Verordening 2019/942 - Agentschap van de EU voor de samenwerking tussen energieregulators (herschikking)

1.

Wettekst

14.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/22


VERORDENING (EU) 2019/942 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 5 juni 2019

tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators

(herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4), waarbij een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) werd opgericht, is ingrijpend gewijzigd (5). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, moet die verordening duidelijkheidshalve worden herschikt.

 

(2)

De oprichting van ACER heeft de coördinatie tussen de regulerende instanties over grensoverschrijdende aangelegenheden duidelijk verbeterd. Sinds zijn oprichting heeft ACER op grond van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6) nieuwe belangrijke taken gekregen op het gebied van het toezicht op groothandelsmarkten, op grond van Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) op het gebied van grensoverschrijdende energie-infrastructuur, en op grond van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad (8) op het gebied van veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid.

 

(3)

Verwacht wordt dat de behoefte aan coördinatie van de nationale regelgeving de komende jaren verder zal toenemen. Het energiesysteem van de Unie ondergaat momenteel zijn meest diepgaande verandering in tientallen jaren. Meer marktintegratie en de verandering naar een meer variabele elektriciteitsproductie vereist meer inspanningen om het nationale energiebeleid te coördineren met dat van buurlanden en meer inspanningen om de kansen van de grensoverschrijdende verkoop van elektriciteit te benutten.

 

(4)

Uit de ervaring met de tenuitvoerlegging van de interne markt blijkt dat ongecoördineerde nationale maatregelen kunnen leiden tot ernstige marktproblemen, met name in gebieden met veel interconnecties waar de besluiten van de lidstaten vaak een voelbaar effect hebben op hun buurlanden. Om de positieve effecten van de interne elektriciteitsmarkt voor het welzijn van de consument, de voorzieningszekerheid en het koolstofvrij maken te bereiken, moeten de lidstaten, en met name hun onafhankelijke regulerende instanties, samenwerken op het gebied van regelgeving met een grensoverschrijdend effect.

 

(5)

Gefragmenteerde nationale staatsinterventies in energiemarkten vormen een toenemend risico voor het goed functioneren van de grensoverschrijdende elektriciteitsmarkten. ACER moet daarom een rol krijgen bij de ontwikkeling van een gecoördineerde Europese hulpbrontoereikendheidbeoordeling, in nauwe samenwerking met het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders ("ENTSB voor elektriciteit"), om de problemen van gefragmenteerde nationale beoordelingen die verschillende ongecoördineerde methoden volgen en waarbij onvoldoende rekening wordt gehouden met de situatie in buurlanden, te vermijden. ACER moet ook toezicht houden op de technische parameters die door het ENTSB voor elektriciteit zijn ontwikkeld voor de efficiënte deelname van grensoverschrijdende capaciteiten en andere technische eigenschappen van capaciteitsmechanismen.

 

(6)

Ondanks de aanzienlijke vooruitgang die op het gebied van de integratie en de interconnectie op de interne elektriciteitsmarkt is geboekt, zijn sommige lidstaten of regio's nog steeds geïsoleerd of onvoldoende met elkaar verbonden, in het bijzonder insulaire lidstaten en lidstaten in de periferie van de Unie. ACER moet bij zijn werk zo nodig rekening houden met de specifieke situatie van deze lidstaten of regio's.

 

(7)

De zekerheid van de elektriciteitsvoorziening vereist een gecoördineerde aanpak om zich voor te bereiden op onverwachte voorzieningscrises. ACER moet derhalve de nationale acties in verband met risicoparaatheid coördineren, in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad (9).

 

(8)

Als gevolg van de sterke interconnectie van het elektriciteitsnet van de Unie en de toenemende noodzaak om samen te werken met buurlanden om netstabiliteit te behouden en grote hoeveelheden hernieuwbare energie in het net op te nemen, zullen regionale coördinatiecentra een belangrijke rol spelen bij de coördinatie van transmissiesysteembeheerders. ACER moet ervoor zorgen dat er, waar nodig, regelgevend toezicht is op de regionale coördinatiecentra.

 

(9)

Aangezien grote delen van de nieuwe elektriciteitsproductie op lokaal niveau zullen worden aangesloten, zullen distributiesysteembeheerders een belangrijke rol spelen bij de exploitatie van het Europese elektriciteitssysteem op flexibele en doeltreffende wijze.

