Artikel I-28: Het Hof van Justitie van de Europese Unie

I-27
Artikel I-28
I-29
  • 1. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat het Hof van Justitie, de Rechtbank van de Europese Unie en gespecialiseerde rechtbanken. Het Hof verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet.

    De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om effectieve rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te waarborgen.

  • 3. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie doet uitspraak overeenkomstig het bepaalde van deel III:
    • a) 
      inzake door een lidstaat, een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep;
    • b) 
      geeft, op verzoek van de nationale rechterlijke instanties, prejudiciële beslissingen over de uitlegging van het recht van de Unie en over de geldigheid van de handelingen van de instellingen;
    • c) 
      doet uitspraak inzake de andere in de Grondwet bepaalde gevallen.
 

1.

Ontwikkeling artikel

1984
  • 1. 
    Het Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van dit Verdrag en van de uit hoofde daarvan aangenomen besluiten.
  • 2. 
    De leden van het Hof worden voor de helft door het Parlement en voor de helft door de Raad van de Unie benoemd. Indien het aantal leden oneven is; benoemt het Parlement één lid meer dan de Raad.
  • 3. 
    De organisatie van het Hof, het aantal en de rechtspositie van zijn leden en de ambtsperiode worden geregeld bij een organieke wet, waarin tevens de procedure voor hun benoeming en de daarvoor vereiste meerderheden zijn vastgelegd. Tot de inwerkingtreding van deze wet zijn de ter zake geldende voorschriften van de communautaire Verdragen en de uitvoerings maatregelen daarvan van toepassing op het Hof van Justitie van de Unie.
  • 4. 
    Het Hof van Justitie stelt zijn Reglement van orde vast.

Toelichting

In de toelichting bij dit ontwerp-Verdrag becommentarieerde Spinelli de rol van het Europees Hof van Justitie in het institutionele systeem als volgt:

  • 27. 
    Het Hof van Justitie, aan de benoeming waarvan thans ook het Parlement deelneemt, verkrijgt uitgebreider bevoegdheden voor de uniforme interpretatie van het recht (cassatie van interne arresten in tegenstelling tot het communautair recht) en voor de bescherming van de fundamentele rechten.
1994

De taken van het Hof van Justitie zijn omschreven in de artikelen 36 t/m 39.

Het Hof van Justitie bestaat uit rechters en advocaten-generaal.

De rechters en de advocaten-generaal, gekozen uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden en aan alle gestelde eisen voldoen om in hun respectieve landen de hoogste gerechtelijke ambten te bekleden, of die bekend staan als kundige rechtsgeleerden, worden benoemd door het Europees Parlement, dat beslist met de meerderheid van zijn leden, en door de Raad voor een niet-verlengbaar mandaat van 9 jaar. De procedure voor deze benoeming wordt vastgesteld bij organieke wet.

2003
  • 1. 
    Het Hof van Justitie, met inbegrip van de Rechtbank van de Europese Unie, verzekert de eerbiediging van de Grondwet en van het recht van de Unie.

    De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om effectieve rechtsbescherming op het gebied van het recht van de Unie te waarborgen.

  • 2. 
    Het Hof van Justitie bestaat uit een rechter per lidstaat en wordt bijgestaan door advocatengeneraal. De Rechtbank van de Europese Unie bestaat uit ten minste een rechter per lidstaat: het aantal rechters wordt vastgesteld in het Statuut van het Hof van Justitie. De rechters van het Hof van Justitie en van de Rechtbank van de Europese Unie en de advocaten-generaal van het Hof van Justitie, gekozen uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden en voldoen aan de voorwaarden van artikel [XX] van deel II, worden in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten voor een ambtstermijn van zes jaar benoemd. De leden zijn herbenoembaar.
  • 3. 
    Het Hof van Justitie is bevoegd uitspraak te doen
    • inzake een door de Commissie, een lidstaat, een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep in de gevallen en op de wijze als aangegeven in artikel [YY] van deel II;
    • bij wijze van prejudiciële beslissing, op verzoek van de nationale rechterlijke instanties, over de uitlegging van het recht van de Unie of over de geldigheid van de handelingen van de instellingen;
    • beslissingen van de Rechtbank ingesteld hoger beroep of uitzonderlijkerwijs tot herziening van deze beslissingen, onder de voorwaarden van het Statuut van het Hof.

Voetnoot bij lid 2

Wat het Hof van Justitie betreft, heeft de door de heer Vitorino voorgezeten studiegroep ook de mogelijkheid besproken van een niet-hernieuwbare ambtstermijn van negen of twaalf jaar.

2003
  • 1. 
    Het Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet. Het Hof van Justitie omvat bovendien de Rechtbank van de Europese Unie en gespecialiseerde rechtbanken. De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om effectieve rechtsbescherming op het gebied van het recht van de Unie te waarborgen.
  • 3. 
    Het Hof van Justitie:
    • doet uitspraak inzake door een lidstaat, een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep overeenkomstig bepaalde van deel III;
    • geeft, op verzoek van de nationale rechterlijke instanties, prejudiciële beslissingen over de uitlegging van het recht van de Unie en over de geldigheid van de handelingen van de instellingen;
    • doet uitspraak inzake andere in de Grondwet voorziene gevallen.
2003
  • 1. 
    Het Hof van Justitie omvat het Europees Hof van Justitie, de Rechtbank van de Europese Unie en gespecialiseerde rechtbanken. Het Hof verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet.

    De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om effectieve rechtsbescherming op het gebied van het recht van de Unie te waarborgen.

  • 3. 
    Het Hof van Justitie:
    • doet uitspraak inzake door een lidstaat, een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep overeenkomstig bepaalde van deel III;
    • geeft, op verzoek van de nationale rechterlijke instanties, prejudiciële beslissingen over de uitlegging van het recht van de Unie en over de geldigheid van de handelingen van de instellingen;
    • doet uitspraak inzake andere in de Grondwet bepaalde gevallen.
2003
  • 1. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat het Hof van Justitie, de Rechtbank van de Europese Unie en gespecialiseerde rechtbanken. Het Hof verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet.

    De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om effectieve rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te waarborgen.

  • 3. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie doet uitspraak overeenkomstig het bepaalde van deel III:
    • a) 
      inzake door een lidstaat, een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep;
    • b) 
      geeft, op verzoek van de nationale rechterlijke instanties, prejudiciële beslissingen over de uitlegging van het recht van de Unie en over de geldigheid van de handelingen van de instellingen;
    • c) 
      doet uitspraak inzake de andere in de Grondwet bepaalde gevallen.
2004
  • 1. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat het Hof van Justitie, het Gerecht en gespecialiseerde rechtbanken. Het verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet.

    De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om daadwerkelijke rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren.

  • 3. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie doet uitspraak overeenkomstig deel III:
    • a) 
      inzake door een lidstaat, een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep;
    • b) 
      op verzoek van de nationale rechterlijke instanties bij wijze van prejudiciële beslissing over de uitlegging van het recht van de Unie en over de geldigheid van de handelingen van de instellingen;
    • c) 
      in de overige bij de Grondwet bepaalde gevallen.