te voorkomen dat kapiteins van vissersvaartuigen of andere natuurlijke personen of rechtspersonen die op heterdaad worden betrapt bij een ernstige inbreuk zoals omschreven in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008, daarmee doorgaan.

Artikel 92

Puntensysteem voor ernstige inbreuken

Artikel 93

Nationaal register van inbreuken

TITEL IX

CONTROLEPROGRAMMA’S

Artikel 94

Gemeenschappelijke controleprogramma’s

De lidstaten kunnen op eigen initiatief en onder elkaar programma’s uitvoeren inzake controle, inspectie en bewaking van visserijactiviteiten.

Artikel 95

Specifieke controle- en inspectieprogramma’s

TITEL X

EVALUATIE EN CONTROLE DOOR DE COMMISSIE

Artikel 96

Algemene beginselen

 

a)

de uitvoering en de toepassing van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid door de lidstaten en hun bevoegde autoriteiten;

 

b)

de uitvoering en de toepassing van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid in de wateren van een derde land overeenkomstig een internationale overeenkomst met dat land;

 

c)

de overeenstemming van de nationale bestuurlijke praktijken en inspectie- en bewakingsactiviteiten met de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

d)

het bestaan van de vereiste documenten en de overeenstemming daarvan met de geldende regels;

 

e)

de omstandigheden waarin de controleactiviteiten door de lidstaten worden uitgevoerd;

 

f)

de constatering van en procedures in verband met inbreuken;

 

g)

de samenwerking tussen de lidstaten.

De lidstaten verlenen de Commissie de bijstand die zij nodig heeft om haar taken te vervullen.

Artikel 97

Bevoegdheden van de functionarissen van de Commissie

Artikel 98

Verificaties

Artikel 99

Autonome inspecties

Artikel 100

Audits

De Commissie kan audits van de controlesystemen van de lidstaten uitvoeren. De audits kunnen met name bestaan in de evaluatie van:

 

a)

de quota en de regeling voor het beheer van de visserijinspanning;

 

b)

gegevensvalideringssystemen, inclusief systemen voor kruiscontroles van volgsystemen voor vaartuigen, gegevens betreffende vangsten, visserijinspanning en afzet, en gegevens betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot en de verificatie van visvergunningen en vismachtigingen;

 

c)

de administratieve organisatie, inclusief de adequaatheid van het beschikbare personeel en de beschikbare middelen, de opleiding van personeel, de afbakening van de functies van alle bij controles betrokken autoriteiten, evenals de bestaande mechanismen voor de coördinatie van de werkzaamheden en de gezamenlijke evaluatie van de resultaten van deze autoriteiten;

 

d)

de operationele systemen, inclusief procedures voor de controle van aangewezen havens;

 

e)

nationale controleactieprogramma’s, inclusief de vaststelling van inspectieniveaus, en de uitvoering daarvan;

 

f)

het nationale systeem van sancties, inclusief de adequaatheid van de opgelegde sancties, de duur van de procedures, de door daders van inbreuken verspeelde economische voordelen en het afschrikkende karakter van een dergelijk systeem van sancties.

Artikel 101

Verslagen over verificaties, autonome inspecties en audits

Artikel 102

Follow-up van de verslagen over verificaties, autonome inspecties en audits

TITEL XI

MAATREGELEN OM DE NALEVING DOOR DE LIDSTATEN VAN DE DOELSTELLINGEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID TE GARANDEREN

HOOFDSTUK I

Financiële maatregelen

Artikel 103

Schorsing en intrekking van communautaire financiële bijstand

 

a)

de doeltreffendheid van de gefinancierde maatregelen in het gedrang komt of dreigt te komen door de niet-naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, in het bijzonder wat betreft de instandhouding en het beheer van de visbestanden, de aanpassing van de vloot en de visserijcontrole;

 

b)

de niet-naleving rechtstreeks aan de betrokken lidstaat is toe te schrijven; en

 

c)

de niet-naleving de instandhouding van de levende aquatische hulpbronnen ernstig in gevaar kan brengen of de doeltreffende werking van het communautaire controle- en handhavingssysteem in het gedrang kan brengen,

en wanneer de Commissie, op basis van de beschikbare informatie en, in voorkomend geval, na bestudering van de verklaringen van de lidstaat, tot de conclusie komt dat de betrokken lidstaat niet de nodige maatregelen heeft genomen om de situatie te verhelpen en niet in een positie verkeert om dit in de nabije toekomst te doen.