 

(10)

De lidstaten moeten nauw samenwerken en de obstakels uit de weg ruimen voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en aardgas, teneinde de doelstellingen van het energiebeleid van de Unie te bereiken. ACER werd opgericht om de regelgevingskloof op het niveau van de Unie te dichten en bij te dragen tot een efficiënte werking van de interne markten voor elektriciteit en aardgas. ACER stelt regulerende instanties in staat op het niveau van de Unie intensiever samen te werken en op wederzijdse basis aan de uitvoering van Uniegerelateerde taken deel te nemen.

 

(11)

ACER moet ervoor zorgen dat de reguleringstaken die de regulerende instanties overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad (10) en Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) verrichten, op het niveau van de Unie naar behoren worden gecoördineerd en zo nodig aangevuld. Daartoe moet de onafhankelijkheid van ACER ten aanzien van elektriciteits- en gasproducenten, publieke of particuliere transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders en consumenten gewaarborgd worden, moet verzekerd worden dat zijn optreden met het recht van de Unie strookt en moeten zijn technische en regulerende capaciteiten, transparantie, ontvankelijkheid voor democratische controle, inclusief aflegging van rekenschap aan het Europees Parlement, en efficiëntie gewaarborgd zijn.

 

(12)

ACER moet toezicht uitoefenen op de regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders in de elektriciteit- en de gassector en op de uitvoering van de taken van het ENTSB voor elektriciteit en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas ("ENTSB voor gas"). ACER moet ook toezicht houden op de uitvoering van de taken van andere entiteiten met gereguleerde functies met een Uniebrede dimensie, zoals energiebeurzen. De betrokkenheid van ACER is van essentieel belang om te zorgen voor een efficiënte en transparante samenwerking tussen systeembeheerders en het functioneren van andere entiteiten met Uniebrede functies in het belang van de interne markten voor elektriciteit en aardgas.

 

(13)

De regulerende instanties moeten zorgen voor onderlinge coördinatie bij de uitvoering van hun taken, teneinde te garanderen dat het ENTSB voor elektriciteit en de Europese entiteit van distributiesysteembeheerders ("EU DSB-entiteit") en de regionale coördinatiecentra voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het regelgevingskader van de interne energiemarkt, en de besluiten van ACER naleven. Wegens de uitbreiding van de operationele verantwoordelijkheden van het ENTSB voor elektriciteit, de EU DSB-entiteiten de regionale coördinatiecentra moet het toezicht op dergelijke op regionaal of Europees niveau actieve entiteiten worden versterkt. De bij deze verordening vastgestelde procedure zorgt ervoor dat ACER de regulerende instanties ondersteunt bij de uitvoering van deze taken als bedoeld in Richtlijn (EU) 2019/944.

 

(14)

Om ervoor te zorgen dat ACER over de nodige informatie beschikt om zijn taken uit te voeren, moet het die informatie kunnen vragen aan en ontvangen van de regulerende instanties, het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, de regionale coördinatiecentra, de EU DSB-entiteit, de transmissiesysteembeheerders en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders.

 

(15)

ACER moet in samenwerking met de Commissie, de lidstaten en de betreffende nationale instanties toezien op de interne markten voor elektriciteit en aardgas, en het Europees Parlement, de Commissie en de nationale instanties zo nodig van zijn bevindingen op de hoogte stellen. Deze toezichtstaken van ACER mogen het toezicht door de Commissie of de nationale instanties, en in het bijzonder door de nationale mededingingsautoriteiten, niet overlappen of hinderen.

 

(16)

ACER biedt een geïntegreerd kader dat de regulerende instanties in staat stelt deel te nemen en samen te werken. Dit kader bevordert de uniforme toepassing van de wetgeving inzake de interne markten voor elektriciteit en gas in de gehele Unie. In bepaalde zaken waarbij meer dan een lidstaat is betrokken, heeft ACER de bevoegdheid gekregen zelf individuele beslissingen te nemen. Deze bevoegdheid moet onder duidelijk gespecificeerde voorwaarden gelden voor technische en reguleringskwesties die regionaal gecoördineerd moeten worden, met name kwesties ten aanzien van de uitvoering van netcodes en richtsnoeren, samenwerking binnen regionale coördinatiecentra, de reguleringsbesluiten die nodig zijn om doeltreffend toezicht te houden op de integriteit en de transparantie van de groothandelsenergiemarkt, besluiten betreffende de infrastructuur voor elektriciteit en aardgas die ten minste twee lidstaten verbindt of kan verbinden, en ten slotte voor vrijstellingen van de internemarktregelgeving voor nieuwe elektriciteitsinterconnectoren en voor nieuwe gasinfrastructuur die in meer dan één lidstaat ligt.

