Inhoudsopgave van deze pagina:
- 36: Opperbestuur koloniën
- 37: Oorlogverklaring; Maken van vrede
- 38: Sluiten en bekrachtiging verdragen; Bestuur buitenlandsche betrekkingen
- 39: Vorst beschikt over Vloten en Legers; Vorst benoemt, pensioneert of ontslaat militaire Officieren
- 40: Opperbestuur der algemeene geldmiddelen; Tractementen Kollegiën en Ambtenaren
- 41: Regt van de Munt; Beeldtenis
- 42: Adelstand
- 43: Procedure bij instelling eene Ridder-Orde
- 44: Vreemde orden
- 45: Verlof Vorst is vereischt bij aannemen vreemde titels, waardigheden en charges; Verbod op aanname vreemden adeldom
- 46: Voordragt wetten en voorstellen; Besluit over voordragten van de Staten Generaal
- 47: Formulier afkondiging wetten
- 48: Geschillen tusschen Provinciën of Landschappen
- 49: Gratie
- 50: Regt van dispensatie
- 51: Staten Generaal in dubbele getale bijeen in kwesties rond troonopvolging
38: Sluiten en bekrachtiging verdragen; Bestuur buitenlandsche betrekkingen
Aan Hem alleen is, behoudens de kennisgeving daarvan aan de Staten Generaal, opgedragen het regt, om alle verbonden en verdragen te doen sluiten en te bekrachtigen; aan Hem behoort dienvolgens het bestuur der buitenlandsche betrekkingen mitsgaders het benoemen en herroepen van Gezanten en Consuls.
40: Opperbestuur der algemeene geldmiddelen; Tractementen Kollegiën en Ambtenaren
De Souvereine Vorst heeft het opperbestuur der algemeene geldmiddelen. Hij regelt de tractementen van alle Kollegiën en Ambtenaren, welke uit 's Lands kasse betaald worden, en brengt dezelve op de begrooting der staatsbehoeften.
42: Adelstand
De Souvereine Vorst verheft in den adelstand. Al, wie door den Souvereinen Vorst in den adelstand verheven wordt, brengt het bewijs daarvan ter kennis van de Staten zijner Provincie of Landschap en deelt aanstonds in alle de voorregten daaraan verbonden, bijzonderlijk in de bevoegdheid om beschreven te worden in de ridderschap, mits voldoende aan de vereischten voor dezelve bepaald.
45: Verlof Vorst is vereischt bij aannemen vreemde titels, waardigheden en charges; Verbod op aanname vreemden adeldom
Insgelijks wordt tot het aannemen van vreemde titels, waardigheden en charges het bijzonder verlof van den Souvereinen Vorst vereischt. Het is geenen Nederlander geoorloofd in het vervolg vreemden adeldom aan te nemen.
46: Voordragt wetten en voorstellen; Besluit over voordragten van de Staten Generaal
De Souvereine Vorst heeft het regt om aan de Staten Generaal wetten voor te dragen en andere voorstellen te doen, alsmede om de voordragten door de Staten Generaal Hem gedaan al of niet goed te keuren.
De goedkeuring wordt op deze wijze uitgedrukt:
"De Souvereine Vorst bewilligt in het voorstel."
Ingevalle Hij meent het voorstel niet te kunnen goedkeuren, wordt zulks in dezer voege te kennen gegeven:
"De Souvereine Vorst houdt het gedaan voorstel in overweging."
47: Formulier afkondiging wetten
De Souvereine Vorst kondigt de wetten af bij het volgende formulier:
"Wij enz. Souvereine Vorst der Vereenigde Nederlanden, den Raad van State gehoord, aan alle de genen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut: doen te weten:
alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat enz."
Hier de beweegredenen in te lasschen.
"Zoo is het dat Wij, met gemeen overleg van de Staten Generaal dezer landen hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze,
Dat enz."
De inhoud der wet.
"Gegeven enz."
50: Regt van dispensatie
Behalve de gevallen, waarin het regt van dispensatie aan den Souvereinen Vorst, bij de wet, zal worden toegekend, verleend Dezelve ook in zoodanige bijzondere gevallen, welke niet gevoegelijk uitstel kunnen lijden, wanneer de Staten Generaal niet vergaderd zijn, dispensatie van wetten, na ingenomen advies van den Hoogen Raad der Vereenigde Nederlanden, en geeft daarvan bij de eerste vergadering opening.
51: Staten Generaal in dubbele getale bijeen in kwesties rond troonopvolging
In de gevallen, bij artikel 8, 10, 11 en 24 omschreven, wordt de vergadering der Staten Generaal in dubbelen getale bij een geroepen, overeenkomstig hetgeen daaromtrent bij het negende hoofdstuk zal worden bepaald.