EP akkoord met Rapport-Wortmann inzake bestraffing van illegale lozingen op zee

woensdag 23 februari 2005, Margie SUDRE

Corien WORTMANN-KOOL (EVP-ED, NL)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt met het oog op de aanneming van de richtlijn inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken

Doc.: A6-0015/2005

Procedure : Medebeslissing, tweede lezing

Debat : 22 februari 2005

Stemming : 23 februari 2005

Gemeenschappelijk standpunt aangenomen

  

Illegale lozingen op zee die opzettelijk plaatsvinden of het gevolg zijn van ernstige nalatigheid of van roekeloosheid, zullen binnenkort strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Het Parlement neemt het verslag aan van rapporteur Corien WORTMANN-KOOL (EVP-ED, NL) en steunt daarmee het akkoord dat de rapporteur een week geleden met de Raad heeft bereikt. Onder de nieuwe richtlijn wordt het mogelijk personen die verantwoordelijk zijn voor illegale lozingen op zee, strafrechtelijke of administratieve sancties op te leggen, waaronder zware boetes en gevangenisstraffen. Deze sancties kunnen niet alleen aan scheepsbemanningen, maar aan overtreders in de gehele keten (bijvoorbeeld havenautoriteiten), worden opgelegd. Dit is relevant wanneer een havenautoriteit een schip in nood de toegang tot een haven of een veilige ankerplaats weigert en dit leidt tot het ontstaan of erger worden van milieuvervuiling.

Conform een oude wens van het EP zal de Europese Commissie vóór eind 2006 een haalbaarheidsstudie verrichten naar de oprichting van een Europese kustwacht voor de preventie en bestrijding van milieuvervuiling op zee. Deze studie moet, indien ze positief uitvalt, worden gevolgd door een voorstel voor een Europese kustwacht.

De richtlijn voorziet voorts in de definiëring van een aantal taken voor het Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid, dat met de lidstaten moet samenwerken op het gebied van technische zaken, zoals bij het opsporen van illegale lozingen door middel van satellietmonitoring en toezicht. Het agentschap wordt ook ingezet om de Commissie te ondersteunen in de uitvoering van de bepalingen van de richtlijn, daaronder begrepen bezoeken aan de lidstaten.

Het bereikte akkoord met de Raad houdt in, dat de wetgevende procedure in tweede lezing wordt afgesloten en derhalve geen verzoeningsprocedure nodig is.