HOOFDSTUK II

Sluiting van de visserij

Artikel 104

Sluiting van de visserij wegens niet-naleving van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid

HOOFDSTUK III

Verlaging en overdrachten van quota en vermindering van de visserijinspanning

Artikel 105

Verlaging van quota

 

Mate van overschrijding van de toegestane aanlanding

Vermenigvuldigingsfactor

Tot en met 5 %

Overschrijding * 1,0

Meer dan 5 % tot en met 10 %

Overschrijding * 1,1

Meer dan 10 % tot en met 20 %

Overschrijding * 1,2

Meer dan 20 % tot en met 40 %

Overschrijding * 1,4

Meer dan 40 % tot en met 50 %

Overschrijding * 1,8

Overschrijdingen met meer dan 50 %

Overschrijding * 2,0

Een verlaging die gelijk is aan de overschrijding * 1,00 geldt echter in alle gevallen waarin de overschrijding van de toegestane aanlanding hooguit 100 t bedraagt.

 

a)

een lidstaat zijn quotum, toewijzing of beschikbaar gedeelte van een bestand of groep bestanden in de afgelopen twee jaar herhaaldelijk heeft overschreden, en er voor deze overschrijdingen verlagingen zijn toegepast als bedoeld in lid 2;

 

b)

uit de beschikbare wetenschappelijke, technische en economische adviezen, en in het bijzonder de verslagen van het WTECV blijkt dat overbevissing de instandhouding van het betrokken bestand ernstig in gevaar kan brengen; of

 

c)

het bestand onder een meerjarenplan valt.

Artikel 106

Vermindering van de visserijinspanning

 

Mate van overtreding van beschikbare visserijinspanning

Vermenigvuldigingsfactor

Tot en met 5 %

Overtreding* 1,0

Meer dan 5 % tot en met 10 %

Overtreding* 1,1

Meer dan 10 % tot en met 20 %

Overtreding* 1,2

Meer dan 20 % tot en met 40 %

Overtreding* 1,4

Meer dan 40 % tot en met 50 %

Overtreding* 1,8

Overtreding met meer dan 50 %

Overtreding* 2,0

Artikel 107

Verlaging van quota wegens niet-naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid

HOOFDSTUK IV

Noodmaatregelen

Artikel 108

Noodmaatregelen

 

a)

schorsing van de visserijactiviteiten van vaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaten voeren;

 

b)

sluiting van de visserij;

 

c)

verbod voor marktdeelnemers van de Gemeenschap om in te stemmen met het aanlanden, het kooien voor mest- of kweekdoeleinden of het overladen van vis en visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaten voeren;

 

d)

verbod om vis en visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaten voeren, op de markt te brengen of te gebruiken voor andere commerciële doeleinden;

 

e)

verbod om levende vis te leveren voor viskweek in de wateren onder de jurisdictie van de betrokken lidstaten;

 

f)

verbod om in te stemmen met het leveren van levende vis die is gevangen door vaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaat voeren, voor viskweek in wateren onder de jurisdictie van andere lidstaten;

 

g)

verbod voor visservaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaat voeren, om te vissen in wateren onder de jurisdictie van andere lidstaten;

 

h)

wijziging, naargelang van de omstandigheden, van de door de lidstaten verstrekte visserijgegevens.

