Inhoudsopgave van deze pagina:
- 90: Internationale rechtsorde
- 91: Goedkeuring verdragen
- 92: Bevoegdheden volkenrechtelijke organisaties
- 93: Rechtskracht internationale verdragen
- 94: Voorrang internationale rechtsorde boven nationale wet
- 95: Bekendmaking verdragen
- 96: Oorlogsverklaring
- 97: Plichten burgers inzake landsverdediging
- 98: Samenstelling krijgsmacht; militaire dienst
- 99: Vrijstelling dienstplicht wegens ernstige gewetensbezwaren
- 100: Vreemde troepen
- 101: Dienstplicht in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden
- 102: Lasten inzake legers of verdedigingswerken; Schadeloosstelling
- 103: Uitzonderingstoestanden; noodwetten; oorlogstrafrecht
- 104: Belastingen
- 105: Begroting; budgetrecht; rekening en verantwoording; comptabiliteit
- 106: Geldstelsel
- 107: Codificatie; bestuursrecht
- 108: Klachten betreffende overheidsgedragingen
- 109: Ambtenarenrecht
- 110: Openbaarheid van bestuur
- 111: Ridderorden
91: Goedkeuring verdragen
-
1.Het Koninkrijk wordt niet aan verdragen gebonden en deze worden niet opgezegd zonder voorafgaande goedkeuring van de Staten-Generaal. De wet bepaalt de gevallen waarin geen goedkeuring is vereist.
-
2.De wet bepaalt de wijze waarop de goedkeuring wordt verleend en kan voorzien in stilzwijgende goedkeuring.
-
3.Indien een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, kunnen de kamers de goedkeuring alleen verlenen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
92: Bevoegdheden volkenrechtelijke organisaties
Met inachtneming, zo nodig, van het bepaalde in artikel 91, derde lid, kunnen bij of krachtens verdrag aan volkenrechtelijke organisaties bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak worden opgedragen.
96: Oorlogsverklaring
-
1.Het Koninkrijk wordt niet in oorlog verklaard dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal.
-
2.De toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met de Staten-Generaal ten gevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is gebleken.
-
3.De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
-
4.Het bepaalde in het eerste en het derde lid is van overeenkomstige toepassing voor een verklaring dat een oorlog beëindigd is.
98: Samenstelling krijgsmacht; militaire dienst
-
1.Tot bescherming der belangen van de staat is er een krijgsmacht, bestaande uit vrijwillig dienenden en uit dienstplichtigen.
-
2.De regering heeft het oppergezag over de krijgsmacht.
-
3.De wet regelt de verplichte krijgsdienst. Zij regelt ook de verplichtingen die aan hen, die niet tot de krijgsmacht behoren, ten aanzien van 's lands verdediging opgelegd kunnen worden.
101: Dienstplicht in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden
Wanneer in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden de dienstplichtigen die niet in werkelijke dienst zijn, bij koninklijk besluit geheel of ten dele buitengewoon onder de wapenen worden geroepen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Staten-Generaal gedaan, om het onder de wapenen blijven der dienstplichtigen zoveel nodig te bepalen.
102: Lasten inzake legers of verdedigingswerken; Schadeloosstelling
-
1.Al de kosten voor de legers van het Rijk worden uit 's Rijks kas voldaan.
-
2.De inkwartieringen en het onderhoud van het krijgsvolk, de transporten en leverantiën van welke aard ook voor de legers of verdedigingswerken van het Rijk gevorderd, kunnen niet dan volgens algemene regels bij de wet vast te stellen en tegen schadeloosstelling ten laste van een of meer inwoners of gemeenten worden gebracht.
-
3.De uitzonderingen op die algemene regels voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar of buitengewone omstandigheden worden bij de wet vastgesteld.
103: Uitzonderingstoestanden; noodwetten; oorlogstrafrecht
-
1.De wet bepaalt in welke gevallen ter handhaving van de uit- of inwendige veiligheid bij koninklijk besluit een door de wet als zodanig aan te wijzen uitzonderingstoestand kan worden afgekondigd; zij regelt de gevolgen.
-
2.Daarbij kan worden afgeweken van de grondwetsbepalingen inzake de bevoegdheden van de besturen van provincies, gemeenten en waterschappen, van de grondrechten geregeld in de artikelen 6, voor zover dit de uitoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen van het in dit artikel omschreven recht betreft, 7, 8, 9, 12, tweede lid, en 13, alsmede van artikel 113, eerste en derde lid.
-
3.Terstond na de afkondiging van een uitzonderingstoestand en voorts, zolang deze niet bij koninklijk besluit is opgeheven, telkens wanneer zij zulks nodig oordelen beslissen de Staten-Generaal omtrent het voortduren daarvan; zij beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
105: Begroting; budgetrecht; rekening en verantwoording; comptabiliteit
-
1.De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk wordt bij de wet vastgesteld.
-
2.Jaarlijks worden voorstellen van algemene begrotingswetten door of vanwege de Koning ingediend op het in artikel 65 bedoelde tijdstip.
-
3.De verantwoording van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk wordt aan de Staten-Generaal gedaan overeenkomstig de bepalingen van de wet. De door de Algemene Rekenkamer goedgekeurde rekening wordt aan de Staten-Generaal overgelegd.
-
4.De wet stelt regels omtrent het beheer van de financiën van het Rijk.
108: Klachten betreffende overheidsgedragingen
-
1.De wet stelt regels omtrent de instelling, bevoegdheid en werkwijze van een of meer algemene, onafhankelijke organen voor het onderzoek van klachten betreffende overheidsgedragingen.
-
2.Strekt de werkzaamheid zich uit tot gedragingen van de rijksoverheid, dan geschiedt benoeming door de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Ontslag kan plaatsvinden in gevallen bij de wet aangewezen.