EP akkoord over rapport-Lagendijk inzake Conflictpreventie als coherentiebeginsel van het Europees buitenlands beleid

donderdag 13 december 2001, Joost LAGENDIJK

Joost LAGENDIJK (GROENEN/EVA, NL)

Mededeling van de Commissie inzake conflictpreventie

 

Doc.: A5-0394/2001

Procedure : Niet-wetgevende raadpleging

Debat : 12 december 2001

Stemming: 13 december 2001

Verslag aangenomen

Het Parlement is in navolging van rapporteur Joost LAGENDIJK (GROENEN/EVA, NL) ingenomen met de mededeling van de Commissie over conflictpreventie en is dan ook van mening dat dit een essentiële stap is naar het zoeken van manieren om het beleid van de EU coherenter te maken en daarin conflictpreventiedoelstellingen te integreren.

Naar het oordeel van het Parlement komt in deze mededeling een aantal onderwerpen onvoldoende aan de orde. Meer aandacht had er moeten zijn voor zaken als het gebrek aan flexibiliteit van het huidige pijlersysteem van conflictpreventie; de noodzaak om de interinstitutionele samenwerking te versterken en afstand te doen van het gefragmenteerde, op pijlers stoelende beleid; de problemen om zich te verzekeren van de samenwerking van de lidstaten; de verschillen in timing van civiele en militaire programma's; de noodzaak van een aanzienlijke interne capaciteitsopbouw en het ontbreken van een echte strategische en operationele coördinatie met NGO's en andere actoren in de civil society.

In navolging van eerdere verzoeken van het Parlement wordt opnieuw een oproep gedaan om een Europees civiel vredeskorps op te richten. Een dergelijk vredeskorps moet passen in het kader van het Rapid Reaction Mechanism van de Europese Commissie, en heeft tot taak de opleiding en inzet van civiele specialisten op Europees niveau te coördineren, praktische vredeshandhavende maatregelen uit te voeren, zoals arbitrage, bemiddeling, distributie van onpartijdige informatie, traumaverwerking, en opbouwen van vertrouwen tussen de oorlogspartijen, humanitaire hulp, reïntegratie, rehabilitatie, wederopbouw, onderwijs en bewaking en verbetering van de mensenrechtensituatie, met inbegrip van adequate flankerende maatregelen.