 

(17)

Herzieningen van netcodes en richtsnoeren betreffen wijzigingen die noodzakelijk zijn om rekening te houden met de ontwikkeling van de markt, zonder die netcodes en richtsnoeren substantieel te wijzigen of nieuwe bevoegdheden voor ACER in het leven te roepen.

 

(18)

ACER speelt een belangrijke rol bij de uitwerking van kaderrichtsnoeren die naar hun aard niet-bindend zijn. De netcodes moeten overeenstemmen met die kaderrichtsnoeren. Het wordt tevens passend en in overeenstemming met zijn doel geacht dat ACER een rol speelt bij de beoordeling en wijziging van de ontwerpnetcodes, teneinde te garanderen dat deze overeenstemmen met de kaderrichtsnoeren en te zorgen voor de nodige mate van harmonisatie, voordat het deze ter aanneming aan de Commissie voorlegt.

 

(19)

Met de goedkeuring van een reeks netcodes en richtsnoeren die een stapsgewijze invoering en verdere verfijning van gemeenschappelijke regionale en Uniebrede regels bieden, heeft ACER een grotere rol gekregen bij het toezicht op en het bijdragen aan de uitvoering van de netcodes en richtsnoeren. Doeltreffend toezicht op netcodes en richtsnoeren is een belangrijke functie van ACER en is cruciaal voor de uitvoering van de internemarktregels.

 

(20)

Bij de invoering van netcodes en richtsnoeren is gebleken dat het nuttig zou zijn de procedures voor de formele goedkeuring van regionale of voor de hele Unie geldende voorwaarden of methoden die in het kader van de netcodes en de richtsnoeren moeten worden ontwikkeld, te stroomlijnen, door ze rechtstreeks in te dienen bij ACER, zodat de regulerende instanties die zijn vertegenwoordigd in de raad van regulators, een besluit kunnen nemen over dergelijke voorwaarden of methoden.

 

(21)

Aangezien voor de stapsgewijze harmonisatie van de energiemarkten van de Unie regelmatig regionale oplossingen moeten worden gevonden als tussentijdse maatregel en een groot aantal voorwaarden en methoden moet worden goedgekeurd door een beperkt aantal regulerende instanties voor een specifieke regio, is het passend dat de regionale dimensie van de interne markt doorklinkt in deze verordening en dat voor passende governancemechanismen wordt gezorgd. Besluiten betreffende voorstellen voor gezamenlijke regionale voorwaarden of methoden moeten daarom worden getroffen door de bevoegde regulerende instanties van de betrokken regio, tenzij die besluiten een tastbaar effect hebben op de interne energiemarkt buiten de betrokken regio.

 

(22)

Aangezien ACER overzicht heeft over de regulerende instanties, moet het de taak krijgen om aan de Commissie, andere instellingen van de Unie en regulerende instanties advies uit te brengen over alle kwesties die in verband staan met het doel waarvoor het is opgericht. Ook moet het de Commissie informeren wanneer het van oordeel is dat de samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders niet het noodzakelijke resultaat oplevert of wanneer een regulerende instantie die een beslissing heeft genomen welke de netcodes en richtsnoeren schendt, een advies, aanbeveling of besluit van ACER niet adequaat heeft uitgevoerd.

 

(23)

ACER moet ook aanbevelingen kunnen doen om de regulerende instanties en de marktdeelnemers te helpen bij de uitwisseling van deugdelijke werkmethoden.

 

(24)

Het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, de EU DSB-entiteit, de transmissiesysteembeheerders, de regionale coördinatiecentra en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders moeten de grootst mogelijke aandacht besteden aan de krachtens deze verordening tot hen gerichte adviezen en aanbevelingen van ACER.

 

(25)

ACER moet zo nodig overleg plegen met belanghebbende partijen en hun in redelijke mate de mogelijkheid bieden commentaar te leveren op de voorgestelde maatregelen, zoals netcodes en voorschriften.

 

(26)

ACER moet bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de richtsnoeren inzake trans-Europese energienetwerken, zoals vermeld in Verordening (EU) nr. 347/2013, met name wanneer het advies uitbrengt over de niet-bindende tienjarige Uniebrede netontwikkelingsplannen (Uniebrede netontwikkelingsplannen).

 

(27)

ACER moet bijdragen aan de inspanningen om de zekerheid van de energievoorziening te vergroten.

 

(28)

De activiteiten van ACER moeten in overeenstemming zijn met de doelstellingen en streefcijfers van de energie-unie met haar vijf nauw met elkaar verbonden en elkaar versterkende dimensies, met inbegrip van decarbonisatie, zoals uiteengezet in artikel 1 van Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad (12).

