In de frontlinie: Malta en de vluchtelingen

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op dinsdag 6 mei 2008.
Auteur: Tjerk Destombes;Judith Zijlstra

‘600 Afrikanen omgekomen op zee'. ‘Spaanse kustwacht onderschept weer een boot met vluchtelingen'. De afgelopen jaren berichtten de media elke zomer weer over Afrikanen die een beter leven zochten in Europa, en daarvoor een gevaarlijke tocht in krakkemikkige bootjes moesten doorstaan. Onder de meest ‘populaire' bestemming waren Lampedusa, Gibraltar en de Canarische eilanden. Echter, over de duizenden Afrikaanse vluchtelingen die Malta sinds 2000 heeft opgevangen, is minder bekend in de Europese media.

Bootvluchtelingen kiezen meestal niet bewust voor dit kleine eilandje voor de kust van Libië, dat in 2004 bij de Europese Unie kwam. Vaak zijn ze onderweg naar Italië maar komen op zee in gevaar.

En omdat Malta in een enorm groot deel van de Middellandse zee (250.000m2, dat is 791 keer de oppervlakte van Malta zelf) de plicht heeft om mensen in gevaar te redden, komen veel vluchtelingen ongewenst in de Maltese asielprocedure terecht.

Land van aankomst

De Dublin II akkoorden uit 2003 bepalen namelijk dat de asielaanvraag van illegale vluchtelingen in het eerste land van aankomst dient te worden behandeld. Vanwege de geografische ligging is Malta dus voor disproportioneel veel Afrikaanse migranten het ‘land van aankomst' als het om de EU gaat. En het kleine Malta, met haar 400.000 inwoners, gaat gebukt onder deze zware last.

Van zowel Maltese zijde als van de zijde van de vluchtelingen is er dus vaak geen sprake van een ‘match'. Malta wordt gezien als een tussenstop naar een ander EU-land, waar immers meer kansen liggen. Malta kan de grote aantallen niet meer aan en is daardoor gedwongen de meeste vluchtelingen in detentie te houden, waar hun aanvraag wordt getoetst. Dit proces duurt gemiddeld tussen de 12 en 18 maanden.

Studiereis

De situatie van deze Afrikaanse vluchtelingen vormde de voornaamste reden voor de Europese studentenvereniging AEGEE om een studiereis naar Malta te organiseren. Dit gebeurde binnen het project ‘Destination Europe', dat zich specifiek bezig houdt met de illegale migratie vanuit Afrika naar Europa. Van 10 tot 14 april 2008 kwamen 25 studenten uit de hele Euro-Mediterraanse regio bijeen om meer te leren over dit vraagstuk.

De deelnemers, afkomstig uit Israël, Egypte, Cyprus, Turkije, Polen, Spanje en Nederland, gingen met elkaar de discussie aan en luisterden naar de verhalen van verschillende NGO's en jongerenwerkers die de Maltese migranten begeleiden. De inzichten over Malta werden vergeleken met de situatie in de thuislanden en op deze manier kreeg iedereen meer inzicht in het proces van illegale migratie, de oorzaken en de gevolgen.

 

"Abdel, een Somalische vluchteling die zijn Engels heeft geleerd uit boeken en van tv, beaamt dat hij het liefste terug zou gaan naar zijn land. Maar het kan simpelweg niet, omdat er niets is en hij bovendien gevaar loopt. Hij nodigt ons uit om thee te gaan drinken in een van de twee Somalische restaurants in het open centre. Terwijl de thee goed te drinken is staat hij ons vriendelijk te woord over de situatie in het open centre en de uitzichtloosheid van het verblijf op Malta voor de migranten. Dit alles in zeer helder Engels; het valt op dat meer migranten goed Engels spreken, ook al hebben ze het nauwelijks of niet onderwezen gekregen. Het is duidelijk dat er potentieel rondhangt in Marsa."

Marsa

Eén van de activiteiten van de jongeren was een bezoek aan het open centrum in Marsa, gelegen in het havengebied van Malta. Terwijl het tot vluchtelingencentrum omgebouwde schoolgebouw oorspronkelijk bedoeld is voor 400 mensen, wonen er ondertussen al 1600. 1599 mannen en één vrouw.

De grootste groep vluchtelingen zijn de Somali, maar er zijn ook veel Eritreërs, Ethiopiërs en Sudanezen. Allemaal afkomstig uit regio's waar het onrustig is geweest of nog steeds is. De mensen die in dit centrum verblijven, kunnen worden beschouwd als echte overlevers: voor elke vluchteling die hier zit, zijn er vier omgekomen op zee.

