EP stemt over rapport-Oostlander inzake mogelijke toetreding Turkije tot EU

donderdag 1 april 2004, Arie OOSTLANDER

Arie OOSTLANDER (EVP/ED, NL)

Verslag over het periodieke verslag 2003 inzake de vorderingen op het gebied van de toetreding van Turkije

Doc.: A5-0204/2004

Procedure : Initiatief

Debat : 1 april 2004

Stemming: 1 april 2004

Verslag aangenomen (211-84-46)

Het Parlement is ingenomen met de politieke wil van de AKP-regering en de grote meerderheid van de volksvertegenwoordiging om de voor Turkije revolutionaire hervormingen door te voeren, niet alleen om te voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen, maar ook om de economische, sociale en politieke omstandigheden van de Turkse bevolking te verbeteren. Het EP wijst erop dat deze hervormingen slechts beoordeeld kunnen worden op hun daadwerkelijke omzetting in de dagelijkse praktijk en dat ze gedragen moeten worden door de samenleving. Dit is een proces van lange adem waarbij Turkije fundamentele beslissingen moet nemen waarvoor Europese hulp onontbeerlijk blijft .

Het Parlement is van mening dat, onder verwijzing naar het laatste voortgangsrapport van de Commissie, op tal van gebieden hervormingen zijn doorgevoerd die belangrijke stappen zijn, maar dat er nog vele volgende stappen moeten worden genomen. Het EP meent dat de pretoetredingsstrategie van de Commissie, door middel van een systematische aanpak van het rechtsstatelijke en democratische tekort, de absolute prioriteit van de politieke criteria van Kopenhagen voor EU-lidstaten bevestigt. In dat verband is de terugdringing van de politieke en maatschappelijke macht van het leger een zwaar, maar onontkoombaar proces. Er moeten stappen worden gezet om de rol van de Nationale Veiligheidsraad te herzien. Elke verwijzing in de grondwet naar de huidige rol ervan moet worden geschrapt.

Het Parlement wijst verder op het feit dat de vakbondsvrijheid in Turkije niet volledig gewaarborgd is en dat de sociale dialoog uitermate beperkt blijft. Het EP beklemtoont de noodzaak van onmiddellijke actie door de Turkse autoriteiten om de restrictieve bepalingen op te heffen en de wetgeving inzake vakbonden aan te passen aan die in andere EU-lidstaten.

Het EP is ingenomen met de binnen de regering, het parlement en de rechterlijke macht geuite wens de staatsveiligheidshoven af te schaffen. Het EP roept de Turkse regering op het parlement zo snel mogelijk een voorstel voor te leggen. Daarnaast juicht het Parlement het Turkse lidmaatschap van GRECO (groep van staten tegen corruptie) van de Raad van Europa toe. De inspanningen gericht op de bestrijding van de corruptie moeten worden voortgezet, omdat dit verschijnsel in talloze sectoren van het openbare leven nog steeds zeer wijdverbreid is. Voorts roept het EP Turkije op de besluiten van het Europese Hof voor de rechten van de mens uit te voeren. Volgens het Parlement is er geen ruimte voor een vrijblijvende houding en een eigen interpretatie. Het Parlement beveelt de Turkse autoriteiten ook aan het Statuut van het Internationaal Strafhof zo spoedig mogelijk te ondertekenen en te ratificeren.

De leden betreuren het verloop van de heropende rechtszaak tegen mevrouw Leyla Zana, winnares van de Sacharov-prijs, en drie andere voormalige afgevaardigden van de Partij van de Democratie (DEP). De leden wijzen erop dat deze zaak een symbool vormt van de kloof tussen het Turkse rechtssysteem en dat van de EU. Het EP spreekt nogmaals de wens uit dat politieke gevangenen amnestie krijgen.

De afgevaardigden betreuren de politieke vervolgingen en het verbod van politieke partijen als de HADEP en de DEHAP, die een schending betekenen van de vrijheid van meningsuiting, organisatie en vergadering. De leden wensen dat het kiesstelsel wordt hervormd door verlaging van de kiesdrempel van tien procent, zodat meer politieke partijen vertegenwoordigd zijn in de Grote Nationale Vergadering, ook overwegend Koerdische partijen.

Wat de mensenrechtensituatie en de bescherming van minderheden betreft, constateert het Parlement dat er nog steeds martelpraktijken en mishandeling plaatsvinden. Het EP betreurt de geringe voortgang bij het berechten van folteraars en dringt aan op opleidingsmaatregelen om een mentaliteitsverandering bij politie en ordetroepen teweeg te brengen. De Turkse autoriteiten worden opgeroepen meer inspanningen te leveren voor de snelle tenuitvoerlegging van wijzigingen in de wetgeving betreffende de culturele rechten, die onderwijs in en het gebruik van andere talen dan het Turks in de media mogelijk maken.

Het Parlement maakt zich zorgen over het feit dat geweld in huiselijke kring en andere vormen van geweld tegen vrouwen nog steeds op grote schaal voorkomen. Daarom dringt het EP er bij Turkije op aan om volledige wettelijke bescherming, rechtsbijstand en economische steun aan de slachtoffers te verlenen alsook te zorgen voor blijf-van-mijn-lijfhuizen en soortgelijke faciliteiten, die vrijwel ontbreken. Verder wordt Turkije verzocht een eind te maken aan de praktijk dat traditie en gewoontes in zaken van 'eremisdrijven' als verzachtende omstandigheden worden aangemerkt. Dergelijke misdrijven zouden moeten worden beschouwd als moord met voorbedachten rade. Ook wordt Turkije verzocht het woord maagdelijkheid te schrappen bij de bepalingen over aanranding en verkrachting in het Wetboek van Strafrecht.

Het Parlement betreurt dat aanklagers gebruik blijven maken van voorzieningen in het Wetboek van Strafrecht en in de Antiterrorismewet met als doel de vrijheid van meningsuiting te beperken. Het EP betreurt ook dat er op het gebied van de godsdienstvrijheid nog weinig is verbeterd. Het is voor Syrisch-Orthodoxen in verband met veiligheids-, economische en sociale redenen nog steeds zeer moeilijk zich te hervestigen in Zuidoost-Turkije. Het Parlement betreurt tevens de onveranderde situatie met betrekking tot de dorpswachters in Koerdische en Syrisch-Orthodoxe dorpen. De Vergadering steunt verder het protest van Turkse intellectuelen en NGO's tegen de circulaire van het ministerie van Onderwijs van 14 april 2003 en sluit zich aan bij deze protesten tegen het gebruik van de geschiedenis als middel om de jeugd te indoctrineren met opinies die met rassenhaat zijn doorspekt.

Ten aanzien van het Cyprusconflict blijft het Parlement erbij dat de oplossing ervan een essentiële voorwaarde vormt voor vooruitgang met betrekking tot de Turkse kandidatuur voor EU-toetreding. Het EP verwelkomt de inzet van de nieuwe 'regering' op Noord-Cyprus voor het bereiken van een oplossing vóór 1 mei. Het Parlement dringt er bij de Turkse autoriteiten op aan hun constructieve houding te handhaven om in de huidige onderhandelingsronde tot een oplossing te komen op basis van het Annan-plan in de vorm van een eerlijke, duurzame en praktische oplossing van de kwestie-Cyprus. Turkije wordt verzocht overeenkomstig de VN-resoluties zijn bezettingstroepen volgens een vast tijdschema terug te trekken.