EP stemt over oprichting Europese diplomatieke dienst

donderdag 26 mei 2005, Jo LEINEN

Jo LEINEN (PES, DE), namens de Commissie constitutionele zaken

Ontwerpresolutie over de institutionele aspecten van de oprichting van een Europese Dienst voor externe acties

Doc.: B6-0320/2005

Procedure : Ontwerpresolutie

Debat : 11 mei 2005

Stemming : 26 mei 2005

Ontwerpresolutie aangenomen

Het Parlement verzoekt de Commissie bij de voorbereidende werkzaamheden bij de oprichting van een Europese dienst voor externe actie haar volle gewicht in te zetten voor de handhaving van het communautaire model op het gebied van de externe betrekkingen. Het EP is ervan overtuigd dat de Europese diplomatieke dienst met name in organisatorisch, administratief en budgettair opzicht in de diensten van de Commissie moet worden geïntegreerd. De leidinggevende bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken moeten garanderen dat de dienst onderworpen is aan de besluiten van de Raad op het gebied van het 'klassieke' externe beleid en aan de besluiten van de Commissie op het gebied van externe betrekkingen.

Het Parlement verzoekt de Commissie vast te houden aan de naleving van de volgende beginselen:

  • het personeel van de Europese diplomatieke dienst moet op evenwichtige wijze samengesteld worden uit ambtenaren die afkomstig zijn van de Commissie, het secretariaat van de Raad en de nationale diplomatieke diensten;
  • de opzet van de dienst moet een coherent optreden van de Unie in de externe betrekkingen waarborgen;
  • het is niet nodig om alle directoraten-generaal van de Commissie bevoegdheden op het gebied van de externe betrekkingen te ontnemen. In het aan de Europese Raad voorgelegde voortgangsverslag moet met betrekking tot de betrokken diensten (met name de directoraten-generaal handel, ontwikkeling en uitbreiding, het bureau voor samenwerking EuropeAid, het bureau voor humanitaire hulp en de diensten van het directoraat-generaal economische en monetaire zaken die met dit onderwerp te maken hebben) een basis voor een discussie worden gepresenteerd;
  • de in derde landen bestaande delegaties van de Commissie en contactpunten van de Raad dienen te worden samengevoegd tot 'ambassades van de Unie' en onder leiding te staan van ambtenaren van de dienst voor externe actie die onder het gezag van de minister van Buitenlandse Zaken staan, maar in administratief opzicht tot de diensten van de Commissie behoren. Dit sluit niet uit dat deskundigen van deze delegaties afkomstig zijn van andere directoraten-generaal van de Commissie of het Parlement.