De Europese Commissie onderneemt actie tegen 11 lidstaten in verband met industrievergunningen

De Europese Commissie heeft inbreukactie moeten ondernemen tegen 11 lidstaten omdat zij voor 4000 bestaande industriële installaties geen nieuwe of aangepaste vergunning heeft verleend. Naar Denemarken, Ierland en Malta is een eerste aanmaning gestuurd terwijl acht andere landen die in mei reeds een brief ontvingen een laatste schriftelijke aanmaning zullen ontvangen. Die vergunningen hadden vóór 30 oktober 2007 verleend moeten worden.

Milieucommissaris Stavros Dimas verklaarde: "het is onacceptabel dat industriële instellingen werkzaam zijn zonder een wettelijke vergunning die ervoor zorgt dat zij schadelijke uitstoot beperken. Alle lidstaten hebben met deze vergunningsprocedures ingestemd. Zij moeten worden nageleefd om de gezondheid van onze burgers en het milieu te beschermen."

De inbreuken betreffen de EU-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC)[1], die als doelstelling heeft de uitstoot door industrie in lucht, water en bodem te voorkomen en te bestrijden.

Overeenkomstig de richtlijn dienden de lidstaten tegen 30 oktober 2007 nieuwe vergunningen te verlenen of, waar nodig, bestaande vergunningen te herzien en aan te passen voor alle industriële installaties die vóór 30 oktober 1999 in bedrijf waren gesteld. Bulgarije en Slovenië moeten nieuwe of aangepaste vergunningen verlenen aan industriële installaties die werkzaam waren op het moment van hun toetreding tot de EU.

Volgens gegevens van de lidstaten zelf hebben 11 van hen nog steeds geen nieuwe of aangepaste vergunning verleend aan een groot aantal installaties. Het gaat hier om 4000 van de 52 000 Europese industriële installaties waarop de richtlijn van toepassing is.

Naar acht van deze lidstaten is in mei reeds een eerste aanmaning vezonden (zie IP/08/704). Zij zullen nu een laatste schriftelijke aanmaning ontvangen, de laatste stap voor de zaak wordt voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie. De betrokken lidstaten zijn België, Bulgarije, Griekenland, Italië, Nederland, Portugal, Slovenië en Spanje.

Denemarken, Ierland en Malta zullen om dezelfde reden een eerste waarschuwingsbrief ontvangen.

Juridische procedure

Artikel 226 van het Verdrag verleent de Commissie de bevoegdheid om in rechte op te treden tegen een lidstaat die zijn verplichtingen niet nakomt.

Als de Commissie van oordeel is dat er sprake kan zijn van een inbreuk op de EU-wetgeving die de inleiding van een inbreukprocedure rechtvaardigt, stuurt zij een eerste "schriftelijke aanmaning" aan de betrokken lidstaat met het verzoek tegen een bepaalde datum, meestal binnen twee maanden, opmerkingen in te dienen.

In het licht van het antwoord van de betrokken lidstaat of het ontbreken van een dergelijk antwoord, kan de Commissie besluiten een "met redenen omkleed advies" (tweede en laatste schriftelijke aanmaning) tot de lidstaat te richten. Daarin wordt duidelijk en definitief uiteengezet waarom zij van mening is dat er een inbreuk op de EU-wetgeving is gepleegd en wordt de lidstaat verzocht binnen een bepaalde periode, meestal twee maanden, zijn verplichtingen na te komen.

Als de lidstaat geen gevolg geeft aan het met redenen omklede advies, kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Europese Hof van Justitie. Als het Hof van Justitie tot het besluit komt dat er sprake is van een inbreuk op het Verdrag, moet de lidstaat die de overtreding heeft begaan alle nodige maatregelen treffen om aan zijn verplichtingen te voldoen.

Artikel 228 van het Verdrag verleent de Commissie de bevoegdheid om op te treden tegen een lidstaat die geen gevolg heeft gegeven aan een eerder arrest van het Europees Hof van Justitie, opnieuw door middel van een eerste schriftelijke aanmaning en daarna een tweede en definitieve schriftelijke aanmaning ("met redenen omkleed advies"). Op grond van dit artikel kan de Commissie het Hof te verzoeken de lidstaat een dwangsom op te leggen.

Recent cijfermateriaal over inbreuken in het algemeen is te vinden op de volgende website:

http://ec.europa.eu/environment/legal/implementation_en.htm

Voor arresten van het Europees Hof van Justitie, zie:

http://curia.europa.eu/en/content/juris/index.htm

Voor meer informatie over de IPPC-richtlijn en de tenuitvoerlegging ervan:

http://ec.europa.eu/environment/air/pollutants/stationary/ippc/index.htm

http://ec.europa.eu/environment/air/pollutants/stationary/ippc/ippc_indic_permits.htm


[1] Richtlijn 96/61/EG, gecodificeerd door Richtlijn 2008/1/EG.