 

(29)

Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel mag ACER enkel individuele besluiten nemen in duidelijk omschreven omstandigheden en over kwesties die strikt verband houden met de doeleinden waarvoor het is opgericht.

 

(30)

Om ervoor te zorgen dat het kader van ACER efficiënt is en coherent met dat van andere gedecentraliseerde agentschappen, moeten de regels die voor ACER gelden worden afgestemd op de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde agentschappen die is overeengekomen tussen het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie (13) ("gemeenschappelijke aanpak"). Voor zover nodig moet de structuur van ACER echter worden afgestemd op de specifieke vereisten van de regulering op energiegebied. Met name moet ten volle rekening worden gehouden met de specifieke rol van de regulerende instanties en moet hun onafhankelijkheid worden gegarandeerd.

 

(31)

Aanvullende wijzigingen van deze verordening kunnen in de toekomst worden overwogen om haar volledig in overeenstemming te brengen met de gemeenschappelijke aanpak. Gezien de huidige behoeften aan regulering op energiegebied zijn afwijkingen van de gemeenschappelijke aanpak nodig. De Commissie moet een evaluatie uitvoeren om de prestaties van ACER in het licht van de doelstellingen van ACER, het mandaat en de taken te beoordelen en de Commissie moet na die evaluatie wijzigingen van deze verordening kunnen voorstellen.

 

(32)

De raad van bestuur dient over de nodige bevoegdheden te beschikken om de begroting vast te stellen, op de uitvoering daarvan toe te zien, een huishoudelijk reglement op te stellen, een financiële regeling vast te stellen en een directeur te benoemen. Er moet worden voorzien in een regeling betreffende de rotatie van door de Raad benoemde leden van de raad van bestuur, om over langere tijd gezien een evenwichtige deelname door de lidstaten mogelijk te maken. De raad van bestuur moet onafhankelijk en op objectieve wijze optreden, in het algemeen belang, en mag geen politieke instructies verlangen of volgen.

 

(33)

ACER dient over de nodige bevoegdheden te beschikken om zijn regelgevingstaken efficiënt, transparant, onderbouwd en vooral onafhankelijk te vervullen. De onafhankelijkheid van ACER ten aanzien van elektriciteits- en gasproducenten en transmissie- en distributiesysteembeheerders, alsook van andere particuliere en bedrijfsbelangen, is niet alleen een basisbeginsel van goed bestuur, maar is ook van essentieel belang voor het marktvertrouwen. Onverminderd het feit dat zijn leden namens hun respectieve nationale instanties optreden, moet de raad van regulators daarom onafhankelijk van de belangen van de markt opereren, moet hij belangenverstrengeling vermijden en mag hij geen instructies verlangen of volgen noch aanbevelingen aanvaarden van een regering van een lidstaat, de instellingen van de Unie of een andere publieke of particuliere entiteit of persoon. De beslissingen van de raad van regulators moeten tegelijkertijd in overeenstemming zijn met het recht van de Unie inzake energie, zoals de interne energiemarkt, het milieu en mededinging. De raad van regulators moet verslag uitbrengen aan de instellingen van de Unie over zijn adviezen, aanbevelingen en besluiten.

 

(34)

In gevallen waarin ACER beslissingsbevoegdheden heeft, moeten de betrokken partijen om redenen van proceseconomie het recht krijgen om in beroep te gaan bij een raad van beroep, die deel moet uitmaken van ACER, maar wel onafhankelijk moet zijn van zijn bestuurlijke en reguleringsstructuur. Om het functioneren en de volledige onafhankelijkheid van de raad van beroep te garanderen, moet deze raad in de begroting van ACER een afzonderlijke begrotingslijn hebben. Met het oog op de continuïteit moet de raad van beroep bij de benoeming of verlenging van de ambtstermijn van zijn leden, gedeeltelijk kunnen worden vervangen. Tegen de beslissingen van de raad van beroep kan beroep worden aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Unie ("het Hof van Justitie").

 

(35)

ACER moet zijn beslissingsbevoegdheden uitoefenen overeenkomstig de beginselen van billijke, transparante en redelijke besluitvorming. De procedurele regels van ACER moeten worden vastgelegd in zijn reglement van orde.

 

(36)

De directeur moet verantwoordelijk zijn voor het opstellen en goedkeuren van documenten die adviezen, aanbevelingen en besluiten bevatten. Voor bepaalde in artikel 22, lid 5, onder a), en artikel 24, lid 2, bedoelde adviezen, aanbevelingen en besluiten moet worden vereist dat zij een gunstig advies van de raad van regulators krijgen voordat zij kunnen worden aangenomen. De raad van regulators moet adviezen kunnen verstrekken en in voorkomend geval opmerkingen en wijzigingen aanbrengen in de tekstvoorstellen van de directeur, die hiermee rekening moet houden. Indien de directeur afwijkt van de door de raad van regulators ingediende opmerkingen en wijzigingen of deze verwerpt, moet hij een naar behoren onderbouwde schriftelijke motivering verstrekken om een constructieve dialoog te vergemakkelijken. Indien de raad van regulators geen gunstig advies uitbrengt over een heringediende tekst, moet de directeur over de mogelijkheid beschikken de tekst verder aan te passen overeenkomstig de door de raad van regulators voorgestelde wijzigingen en opmerkingen, om zijn gunstig advies te verkrijgen. De directeur moet over de mogelijkheid beschikken de ingediende ontwerpadviezen, -aanbevelingen en -besluiten in te trekken indien hij het oneens is met de door de raad van regulators ingediende wijzigingen, en een nieuwe tekst voor te leggen volgens bepaalde in artikel 22, lid 5, onder a), en artikel 24, lid 2, bedoelde procedures. De directeur moet in elk stadium van de procedure om het gunstig advies van de raad van regulators over een nieuwe of herziene ontwerptekst kunnen verzoeken.

 

(37)

Aan ACER moeten passende middelen worden verstrekt om zijn taken uit te voeren. ACER moet voornamelijk worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie. Vergoedingen zorgen voor een betere financiering van ACER en moeten de kosten van ACER dekken voor diensten die worden verleend aan marktdeelnemers of namens hen optredende entiteiten zodat zij op efficiënte, doeltreffende en veilige wijze informatie kunnen verstrekken overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1227/2011. De middelen die de regulerende instanties momenteel beschikbaar stellen voor hun samenwerking op het niveau van de Unie, moeten beschikbaar blijven voor ACER. Voor subsidies ten laste van de algemene begroting van de Unie moet de begrotingsprocedure van de Unie blijven gelden. Bovendien moet een onafhankelijke externe auditeur de rekeningen controleren overeenkomstig artikel 107 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (14).

 

(38)

De begroting van ACER moet doorlopend geëvalueerd worden door de begrotingsautoriteit op basis van de werklast en resultaten van ACER en van de doelstellingen van ACER te komen tot een interne energiemarkt en bij te dragen tot energiezekerheid ten voordele van de consumenten in de Unie. De begrotingsautoriteit moet waarborgen dat wordt voldaan aan de beste normen op het gebied van doeltreffendheid.

 

(39)

Het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie ("het Vertaalbureau") moet aan alle agentschappen van de Unie vertalingen leveren. Indien ACER bijzondere moeilijkheden ondervindt met de dienstverlening van het Vertaalbureau, moet het de mogelijkheid hebben het verhaalmechanisme in te roepen waarin Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad (15) voorziet, wat uiteindelijk kan leiden tot gebruikmaking van andere dienstverleners onder toezicht van het Vertaalbureau.

 

(40)

ACER moet over hooggekwalificeerd personeel beschikken. Met name moet het kunnen profiteren van de bekwaamheid en ervaring van het door de regulerende instanties, de Commissie en de lidstaten gedetacheerde personeel. Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("het statuut") en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen ("de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden"), neergelegd in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (16) en de regels die de instellingen van de Unie gezamenlijk hebben vastgesteld met het oog op de toepassing van dat statuut en die regeling, moeten van toepassing zijn op het personeel van ACER. De raad van bestuur moet in overleg met de Commissie de nodige uitvoeringsmaatregelen vaststellen.

 

(41)

De regulerende werkzaamheden van de directeur en de raad van regulators overeenkomstig deze verordening moeten door werkgroepen kunnen worden ondersteund.

 

(42)

ACER moet de algemene voorschriften voor de toegang van het publiek tot documenten van organen van de Unie toepassen. De raad van bestuur moet de praktische maatregelen tot bescherming van commercieel gevoelige en persoonsgegevens vaststellen.

 

(43)

Via de samenwerking tussen regulerende instanties binnen ACER blijkt dat meerderheidsbesluiten een essentiële voorwaarde zijn om vooruitgang te boeken ten aanzien van aangelegenheden betreffende de interne energiemarkt die in verschillende lidstaten aanzienlijke economische gevolgen hebben. De regulerende instanties moeten derhalve in de raad van regulators bij tweederdemeerderheid blijven stemmen. ACER moet indien nodig verantwoording afleggen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

 

(44)

Overeenkomstig door de Unie te sluiten relevante overeenkomsten moet deelname van derde landen die geen lid zijn van de Unie aan de werkzaamheden van ACER mogelijk zijn.

 

(45)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk de samenwerking tussen de regulerende instanties op het niveau van de Unie en hun deelname aan de uitvoering van Uniegerelateerde taken, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

 

(46)

ACER is gevestigd in Ljubljana, zoals vastgesteld bij Besluit 2009/913/EU (17). De vestigingsplaats van ACER is het centrum van zijn activiteiten en wettelijke taken.

 

(47)

De lidstaat van vestiging van ACER moet de gunstigst mogelijke voorwaarden voor de soepele en efficiënte werking van ACER bieden, waaronder meertalig, op Europa gericht onderwijs en passende vervoersverbindingen, zoals vereist in deze verordening. De zetelovereenkomst tussen de regering van de Republiek Slovenië en ACER, die voldoet aan deze vereisten, is, samen met de uitvoeringsbepalingen ervan, gesloten op 26 november 2010 en in werking getreden op 10 januari 2011.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Doelstellingen en taken

Artikel 1

Oprichting en doelstellingen

Artikel 2

Handelingen van ACER

ACER:

 

a)

brengt advies uit en doet aanbevelingen aan transmissiesysteembeheerders, het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, de EU DSB-entiteit, regionale coördinatiecentra en benoemde elektriciteitsmarktbeheerders;

 

b)

brengt advies uit en doet aanbevelingen aan regulerende instanties;

 

c)

brengt advies uit en doet aanbevelingen aan het Europees Parlement, de Raad of de Commissie;

 

d)

neemt individuele beslissingen over het verstrekken van informatie overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikel 7, lid 2, onder b), en artikel 8, onder c); over methoden en voorwaarden overeenkomstig artikel 4, lid 4, artikel 5, leden 2, 3 en 4; over de in artikel 5, lid 6, bedoelde herziening van de biedzones; over de in artikel 6, lid 1, bedoelde technische aangelegenheden; over arbitrage tussen regulators overeenkomstig artikel 6, lid 10; over taken in verband met regionale coördinatiecentra bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a); over goedkeuringen en wijzigingen van methoden en berekeningen en technische specificaties als bedoeld in artikel 9, lid 1; over goedkeuringen en wijzigingen van methoden als bedoeld in artikel 9, lid 3; over de in artikel 10 bedoelde vrijstellingen; over infrastructuur als bedoeld in artikel 11, onder d); over kwesties ten aanzien van de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt krachtens artikel 12;

 

e)

legt de Commissie niet-bindende kaderrichtsnoeren voor in overeenstemming met artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad (18) en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad (19).

Artikel 3

Algemene taken

ACER is bevoegd om besluiten te nemen met het oog op de in de eerste alinea bedoelde vragen naar informatie. In zijn besluiten vermeldt ACER het doel van het verzoek, de rechtsgrond op basis waarvan de informatie wordt opgevraagd en de voor de informatieverstrekking vastgestelde termijn. Die termijn moet evenredig zijn met het verzoek.

ACER gebruikt uit hoofde van deze verordening ontvangen vertrouwelijke informatie alleen voor het uitvoeren van de taken die bij deze verordening aan ACER zijn opgedragen. ACER waarborgt een passende gegevensbescherming voor alle informatie overeenkomstig artikel 41.

Artikel 4

Taken van ACER in verband met de samenwerking van transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders

 

a)

het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 30, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2019/943 en aan het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009, over de netcodes;

 

b)

het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 32, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2019/943, en aan het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 9, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 715/2009, over de ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma, het ontwerp van netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, en andere relevante documenten als genoemd in artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 715/2009, daarbij rekening houdend met de doelstellingen van non-discriminatie, effectieve mededinging en de efficiënte en zekere werking van de interne markten voor elektriciteit en aardgas;

 

c)

de EU DSB-entiteit over de ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma en andere relevante documenten die worden genoemd in artikel 55, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943, daarbij rekening houdend met de doelstellingen van non-discriminatie, effectieve mededinging en de efficiënte en zekere werking van de interne markten voor elektriciteit en aardgas.

ACER geeft op verzoek van een of meer regulerende instanties of op eigen initiatief een met redenen omkleed advies en een aanbeveling aan het ENTSB voor elektriciteit, de EU DSB-entiteit of de regionale coördinatiecentra over de naleving van hun verplichtingen.

