Wetgeving Kabinet-Drees I (1948-1951)

  • 1948 
    Noodwet-Indonesië, waarbij de functie van Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon werd gecreëerd en federale organen werden ingesteld.

  • 1948 
    Een partiële Grondwetsherziening maakt voorbereiding en vestiging van een nieuwe rechtsorde in Nederlands-Indië mogelijk en roept verder het instituut van staatssecretaris in het leven.

  • 1948 
    De Totalisatorwet komt tot stand. Hierdoor wordt wedden bij paardenracen via een totalisator weer mogelijk. Er wordt een maximuminzet vastgesteld.

  • 1949 
    Nederland treedt toe tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).

  • 1949 
    Werkloosheidswet (WW). Er wordt een verplichte verzekering (80% van het laatst verdiende loon voor gehuwden) voor werknemers tegen (tijdelijke) tegen werkloosheid ingevoerd. De premie wordt door het Rijk, en werkgevers en werknemers betaald. De wet wordt uitgevoerd door bedrijfsverenigingen.

  • 1949 
    Deelname aan pensioenfonds wordt verplicht. De minister van Sociale Zaken krijgt de bevoegdheid alle of bepaalde groepen van bedrijfsgenoten te verplichten deel te nemen in een bedrijfspensioenfonds.

  • 1949 
    Soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië (27 december), met uitzondering van Nieuw-Guinea. De Republiek Indonesia wordt onafhankelijk. Er komt wel een Nederlands-Indonesische Unie, met koningin Juliana aan het hoofd. Deze Unie zal in de praktijk geen betekenis hebben, en enige jaren later eenzijdig door Indonesië worden opgezegd.

  • 1950 
    De Wet op de Bedrijfsorganisatie, waarbij de Sociaal-Economische Raad werd ingesteld en de instelling van product-, hoofdbedrijf- en bedrijfsschappen mogelijk wordt. Hiermee komt er een basis voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie met verordenende bevoegdheden voor de bedrijfsorganen.

  • 1950 
    De Wet gemeenschappelijke regelingen maakt het voor een gemeente mogelijk samen met één of meer andere gemeenten regelingen te treffen voor de behartiging van bepaalde belangen.

  • 1950 
    Wet op de ondernemingsraden. Deze wet verplicht de directeur van een onderneming met 25 of meer werknemers een ondernemingsraad (OR) in te stellen. De OR, die bestaat uit vertegenwoordigers van het personeel, moet bijdragen aan het zo goed mogelijk functioneren van de onderneming en kan door het personeel naar voren gebrachte wensen of bezwaren behandelen. Verder moet er met de OR overleg worden gepleegd over werkroosters, vakantietijden etc.

  • 1950 
    De Wet op de Economische Delicten bevat regels over de opsporing, vervolging en berechting van economische delicten op het gebied van voedselvoorziening, prijzen en distributie. Er komen bijzondere politierechters en opsporingsambtenaren.

  • 1950 
    Voorlopige regeling inzake het Nationale Plan en streekplannen, die bepaalt dat de Kroon een nationaal plan voor de ruimtelijke ordening moet vaststellen en Gedeputeerde Staten streekplannen. Tegen streekplannen kan door belanghebbenden bij de minister bezwaar worden aangetekend.

  • 1950 
    Loterijwet. De staatsloterij en het loterijwezen worden onder één wet gebracht. Voortzetting van particuliere loterijen wordt verboden.