Persoon bepaalt richting

9 oktober 2009, column J.Th.J. van den Berg

Hoewel het Verdrag van Lissabon, dat de Europese instellingen moet vernieuwen en versterken, nog niet door alle leden is geratificeerd, is nu toch de zoektocht begonnen naar de, door het verdrag voorziene, 'semi-permanente' voorzitter van de Europese Raad. Intussen sprokkelt de oude en tegelijk nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, zijn gezelschap van Commissarissen bij elkaar. Het is een soort van kabinetsformatie, maar dan op twee niveaus tegelijkertijd. Zowel bij de Raad als bij de Commissie is de keuze van personen tegelijk die van de politieke richting.

Stap voor stap raakt de keuze van de Commissievoorzitter - waarschijnlijk van de Commissie als geheel - gepolitiseerd. De sterk gestegen invloed van het Europese Parlement staat daar borg voor. Barroso is, meer dan enig ander voorzitter vóór hem, de man van een parlementaire meerderheid, in zijn geval van christendemocraten, conservatieven en liberalen. In democratisch opzicht is dat vooruitgang: het betekent dat verkiezingsuitslagen betekenis hebben gekregen voor het karakter van de Europese executieve.

Minstens zo richtinggevend wordt de keuze van de semi-permanente voorzitter van de Europese Raad, die in de plaats komt van de huidige, halfjaarlijks wisselende voorzitter. 'Semi-permanent' betekent dat de nieuwe voorzitter een termijn krijgt van twee en een half jaar, die eenmaal kan worden verlengd. Waarschijnlijk zal die worden verlengd, tenzij de functionaris er een bende van maakt. Zo kan een voorzitter acteren voor vijf jaar.

De Franse president Sarkozy heeft, in het tweede half jaar van 2008, laten zien van hoe groot belang een actief en gezaghebbend uitgeoefend voorzitterschap van de Raad kan zijn. Zowel in het geval van het Georgisch-Russische conflict als in dat van de kredietcrisis bleken snelle interventie en Europese coördinatie onder straffe leiding van de voorzitter in staat levensgevaarlijke brandhaarden te blussen. Natuurlijk speelde daarin de persoon van Sarkozy een belangrijke rol, maar ook het feit dat hij een van de grote lidstaten representeerde.

Fransen hebben altijd wat beter dan wij doorgehad dat een effectief Europa uiteindelijk afhankelijk is van de leiding van de grote lidstaten. De EU kan het dus niet stellen zonder een effectieve Europese Raad (die Nederland nooit wilde) en een effectief voorzitterschap daarvan. Om dat blijvend effectief en gezaghebbend te maken is een termijn van meer dan een half jaar essentieel.

Aanvaarden de leiders der grote lidstaten ook zulk sterk voorzitterschap, als de ambtsbekleder gedurende langere tijd niet uit hun land afkomstig is? Dat is de vraag die nu moet worden beantwoord. Wie de aanpak wil die Sarkozy in 2008 toonde, zal een krachtig voorzitter willen, die allicht uit een grote lidstaat komt en zal diens nationaliteit op de koop toe nemen. Daarbij past de vaak genoemde naam van de Britse oud-premier Tony Blair. De 'echte' Europeanen en zeker de federalisten onder hen zullen moeite met hem hebben, al was het maar omdat hij Brit is en uit een land komt dat de euro niet heeft willen aanvaarden.

De Europese Raad kan ook kiezen voor de voorzichtige aanpak en liever geen al te sterke motor als voorzitter willen zien. Er is iets voor te zeggen om niet al te pretentieus te beginnen. De orthodoxe Europeanen zouden erdoor kunnen worden gerustgesteld maar ook de kleine lidstaten, die het meer van de communautaire besluitvorming moeten hebben dan van de Europese Raad. Het huidige Zweedse voorzitterschap behoort tot die groep van 'voorzichtigen'.

'Voorzichtig' is echter niet hetzelfde als 'zwak'. Het kan zijn voordelen hebben te zoeken naar een voorzitter, die Europees denkt en die een kleine lidstaat representeert, maar die ook heeft geleerd om met groot persoonlijk gezag en effectiviteit op Europees niveau te opereren. Daarbij komt de naam op van Jean-Claude Juncker, premier van Luxemburg en leider van de club van Eurolanden. Enig bezwaar: hij komt uit een erg klein land.

Men kan natuurlijk ook kiezen ten einde raad en bij gebrek aan beter: zowel voor een zwak politicus als een kleine lidstaat. In dat geval komt de Nederlandse premier in aanmerking. Dat zou geen voorzichtig begin opleveren maar een slecht begin. Dat kan de Europese raad niet echt willen.



Andere recente columns