Terry Gosden, sinds vier jaar de manager van het open centrum, leidt de studenten rond: "Kijk naar het terrein hier, we zitten weggestopt in het havengebied, het water dat hier stroomt is verontreinigd en het gebouw is veel te klein voor alle mensen die het moet huisvesten." Maar hij vertelt ook enthousiast over de orale cultuur van de Somali's: "Elke Somali kan zijn familiestamboom tot 200 jaar terug opnoemen. Mensen hebben een fenomenaal geheugen. Maar ze hebben stuk voor stuk vreselijke dingen meegemaakt. En er bestaat geen psychologisch model om deze mensen te helpen. De ons bekende benaderingen schieten in dit geval ernstig tekort."

Hal Far

 

Dat het relatief goed gaat met de mensen in Marsa schrijft Terry Gosden toe aan het ‘management-model' dat hij ontwikkelde.

Gosden werkt met een multiculturele staf van vrijwilligers uit Europa (Maltezen, Nederlanders, Amerikanen) en heeft uit elke bevolkingsgroep die is vertegenwoordigd binnen het centrum een zogenaamde 'cultural advisor' opgenomen in zijn staf. Hiërarchie ontbreekt, waardoor de Somalische, Ethiopische, Eritrese en Soedanese stafleden op gelijke voet staan met Gosden en de rest van de mensen die het centrum runnen. 

Zo ontstaat een uitwisseling van culturele waarden, waardoor het wederzijds respect groot blijft en conflicten uitblijven. Dat de sfeer geladen blijft blijkt als Gosden even aan de slag moet om een geestelijk instabiele inwoner van het centrum te gaan bezoeken. Er is opwinding in het kamp omdat er mensen moeten vertrekken.

Naast Marsa is er nog een centrum in Hal Far. Hier zijn de condities nog schrijnender. Ten eerst omdat de vluchtelingen hier in legertenten verblijven, alsof ze in een oorlogsgebied op Europese bodem leven. Ten tweede omdat dit kamp naast het vliegveld ligt, waardoor de naar Europa vertrekkende vliegtuigen letterlijk aan het oog voorbijtrekken. En Europa, dat is hun enige toevluchtsoord aangezien teruggaan naar een oorlogsgebied geen optie is.

Oplossingen?

Tijdens de laatste dag van de studiereis werden de ervaringen van de deelnemers besproken in de groep en werd er gezocht naar mogelijke oplossingen voor het probleem. Wat opviel was dat de meeste deelnemers weinig mogelijkheden zagen om vluchtelingen in hun eigen land op te nemen.

Zo zei een Tunesische deelnemer dat het voor zijn land onmogelijk was mensen toe te laten zonder hulp van de EU: "Tunesië heeft nauwelijks middelen om vluchtelingen op te vangen, het land leeft van toerisme en is amper in staat zichzelf te bedruipen. Daarom worden de grenzen hier potdicht gehouden. Ik heb zelf een boot zien aanspoelen in de plaats waar ik woon, ze waren vanuit Libië vertrokken. De mensen uit de boot werden wel opgevangen maar wilden hier niet zijn."

In Cairo waren er op een gegeven moment vluchtelingen uit Darfur die hun tenten hadden opgezet op een groot plein midden in de stad. Maar die situatie kon inderdaad niet voortduren en velen van hen gingen door naar Israël. De deelnemers uit Spanje vertelden dat hun land al veel vluchtelingen opvangt.

EU-beleid

Waarvoor werd gepleit tijdens de studiereis was dat er behoefte was aan een meer coherent EU-beleid ten aanzien van illegale migratie. Maar ook is de toestroom van vluchtelingen naar Europa oneerlijk verdeeld tussen Mediterrane landen zoals Spanje, Italië en Malta, en de meer noordelijk gelegen landen. Daarom zou er een herziening moeten komen van de Dublin-akkoorden. Deze vorm van ‘burden sharing' zou de problematiek op Malta zeker verlichten.

Verder moet er meer geld beschikbaar gemaakt worden om de detentie van asielzoekers te beperken. De nu gangbare periode van anderhalf jaar is onmenselijk lang. Bovendien is er een sterke behoefte om de Maltese bevolking beter te informeren over het wel en wee van de vluchtelingen, en integratie in de maatschappij te bevorderen.

In het vervolg van het project 'Destination Europe' zal ook aan andere aspecten van illegale migratie naar Europa aandacht worden besteed, zoals mensensmokkel door Noord-Afrikaanse landen en de opvang van asielzoekers in Spanje.


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa