EP stemt in met rapport-Van den Burg over regels prudentieel toezicht na Worldcom- en Enronschandalen
Ieke VAN DEN BURG (PES, NL)
Regels voor prudentieel toezicht in Europese Unie
Doc.: A5-0370/2002
Procedure : Initiatief
Debat : 20 november 2002
Stemming : 21 november 2002
Verslag aangenomen (334/36/24)
Het Parlement vindt dat Europa moet inspelen op de corrigerende maatregelen die in de VS zijn getroffen in de nasleep van het Enron- en WorldComschandaal door zijn eigen financiële regelgevings- en controlestructuren te versterken. Daarvoor zou het toezicht op de verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen moeten worden samengevoegd. Effectief toezicht kan bereikt worden door behalve bedrijfseconomische toezichthouders die zich bezighouden met de rentabiliteit en soliditeit van financiële instellingen, ook toezichthouders voor het zakenverkeer aan te stellen, die zich toeleggen op de bescherming van kleine investeerders.
Het Parlement wijst erop dat buitensporige bonus- en optieregelingen wellicht hebben bijgedragen tot meer risicogedrag en winstbejag op de korte termijn. Om het toezicht op het bank- en verzekeringswezen te verbeteren, zouden teams van onafhankelijke interne controleurs bij de grootste Europese banken, verzekeringsmaatschappijen en financiële conglomeraten geïnstalleerd moeten worden. Met betrekking tot de gerechtelijke procedures betreurt het Parlement het gebrek aan know-how over financiële marktvraagstukken bij het justitieel apparaat en roept het de lidstaten op gespecialiseerde teams van rechters en openbare aanklagers op te zetten. Ook worden alle mogelijke initiatieven om geschillen buiten de rechtbank op te lossen verwelkomd.
Het Parlement pleit voor een Europees opleidingscentrum voor toezichthouders en een actief beleid van onderlinge uitwisseling van personeel van nationale toezichthouders te ontwikkelen. Er moet een gemeenschappelijke databank komen waarin de voornaamste bedrijfseconomische gegevens van Europese financiële instellingen worden samengebracht en die toegankelijk is voor het publiek.
Wat de rol van de Europese Commissie betreft, hoopt het Parlement dat het toenemende gebruik van de comitologieprocedure geen indirecte manier is om de verantwoordelijkheden van de Commissie op het gebied van wetgeving uit te besteden aan regelgevende comités. Het staat geenszins vast dat de zogenaamde Lamfalussy-procedure, die ten doel heeft het wetgevingsproces in de EU te versnellen door bestaande comitologieprocedures uit te breiden en te reorganiseren, dringend moet worden uitgebreid. Het EP wenst van de Commissie stelselmatige evaluaties van het effect van de opgestelde EU-wetgeving en dringt aan op de jaarlijkse publicatie van een scorebord waarop de door de toezichthouders geleverde prestaties worden aangegeven. Tenslotte verzoekt het Parlement de Commissie strenger op te treden tegen nationale kartels in de financiële sector.