TITEL XII

GEGEVENS EN INFORMATIE

HOOFDSTUK I

Analyse en audit van gegevens

Artikel 109

Algemene beginselen voor de analyse van gegevens

 

a)

verrichten de lidstaten, door middel van geautomatiseerde en geïnformatiseerde algoritmen en mechanismen, kruiscontroles, analyses en verificaties van de volgende gegevens:

 

i)

gegevens van het volgsysteem voor vaartuigen;

 

ii)

gegevens over visserijactiviteiten, in het bijzonder het visserijlogboek, de aangifte van aanlanding en van overlading en de voorafgaande kennisgeving;

 

iii)

gegevens van aangiften van overname, vervoersdocumenten en verkoopdocumenten;

 

iv)

gegevens van visvergunningen en -machtigingen;

 

v)

gegevens van inspectieverslagen;

 

vi)

gegevens over motorvermogen;

 

b)

worden onderstaande gegevens, zo nodig, ook aan een kruiscontrole onderworpen, geanalyseerd en geverifieerd;

 

i)

gegevens van het vaartuigdetectiesysteem;

 

ii)

waarnemingsgegevens;

 

iii)

gegevens in verband met internationale visserijovereenkomsten;

 

iv)

gegevens over het binnen- en buitenvaren van visserijgebieden, maritieme gebieden waar specifieke voorschriften gelden voor toegang tot wateren en bestanden, gereglementeerde gebieden van regionale visserijorganisaties en soortgelijke organisaties en wateren van een derde land;

 

v)

gegevens van het automatische identificatiesysteem.

Artikel 110

Toegang tot gegevens

De toegang wordt verleend op het in artikel 115 bedoelde beveiligde deel van de website van de lidstaten.

Artikel 111

Uitwisseling van gegevens

 

a)

gegevens van het vaartuigidentificatie- en volgsysteem wanneer zijn vaartuigen zich in de wateren van een andere lidstaat bevinden;

 

b)

gegevens uit het visserijlogboek wanneer zijn vaartuigen in de wateren van een andere lidstaat vissen;

 

c)

aangiften van aanlanding en aangiften van overladingen wanneer die operaties in een haven van een andere lidstaat worden uitgevoerd;

 

d)

voorafgaande kennisgeving wanneer de beoogde haven in een andere lidstaat ligt.

 

a)

informatie uit verkoopdocumenten aan de vlaggenlidstaat wanneer een eerste verkoop is verricht door een vissersvaartuig van een andere lidstaat;

 

b)

informatie uit de aangifte van overname wanneer de vis wordt opgeslagen in een andere lidstaat dan de vlaggenlidstaat of de lidstaat van aanlanding;

 

c)

informatie uit verkoopdocumenten en de aangifte van overname aan de lidstaat waar de aanlanding heeft plaatsgevonden.

HOOFDSTUK II

Vertrouwelijkheid van gegevens

Artikel 112

Bescherming van persoonsgegevens

Artikel 113

Waarborging van het beroeps- en het handelsgeheim

 

a)

de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, in overeenstemming met de Gemeenschapswetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens;

 

b)

de commerciële belangen van een natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van de intellectuele eigendom;

 

c)

gerechtelijke procedures en juridisch advies; of

 

d)

het doel van inspecties en onderzoeken,

vallen onder voorschriften inzake vertrouwelijkheid. Informatie mag altijd worden bekendgemaakt indien dat noodzakelijk is om een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te beëindigen of te verbieden.

HOOFDSTUK III

Officiële websites

Artikel 114

Officiële websites

Artikel 115

Het publiek toegankelijke deel van de website

Op het publiek toegankelijke deel van hun website publiceren de lidstaten, of zetten ze onverwijld een rechtstreekse koppeling naar:

 

a)

de naam en het adres van de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het afgeven van visvergunningen en van de in artikel 7 bedoelde vismachtigingen;

 

b)

de lijst van de voor overlading aangewezen havens bedoeld in artikel 20, met vermelding van hun werktijden;

 

c)

één maand na de inwerkingtreding van een meerjarenplan en na goedkeuring door de Commissie, de lijst van de in artikel 43 bedoelde aangewezen havens, met vermelding van hun werktijden, en uiterlijk 30 dagen later de voor elke aanlanding geldende voorwaarden voor registratie en melding van de hoeveelheden van de soorten waarvoor het meerjarenplan geldt;

 

d)

het besluit waarbij de realtimesluiting wordt ingesteld en het geografische gebied van de betrokken visgronden, de duur van de sluiting en de voorwaarden voor de visserij in dat gebied gedurende de sluiting duidelijk worden aangegeven, als bepaald in artikel 53, lid 2;

 

e)

de gegevens van het contactpunt voor de doorzending of indiening van visserijlogboeken, voorafgaande kennisgevingen, aangiften van overlading, aangiften van aanlanding, verkoopdocumenten, aangiften van overname en vervoersdocumenten als bedoeld in de artikelen 14, 17, 20, 23, 62, 66 en 68;

 

f)

een kaart met de coördinaten van het gebied waarvoor een tijdelijke realtimesluiting is vastgesteld als bedoeld in artikel 54, met vermelding van de duur van de sluiting en de voorwaarden voor de visserij in dat gebied gedurende de sluiting;

 

g)

het besluit om een visserijtak te sluiten op grond van artikel 35, en alle nodige details ter zake.

