Resultaten Europese Raad

donderdag 23 oktober 2003

Gezamenlijke ontwerpresolutie over de resultaten van de op 16/17 oktober 2003 in Brussel gehouden bijeenkomst van de Europese Raad

Doc.: RC5-0457/2003

Procedure : Ontwerpresolutie

Debat : 22 oktober 2003

Stemming : 23 oktober 2003

Ontwerpresolutie aangenomen

Naar aanleiding van de Europese Raad van 16-17 oktober 2003 in Brussel, neemt het Parlement een resolutie aan. Daarin bevestigt het dat de Intergouvernementele Conferentie tot mislukken gedoemd is als aan de door de Europese Conventie bereikte consensus wordt getornd. Het EP verzet zich met name tegen schrapping van de Wetgevingsraad.

Met betrekking tot het aanzwengelen van de economie onderschrijft het Parlement de opvatting dat het beleid gericht moet blijven op het scheppen van werkgelegenheid en duurzame groei. Om dit te bereiken moeten de hoofdprioriteiten blijven: voortzetting van een gezond macro-economisch beleid binnen het kader van het Stabiliteits- en Groeipact. De leden benadrukken dat het aanjagen van investeringen in kernprojecten (op de gebieden transport, energie, telecommunicatie, IT en Onderzoek & Ontwikkeling) alléén, noch de acute noch de langetermijnproblemen van de Europese economie kan oplossen. De Europese Raad van december moet zich concentreren op verwezenlijking van de bestaande doelstellingen van de Lissabon-agenda teneinde van Europa de meest concurrerende kenniseconomie van de wereld te maken.

Op het gebied van justitie en binnenlandse zaken is het Parlement verheugd over de bereidheid van de Raad om het beheer van de buitengrenzen te versterken, en is er voorstander van de nodige middelen toe te wijzen om te voorzien in de dringendste behoeften op dit gebied. Het EP neemt kennis van het verzoek van de Europese Raad betreffende de oprichting van een grenscontrole-agentschap, maar is zelf eerder voorstander van de instelling van een operationele structuur die de voorbode moet vormen van een EU-grensbewakingskorps bestaande uit speciale nationale eenheden.

Op migratiegebied is het EP van mening dat iedere lidstaat zelf moet beslissen over het aantal personen dat hij tot zijn grondgebied toelaat. De Unie moet eventuele quota enkel kunnen toepassen in het kader van onderhandelingen met derde landen. De Raad Justitie en Binnenlandse Zaken moet spoedig overeenstemming bereiken over de basiswetgeving met betrekking tot een gemeenschappelijke Europese asielregeling op basis van strenge beschermingscriteria. Het EP dringt aan op de goedkeuring van de voorgestelde wetgevingsmaatregelen inzake immigratie (zoals de richtlijnen met betrekking tot de toelating van onderdanen van derde landen en de toekenning van de langdurige verblijfsstatus).

Wat betreft de externe betrekkingen gaat het Parlement in op de Wereldhandelsorganisatie, de noordelijke dimensie, het Middellandse-Zeegebied, het Midden-Oosten, Irak, Iran, de Arabische wereld, Kosovo, Moldavië en het gebied van de Grote Meren. De leden beschouwen resolutie 1511 van de VN-Veiligheidsraad slechts als een eerste stap naar het herstel van de internationale legitimiteit van het bestuur van het naoorlogse Irak. De parlementsleden wijzen op:

  • de centrale rol die door de Verenigde Naties moet worden vervuld;
  • de noodzaak het gezag zo spoedig mogelijk over te dragen aan de vertegenwoordigers van het Iraakse volk;
  • de noodzakelijke garanties voor hulp bij de wederopbouw via een multilateraal en transparant fonds.

Het EP is ontzet over de aanhoudende hechtenis van circa 26 Europese burgers en ingezetenen in Guantanamo Bay in Cuba, en over de aanhoudende hechtenis van alle 600 gevangenen in het algemeen. Het Parlement noemt de situatie onaanvaardbaar en beschouwt de nalatigheid van de regeringsleiders van de EU en het Voorzitterschap van de Raad om de kwestie ook maar te bespreken als een schandaal. Daarom dringt het EP er bij het Italiaanse Voorzitterschap op aan deze kwestie en het recht van de gevangenen op een eerlijk proces bij iedere gelegenheid bij de regering van de VS aan te kaarten en op de agenda van de volgende topontmoeting EU-VS te plaatsen.

De leden juichen toe dat Iran bereid is het aanvullend protocol van het Internationaal Atoomagentschap te ondertekenen, nadat overeenstemming is bereikt met de drie ministers van Buitenlandse Zaken van de EU die het land hebben bezocht. Ook feliciteren de leden mevrouw Shirin Ebadi met de toekenning van de Nobelprijs voor de vrede als erkenning voor haar inzet voor de democratie en de verdediging van de mensenrechten in Iran.