Wetgeving Kabinet-Heemskerk (1908-1913)

  • 1908 
    Wet tot invoering van de wettelijk tijd. Hierdoor wordt een einde gemaakt aan het hanteren van per regio verschillende tijden. Als wettelijk tijd wordt gekozen de Amsterdamse Tijd, die 25 minuten afwijkt van de Midden-Europese Tijd.

  • 1908 
    Rivierenwet. Deze bepaalt dat bepaalde werken in het zomer- en winterbed niet zonder vergunning mogen plaatsvinden (bijv. het storten van puin en bagger, het planten van hout, riet of biezen en het aanleggen van dijken en kades). Deze beperking geldt niet voor werken die door het Rijk worden uitgevoerd.

  • 1911 
    Wijziging van de Arbeidswet 1889, waardoor vrouwen- en kinderarbeid verder worden beperkt. De arbeidsduur voor vrouwen en jeugdigen werd beperkt tot 10 uur per dag (en maximaal 58 uren per week). Nachtarbeid door vrouwen werd verboden, evenals arbeid door gehuwde vrouwen op zaterdag na 13:00 uur.

  • 1911 
    Minister Regout brengt de Zedelijkswetgeving tot stand. Er worden bepalingen in het Wetboek van Strafrecht opgenomen over abortus provocatus, pornografie, homosexualiteit, voorbehoedsmiddelen, verleiding van minderjarigen en gokken.

  • 1912 
    Nieuwe Auteurswet, die makers of rechtverkrijgenden van letterkundige, wetenschappelijk of kunstzinnige werken beschermd tegen ongewenste ververmenigvuldingen. Het auteursrecht is overerfbaar, en kan slechts bij akte worden overgedragen. Inbreukmaken op het auteursrecht is strafbaar.

  • 1912 
    De Vogelwet biedt bescherming aan alle in Europa in het wild levende vogels, uitgezonderd vogels die schadellijk zijn voor land-, tuin- en bosbouw.

  • 1913 
    Sociale-verzekeringswetten Talma. Talma brengt de Ziekte- en Radenwet en de Invaliditeits- en Ouderdomswet tot stand. Deze wetten roepen voor arbeiders in loondienst verzekeringen in het leven tegen ziekte, ongevallen op het werk en ouderdom (70 jaar en ouder). Met de uitvoering worden Raden van Arbeid belast. De wetten werden pas na enkele jaren ingevoerd (de Ziektewet pas in 1930). Een voorstel van Talma om de arbeidstijden in het bakkersbedrijf te regelen wordt door de Tweede Kamer verworpen.

  • 1912 
    Legerwetten-Colijn. Dit zijn een wijziging van de Militiewet en de nieuwe Landstorm- en Landweerwet. Deze wetten zorgen voor een legerhervorming: de jaarlijkse lichting wordt 23.000 man, dienstplichtigen dienen vijf jaar bij de militie en zes jaar bij de landweer. Niet militie- of landweerplichtigen maken tot hun veertigste deel uit van de Landstorm, die alleen in buitengewone omstandigheden wordt opgeroepen.