Artikel 116

Het beveiligde deel van de website

 

a)

de in artikel 74 bedoelde lijst van de voor de uitvoering van inspecties verantwoordelijke functionarissen;

 

b)

het in artikel 78 bedoelde elektronische gegevensbestand voor het opslaan van de door de functionarissen opgestelde inspectie- en bewakingsverslagen;

 

c)

de door het in artikel 9 bedoelde visserijcontrolecentrum geregistreerde gegevens die zijn verkregen met het volgsysteem voor vaartuigen;

 

d)

het elektronische gegevensbestand met de lijst van alle overeenkomstig deze verordening afgegeven en beheerde visvergunningen en vismachtigingen, waarin de geldende voorwaarden en de gegevens inzake alle schorsingen en intrekkingen duidelijk zijn aangegeven;

 

e)

de wijze waarop de ononderbroken periode van 24 uur van artikel 26, lid 6, wordt gemeten;

 

f)

het elektronische gegevensbestand met alle in artikel 33 bedoelde relevante gegevens over de vangstmogelijkheden;

 

g)

de in artikel 46 bedoelde nationale controleactieprogramma’s;

 

h)

het in artikel 109 bedoelde elektronische gegevensbestand voor de verificatie van de volledigheid en de kwaliteit van gegevens.

 

a)

de Commissie of de door haar aangewezen instantie via een beveiligde internetverbinding dag en nacht toegang heeft tot alle gegevens, bedoeld in dit artikel;

 

b)

er voorzien wordt in rechtstreekse elektronische uitwisseling van ter zake doende informatie met andere lidstaten en de Commissie of de door haar aangewezen instantie.

TITEL XIII

UITVOERING

Artikel 117

Administratieve samenwerking

Artikel 118

Rapportageverplichtingen

Artikel 119

Comitéprocedure

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

TITEL XIV

WIJZIGINGEN EN INTREKKINGEN

Artikel 120

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 768/2005

Verordening (EG) nr. 768/2005 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

„i)

de uniforme uitvoering van de controleregeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid te ondersteunen, met inbegrip van met name:

 

de organisatie van de operationele coördinatie van controleactiviteiten van de lidstaten voor de uitvoering van specifieke controle- en inspectieprogramma’s, controleprogramma’s betreffende illegale, ongemelde en ongereglementeerde („IOO”) visserij en internationale controle- en inspectieprogramma’s;

 

de inspecties die nodig zijn voor de vervulling van de taken van het Bureau overeenkomstig artikel 17 bis.”.

 

2)

In artikel 5:

 

a)

wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De operationele coördinatie van het Bureau heeft betrekking op de controle van alle activiteiten die onder het gemeenschappelijk visserijbeleid vallen.”;

 

b)

wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Met het oog op een versterkte operationele coördinatie tussen de lidstaten kan het Bureau samen met de betrokken lidstaten werkprogramma’s opstellen en de uitvoering ervan coördineren.”.

 

3)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

Bijstand aan de Commissie en de lidstaten

Het Bureau staat de Commissie en de lidstaten bij met het oog op een optimale, uniforme en doeltreffende nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van het gemeenschappelijk visserijbeleid, inclusief wat betreft de bestrijding van IOO-visserij, en hun betrekkingen met derde landen. Het Bureau heeft met name de volgende taken:

 

a)

het opstellen en ontwikkelen van een kerncurriculum voor de opleiding van de instructeurs van de visserijinspectie van de lidstaten en het zorgen voor aanvullende opleidingscursussen en seminars voor die functionarissen en andere bij controle en inspectieactiviteiten betrokken personeelsleden;

 

b)

het opstellen en ontwikkelen van een kerncurriculum voor de opleiding van communautaire inspecteurs voordat zij voor het eerst worden ingezet, en het regelmatig aanbieden van bijgewerkte bijscholing en seminars aan deze functionarissen;

 

c)

het gezamenlijk aankopen, op verzoek van de lidstaten, van goederen en diensten met betrekking tot de door de lidstaten te verrichten controle- en inspectieactiviteiten, alsmede het voorbereiden en coördineren van de uitvoering door de lidstaten van gezamenlijke proefprojecten;

 

d)

het opstellen van gezamenlijke operationele procedures voor controle- en inspectieactiviteiten die gezamenlijk door twee of meer lidstaten worden verricht;

 

e)

het vaststellen van criteria voor de uitwisseling van controle- en inspectiemiddelen tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen en voor de verstrekking van die middelen door de lidstaten;

 

f)

het verrichten van risicoanalyses op basis van de gegevens betreffende vangsten, aanlandingen en visserijinspanning, alsook een risicoanalyse van niet-gemelde aanlandingen, inclusief een vergelijking van gegevens betreffende vangsten en invoer met gegevens betreffende uitvoer en nationale consumptie;

 

g)

het ontwikkelen, op verzoek van de Commissie of van de lidstaten, van gezamenlijke inspectiemethoden en -procedures;

 

h)

het ondersteunen van de lidstaten, op hun verzoek, bij het nakomen van communautaire en hun internationale verplichtingen, inclusief de bestrijding van IOO-visserij, en de verplichtingen in het kader van regionale organisaties voor visserijbeheer;

 

i)

het bevorderen en coördineren van de ontwikkeling van uniforme risicobeoordelingsmethoden op de gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen;

 

j)

het coördineren en bevorderen van samenwerking tussen de lidstaten en van gemeenschappelijke normen voor de ontwikkeling van in Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (26) vastgestelde steekproefplannen.

 

4)

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

Uitvoering van verplichtingen van de Gemeenschap inzake controle en inspectie

  • 1. 
    Het Bureau coördineert op verzoek van de Commissie de op grond van internationale controle- en inspectieprogramma’s door de lidstaten verrichte controles en inspecties, door gezamenlijke inzetplannen vast te stellen.
  • 2. 
    Het Bureau mag de uitrusting aanschaffen of huren die voor de uitvoering van deze gezamenlijke inzetplannen nodig is.”.
 

5)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Uitvoering van specifieke controle- en inspectieprogramma’s

  • 1. 
    Het Bureau coördineert de uitvoering van de overeenkomstig artikel 95 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgestelde specifieke controle- en inspectieprogramma’s door middel van gezamenlijke inzetplannen.
  • 2. 
    Het Bureau mag de uitrusting aanschaffen of huren die voor de uitvoering van deze gezamenlijke inzetplannen nodig is.”.
 

6)

Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd:

„HOOFDSTUK III BIS

VERPLICHTINGEN VAN HET BUREAU

Artikel 17 bis

Aanwijzing van functionarissen van het Bureau als communautaire inspecteurs

Functionarissen van het Bureau kunnen overeenkomstig artikel 79 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 als communautair inspecteur worden aangewezen in internationale wateren.

Artikel 17 ter

Maatregelen van het Bureau

In voorkomend geval kan het Bureau:

 

a)

handboeken inzake geharmoniseerde inspectienormen uitgeven;

 

b)

een handleiding ontwikkelen met de beste praktijken op het gebied van controle van het gemeenschappelijk visserijbeleid, inclusief de opleiding van controlefunctionarissen, en deze regelmatig bijwerken;

 

c)

de Commissie de noodzakelijke technische en administratieve ondersteuning verlenen bij de uitoefening van haar taken.

Artikel 17 quater

Samenwerking

  • 1. 
    De lidstaten en de Commissie werken met het Bureau samen en verlenen het de nodige bijstand voor de vervulling van zijn opdracht.
  • 2. 
    Terdege rekening houdend met de verschillende rechtssystemen in de individuele lidstaten, vergemakkelijkt het Bureau de samenwerking tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie bij de ontwikkeling van geharmoniseerde controlenormen overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving en met inachtneming van de beste praktijken in de lidstaten en van internationaal overeengekomen normen.

Artikel 17 quinquies

Noodeenheid

  • 1. 
    Wanneer de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van minstens twee lidstaten, een situatie constateert waarin zich een ernstig direct, indirect of potentieel risico voor het gemeenschappelijk visserijbeleid voordoet en dat risico niet met behulp van de bestaande voorzieningen kan worden voorkomen, weggenomen of beperkt of niet adequaat kan worden beheerst, wordt het Bureau onverwijld in kennis gesteld.
  • 2. 
    Het Bureau zet na een kennisgeving door de Commissie of op eigen initiatief onverwijld een noodeenheid op en stelt de Commissie daarvan in kennis.

Artikel 17 sexies

Taken van de noodeenheid

  • 1. 
    De door het Bureau opgezette noodeenheid is belast met de verzameling en beoordeling van alle relevante informatie en het onderzoeken van de mogelijkheden om het risico voor het gemeenschappelijk visserijbeleid zo doeltreffend en snel mogelijk te voorkomen, weg te nemen of te beperken.
  • 2. 
    De noodeenheid kan de hulp inroepen van overheidsinstanties of particulieren indien hun expertise nodig wordt geacht om de noodsituatie doeltreffend aan te pakken.
  • 3. 
    Het Bureau zorgt voor de nodige coördinatie om adequaat en tijdig op de noodsituatie te reageren.
  • 4. 
    De noodeenheid houdt het publiek, in voorkomend geval, op de hoogte van de risico’s en de getroffen maatregelen.

Artikel 17 septies

Meerjarig werkprogramma

  • 1. 
    In het meerjarig werkprogramma van het Bureau worden de algemene doelstellingen, het mandaat, de taken, de prestatie-indicatoren en de prioriteiten voor elke actie van het Bureau voor een periode van vijf jaar vastgesteld. Het omvat een presentatie van het personeelsbeleidsplan en een raming van de begrotingskredieten die moeten worden vrijgemaakt om de doelstellingen voor die vijfjarige periode te bereiken.
  • 2. 
    Het meerjarig werkprogramma wordt gepresenteerd volgens het systeem en de methode van activiteitsgestuurd management van de Commissie. Het wordt goedgekeurd door de raad van bestuur.
  • 3. 
    Het in artikel 23, lid 2, onder c), vermelde werkprogramma verwijst naar het meerjarig werkprogramma. Het geeft duidelijk de toevoegingen, wijzigingen of schrappingen aan ten opzichte van het werkprogramma van het vorige jaar, en de vooruitgang die is geboekt bij het bereiken van de algemene doelstellingen en prioriteiten van het meerjarig werkprogramma.

Artikel 17 octies

Samenwerking in maritieme zaken

Het Bureau draagt bij tot de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Europese Unie en sluit met name administratieve overeenkomsten met andere instanties op door deze verordening bestreken gebieden, na goedkeuring door de raad van bestuur. De uitvoerend directeur stelt de Commissie en de lidstaten hiervan in een vroeg stadium van de onderhandelingen in kennis.

Artikel 17 nonies

Uitvoeringsbepalingen

De bepalingen ter uitvoering van dit hoofdstuk worden vastgesteld volgens de in artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 bedoelde procedure.

Deze bepalingen kunnen met name betrekking hebben op de opstelling van plannen om te reageren op een noodsituatie, de oprichting van de noodeenheid en de toe te passen praktische procedures.”.

Artikel 121

Wijziging van andere verordeningen

 

a)

artikel 21 wordt vervangen door:

„Artikel 21

Communautair controle- en handhavingssysteem

De toegang tot wateren en hulpbronnen en de uitoefening van activiteiten als bedoeld in artikel 1 worden gecontroleerd en de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt gehandhaafd. Hiertoe wordt een communautaire regeling voor de controle, inspectie en handhaving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgesteld.”;

 

b)

de artikelen 22 tot en met 28 worden geschrapt.

