Rapport-Van Hulten over kwijting begroting Europees Parlement 2002

woensdag 21 april 2004, Michiel VAN HULTEN

Michiel VAN HULTEN (PES, NL)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002

Doc.: A5-0218/2004

Procedure : Kwijting

Debat : 20 april 2004

Stemming : 21 april 2004

Verslag aangenomen (436-34-48)

Het Europees Parlement verleent de secretaris-generaal van het Parlement kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002. In een bijgaande resolutie doet het EP een aantal aanbevelingen. Zo roept het EP het Bureau op, de regels inzake het gebruik van middelen ter dekking van de uitgaven van de politieke groepen meer in lijn te brengen met de bepalingen van het Financieel Reglement. Elke afwijking van de algemene voorschriften van het Financieel Reglement moet gebaseerd zijn op verstandige juridische en praktische overwegingen. Het Parlement vindt dat de verantwoordingsplicht moet worden aangescherpt en dat dit ook moet gelden voor de politieke autoriteiten wanneer zij besluiten nemen die belangrijke financiële consequenties hebben.

Met betrekking tot de vergoedingen voor de leden, betreurt het EP het feit dat de Raad het Statuut van de Leden niet heeft goedgekeurd. Dit doet evenwel niets af aan de plicht van het Parlement om op een eerlijke en transparante manier met de Europese middelen om te gaan. Het EP verwijst naar de aanbeveling van de Rekenkamer dat er geen verschil mag zijn tussen de reiskosten die het Parlement uitbetaalt en de werkelijke door een lid gemaakte kosten. Het EP verzoekt zijn Bureau en de Quaestoren dan ook om over te gaan tot een herziening van het gehele systeem van de kosten en vergoedingen van de leden. Aan het begin van de volgende zittingsperiode moeten nieuwe regels in werking treden, die onder meer moeten voorzien in de vergoeding van reiskosten op basis van werkelijk gemaakte kosten.

Het Parlement is van mening dat de leden moeten worden verplicht de administratie van het Parlement een jaarlijkse verklaring van een gecertificeerde accountant te overleggen die bevestigt dat de vergoeding is gebruikt in overeenstemming met de desbetreffende regels . Verder is het EP van mening dat het centrale register dat beschikbaar is voor ondertekening door de leden voortdurend onder toezicht moet staan van een ambtenaar van het Parlement. Het EP stelt overigens vast dat dit thans het geval is. Voorts moet de separate taxivergoeding worden afgeschaft, omdat de verblijfsvergoeding reeds in taxikosten voorziet.

Tenslotte verzoekt het EP de Administratie van het EP en het College van Quaestoren met ingang van 1 mei 2004 voor alle publieke ruimtes in de gebouwen van het Parlement een rookverbod in te voeren. Voor rokers moeten speciale rokersruimten worden ingericht.