Artikel 5

Taken van ACER ten aanzien van de totstandbrenging en tenuitvoerlegging van netcodes en richtsnoeren

 

a)

niet-bindende kaderrichtsnoeren bij de Commissie indienen wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 4, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009. ACER beziet de kaderrichtsnoeren en dient ze opnieuw bij de Commissie in wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 7, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 715/2009;

 

b)

een naar behoren met redenen omkleed advies over de netcode indienen bij het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 6, lid 7, van Verordening (EG) nr. 715/2009;

 

c)

de netcode herzien overeenkomstig artikel 59, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, lid 9, van Verordening (EG) nr. 715/2009. Bij zijn herziening houdt ACER rekening met de door de betrokken partijen tijdens het opstellen van die herziene netcode onder leiding van het ENTSB voor elektriciteit of de EU DSB-entiteit verstrekte zienswijzen; ACER raadpleegt de relevante belanghebbenden officieel over de aan de Commissie voor te leggen versie. ACER kan daartoe, in voorkomend geval, een beroep doen op het bij de netcodes opgerichte comité. ACER brengt bij de Commissie verslag uit over het resultaat van de raadplegingen. Vervolgens legt ACER de herziene netcode aan de Commissie voor overeenkomstig artikel 59, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, lid 9, van Verordening (EG) nr. 715/2009. Indien het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas of de EU DSB-entiteit er niet in slaagt een netcode te ontwikkelen, stelt ACER een ontwerpnetcode op en dient deze bij de Commissie in wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 12, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6, lid 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009;

 

d)

overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 715/2009 een naar behoren met redenen omkleed advies uitbrengen aan de Commissie wanneer het ENTSB voor elektriciteit of het ENTSB voor gas of de EU DSB-entiteit geen uitvoering heeft gegeven aan een van de netcodes die zijn opgesteld uit hoofde van artikel 30, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009 of aan een netcode die is vastgesteld overeenkomstig artikel 59, leden 3 tot en met 12, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, leden 1 tot en met 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009 maar die door de Commissie niet is aangenomen uit hoofde van artikel 59, lid 13, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, lid 11, van Verordening (EG) nr. 715/2009;

 

e)

toezicht uitoefenen op en de implementatie analyseren van de netcodes die door de Commissie zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009, en de richtsnoeren die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) 2019/943, alsmede de weerslag ervan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften die gericht zijn op het vergemakkelijken van de marktintegratie, alsmede non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en het efficiënt functioneren van de markt, en verslag uitbrengen aan de Commissie.

 

a)

een volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde wetgevingshandeling van de Unie;

 

b)

netcodes en richtsnoeren vastgesteld vóór 4 juli 2019 en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren, of

 

c)

netcodes en richtsnoeren vastgesteld als uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (20).

 

a)

een volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde wetgevingshandeling van de Unie;

 

b)

netcodes en richtsnoeren vastgesteld vóór 4 juli 2019 en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren, of

 

c)

netcodes en richtsnoeren vastgesteld als uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

De in de eerste alinea bedoelde voorstellen worden aan ACER meegedeeld binnen een week nadat zij aan die bevoegde regulerende instanties zijn voorgelegd. De regulerende instanties kunnen de voorstellen ter goedkeuring aan ACER voorleggen overeenkomstig artikel 6, lid 10, tweede alinea, onder b); indien geen in de eerste alinea bedoeld besluit met eenparigheid van stemmen is genomen, leggen zij het voorstel aan ACER voor overeenkomstig artikel 6, lid 10, onder a).

De directeur of de raad van regulators kan op eigen initiatief of op voorstel van een of meerdere van zijn leden, de regulerende instanties van de betrokken regio verplichten het voorstel ter goedkeuring aan ACER voor te leggen. Die verplichting blijft beperkt tot gevallen waarin het op regionaal niveau overeengekomen voorstel een tastbaar effect op de interne energiemarkt of op voorzieningszekerheid buiten de regio zou hebben.

Artikel 6

Taken van ACER in verband met de regulerende instanties

 

a)

een volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde wetgevingshandeling van de Unie, of

 

b)

netcodes en richtsnoeren die vóór 4 juli 2019 en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren zijn aangenomen, of

 

c)

netcodes en richtsnoeren die zijn aangenomen als uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011.