Artikel 122

Intrekkingen

Artikel 123

Verwijzingen

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen en naar de op grond van artikel 121 geschrapte bepalingen gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

TITEL XV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 124

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Daarbij geldt echter het volgende:

 

a)

artikel 33, leden 6 en 9, de artikelen 37, 43, 58, 60, 61, 63, 67, 68, 73, 78 en 84, artikel 90, leden 2, 3 en 4, de artikelen 93 en 117 en artikel 121, leden 3 tot en met 11, zijn echter van toepassing met ingang van 1 januari 2011;

 

b)

de artikelen 6, 7, 14, 21 en 23 zijn van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot de uitvoering ervan;

 

c)

artikel 92 is van toepassing zes maanden na de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot de uitvoering ervan.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitter



BIJLAGE I

SPECIFIEKE INSPECTIE-IJKPUNTEN VOOR MEERJARENPLANNEN

Doelstelling

Strategie

Prioriteiten

Streefijkpunten

De lidstaten stellen de toe te passen steekproefstrategie vast en geven daarvan een beschrijving.

Als de Commissie daarom verzoekt, wordt haar inzage verleend van het door de lidstaat toegepaste steekproefplan.

 

a)

Omvang van de inspectie in de havens

In de regel moet een nauwkeurigheid worden bereikt die ten minste gelijkwaardig is aan die welke zou worden verkregen met een eenvoudige aselecte steekproefmethode waarbij inspecties worden verricht bij 20 gewichtsprocent van alle onder een meerjarenplan vallende soorten die in een lidstaat worden aangeland.

 

b)

Omvang van de inspectie bij de afzet

Inspectie van 5 % van de op de visafslagen te koop aangeboden hoeveelheden van onder een meerjarenplan vallende soorten.

 

c)

Omvang van de inspectie op zee

Flexibel ijkpunt: vast te stellen na een gedetailleerde analyse van de visserijactiviteit in elk gebied. IJkpunten voor de inspectie op zee hebben betrekking op het aantal patrouilledagen op zee in de beheersgebieden, eventueel met een afzonderlijk ijkpunt voor de dagen waarop in specifieke gebieden wordt gepatrouilleerd.

 

d)

Omvang van de inspectie vanuit de lucht

Flexibel ijkpunt: vast te stellen na een gedetailleerde analyse van de visserijactiviteit in elk gebied en rekening houdend met de middelen waarover de lidstaat beschikt.


BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL

 

Verordening (EEG) nr. 2847/93

De onderhavige verordening

Artikel 1, lid 1

Artikelen 1 en 2

Artikel 1, lid 2

Artikel 5, lid 3

Artikel 1, lid 3

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 5

Artikel 3

Artikel 9

Artikel 4, lid 1

Artikel 5

Artikel 4, lid 2

Artikel 75

Artikel 5, onder a) en b)

Artikel 74

Artikel 5, onder c)

