Inhoudsopgave van deze pagina:
82: Stemmingen zonder last of ruggespraak
De leden stemmen, elk volgens eed en geweten, zonder last van of ruggespraak met hen, die benoemen.
83: Eed van toelating; Eed van zuivering
Bij het aanvaarden hunner betrekking leggen zij, ieder op de wijze zijner godsdienstige gezindheid, den volgenden eed of belofte af:
"Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Grondwet."
"Zoo waarlijk helpe mij God almagtig!" ("Dat beloof ik!")
Alvorens tot dien eed of belofte te worden toegelaten, leggen zij den volgenden eed (verklaring en belofte) van zuivering af:
"Ik zweer (verklaar), dat ik, om tot lid van de Tweede kamer der Staten-Generaal te worden benoemd, directelijk of indirectelijk, aan geene personen, hetzij in of buiten het bestuur, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb, noch beloven of geven zal."
"Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk."
"Zoo waarlijk helpe mij God almagtig!" ("Dat verklaar en beloof ik!")
Deze eeden (beloften en verklaring) worden afgelegd in handen van den Koning, of in de vergadering der Tweede Kamer, in handen van den voorzitter, daartoe door den Koning gemagtigd.
85: Reiskostenvergoeding; Schadeloosstelling
De leden genieten, tot vergoeding der reiskosten, eens, heen en terug, voor elke zitting, zoodanige som, als naar de afstanden door de wet zal worden geregeld.
Als verdere schadeloosstelling wordt hun toegelegd eene som van f 2000 's jaars.
Deze schadeloosstelling wordt, voor den tijd der zitting, niet genoten door hen, die gedurende de geheele zitting afwezig bleven.