Artikel 8

Artikel 6

Artikelen 14, 15 en 16

Artikel 7

Artikelen 17 en 18

Artikel 8

Artikelen 23, 24 en 25

Artikel 9, leden 1, 2, 3, 4, 4 bis, 5, 6, 7, 8 en 9

Artikelen 62, 63, 64, 65 en 68

Artikel 9, leden 4 ter en 5

Artikelen 66 en 67

Artikel 11

Artikelen 20, 21 en 22

Artikel 13

Artikel 68

Artikel 14

Artikel 59

Artikel 15, leden 1, 2 en 4

Artikelen 33 en 34

Artikel 15, lid 3

Artikel 36

Artikel 16

Artikel 117

Artikel 17

Artikelen 5

Artikel 19

Artikelen 112 en 113

Titel IIA

Titel IV, hoofdstuk I, afdeling 2

Artikel 20, lid 1

Artikel 47

Artikel 20, lid 2

Artikel 49

Artikel 21, lid 1

Artikel 33

Artikel 21, lid 2

Artikel 35

Artikel 21, lid 3

Artikel 36

Artikel 21, lid 4

Artikel 37

Artikel 21 bis

Artikel 35

Artikel 21 ter

Artikel 34

Artikel 21 quater

Artikel 36

Artikel 23

Artikel 105

Titel V

Titel IV, hoofdstuk II, en artikel 109

Artikel 28, lid 1

Artikel 56

Artikel 28, lid 2

Artikelen 57 en 70

Artikel 28, lid 2 bis

Artikel 56

Artikel 29

Artikelen 96, 97, 98 en 99

Artikel 30

Artikel 102

Artikel 31, leden 1 en 2

Artikelen 89 en 90

Artikel 31, lid 4

Artikel 86

Artikel 32, lid 1

Artikel 85

Artikel 32, lid 2

Artikel 88

Artikel 33

Artikel 86

Artikel 34

Artikel 117

Artikel 34 bis

Artikel 117

Artikel 34 ter

Artikel 98

Artikel 34 quater

Artikel 95

Artikel 35

Artikel 118

Artikel 36

Artikel 119

Artikel 37

Artikelen 112 en 113

Artikel 38

Artikel 3

Artikel 39

Artikel 122

Artikel 40

Artikel 124

Verordening (EG) nr. 1627/94

De onderhavige verordening

De gehele verordening

Artikel 7

Verordening (EG) nr. 847/96

De onderhavige verordening

Artikel 5

Artikel 106

Verordening (EG) nr. 2371/2002

De onderhavige verordening

Artikel 21

Artikelen 1 en 2

Artikel 22, lid 1

Artikelen 6, 7, 8, 9, 14 en 75

Artikel 22, lid 2

Artikelen 58, 59, 62, 68 en 75

Artikel 23, lid 3

Artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 5, en artikel 11

Artikel 23, lid 4

Artikelen 105 en 106

Artikel 24

Artikel 5, titel VII en artikelen 71 en 91

Artikel 25

Hoofdstukken III en IV van titel VII en artikel 89

Artikel 26, lid 1

Artikel 96

Artikel 26, lid 2

Artikel 108

Artikel 26, lid 4

Artikel 36

Artikel 27, lid 1

Artikelen 96 tot en met 99

Artikel 27, lid 2

Artikelen 101 en 102

Artikel 28, lid 1

Artikel 117

Artikel 28, lid 3

Artikelen 80, 81 en 83

Artikel 28, lid 4

Artikel 79

Artikel 28, lid 5

Artikel 74

Verordening (EG) nr. 811/2004

De onderhavige verordening

Artikel 7

Artikel 14, lid 2

Artikel 8

Artikel 17

Artikel 10

Artikel 14, lid 3

Artikel 11

Artikel 44

Artikel 12

Artikel 60, lid 6

Verordening (EG) nr. 2166/2005

De onderhavige verordening

Artikel 9

Artikel 14, lid 3

Artikel 10

Artikel 60, lid 1

Artikel 12

Artikel 44

Artikel 13

Artikel 60, lid 6

Verordening (EG) nr. 2115/2005

De onderhavige verordening

Artikel 7

Artikel 14, lid 3

Verordening (EG) nr. 388/2006

De onderhavige verordening

Artikel 7

Artikel 14, lid 3

Artikel 8

Artikel 60, lid 1

Artikel 10

Artikel 44

Artikel 11

Artikel 60, lid 6

Verordening (EG) nr. 509/2007

De onderhavige verordening

Artikel 6

Artikel 14, lid 3

Artikel 8

Artikel 44

Artikel 9

Artikel 60, lid 6

Verordening (EG) nr. 676/2007

De onderhavige verordening

Artikel 10

Artikel 14, lid 2

Artikel 11

Artikel 14, lid 3

Artikel 12

Artikel 60, lid 1

Artikel 14

Artikel 44

Artikel 15

Artikel 60, lid 6

Verordening (EG) nr. 1098/2007

De onderhavige verordening

Artikel 15

Artikel 14, lid 3

Artikel 19

Artikel 60, lid 1

Artikel 24

Artikel 46

Verordening (EG) nr. 1342/2008

De onderhavige verordening

Artikel 19, lid 1

Artikel 109, lid 2

Artikel 19, lid 2

Artikel 115

Artikel 20

Artikel 60

Artikel 22

Artikel 42

Artikel 23

Artikel 46

Artikel 24

Artikel 17

Artikel 25

Artikel 43

Artikel 26

Artikel 14, lid 2

Artikel 27

Artikel 44

Artikel 28

Artikel 60, lid 6


 

8.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

9.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.