ACER is bevoegd de in de eerste alinea gespecificeerde individuele beslissingen te nemen in de volgende situaties:

 

a)

indien de bevoegde regulerende instanties niet in staat zijn gebleken overeenstemming te bereiken binnen zes maanden vanaf de datum waarop het geval naar de laatste van deze regulerende instanties is verwezen, of binnen vier maanden vanaf die datum in gevallen bedoeld in artikel 4, lid 7, van deze verordening of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944, of

 

b)

in reactie op een gezamenlijk verzoek van de bevoegde regulerende instanties.

De bevoegde regulerende instanties kunnen gezamenlijk verzoeken om verlenging van de in de tweede alinea, onder a), van dit lid bedoelde periode met maximaal zes maanden, behalve in gevallen bedoeld in artikel 4, lid 7, van deze verordening of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944.

Wanneer de bevoegdheid om over de in de eerste alinea bedoelde grensoverschrijdende kwesties te beslissen, is overgedragen aan regulerende instanties in nieuwe netcodes of richtsnoeren die na 4 juli 2019 als gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld, is ACER enkel bevoegd om beslissingen te nemen op vrijwillige basis overeenkomstig punt b) van de tweede alinea van dit lid, op verzoek van ten minste 60 % meerderheid van de bevoegde regulerende instanties. Indien er slechts twee regulerende instanties bij betrokken zijn, kan een van hen de zaak doorverwijzen naar ACER.

Uiterlijk op 31 oktober 2023 en vervolgens om de drie jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de eventuele noodzaak om de betrokkenheid van ACER verder te versterken bij het oplossen van geschillen tussen regulerende instanties met betrekking tot gezamenlijke besluiten over aangelegenheden waarvoor de bevoegdheden na 4 juli 2019 bij een gedelegeerde handeling aan die regulerende instanties werden verleend. Indien nodig gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van die bevoegdheden of tot overdracht van de nodige bevoegdheden aan ACER.

 

a)

neemt ACER een besluit binnen zes maanden vanaf de datum van de verwijzing, of binnen vijf maanden vanaf die datum in het geval van artikel 4, lid 7, van deze verordening, of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944, en

 

b)

kan ACER indien noodzakelijk een voorlopig besluit nemen om de voorzieningszekerheid of de operationele veiligheid te waarborgen.

Artikel 7

Taken van ACER ten aanzien van de regionale coördinatiecentra

 

a)

besluiten over de configuratie van systeembeheerregio's overeenkomstig artikel 36, leden 3 en 4, en goedkeuringen verlenen overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943;

 

b)

waar nodig informatie vragen van regionale coördinatiecentra overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2019/943;

 

c)

advies uitbrengen en aanbevelingen doen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;

 

d)

advies uitbrengen en aanbevelingen doen aan regionale coördinatiecentra.

Artikel 8

Taken van ACER ten aanzien van de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders

Om ervoor te zorgen dat de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders hun functies in het kader van Verordening (EU) 2019/943 en Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie (21) kunnen uitoefenen:

 

a)

houdt ACER toezicht op de voortgang die de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders maken bij het opzetten van de functies op grond van Verordening (EU) 2015/1222;

 

b)

doet ACER de Commissie aanbevelingen overeenkomstig artikel 7, lid 5, van Verordening (EU) 2015/1222;

 

c)

vraagt ACER zo nodig informatie op van de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders.

Artikel 9

Taken van ACER ten aanzien van de bevoorradingszekerheid en de risicoparaatheid

 

a)

de voorstellen voor methoden en berekeningen in verband met de Europese beoordeling van de toereikendheid van de elektriciteitsvoorziening overeenkomstig artikel 23, leden 3, 4, 6 en 7 van Verordening (EU) 2019/943;

 

b)

de voorstellen voor technische specificaties voor grensoverschrijdende deelname aan capaciteitsmechanismen overeenkomstig artikel 26, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943.

 

a)

methoden om elektriciteitscrisisscenario's op regionaal niveau vast te stellen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2019/941;

 

b)

methoden om beoordelingen van kortetermijn- en seizoensgebonden toereikendheid te maken overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2019/941.

Artikel 10

Taken van ACER ten aanzien van vrijstellings- en ontheffingsbesluiten

ACER mag de vrijstellingen verlenen als bedoeld in artikel 63, lid 5, van Verordening (EU) 2019/943. Het mag ook ontheffingen verlenen als bedoeld in artikel 36, lid 4, van Richtlijn 2009/73/EG wanneer de infrastructuur in kwestie op het grondgebied van meer dan één lidstaat gelegen is.

Artikel 11

Taken van ACER ten aanzien van de infrastructuur

Wat de trans-Europese energie-infrastructuur betreft, moet ACER, in nauwe samenwerking met de regulerende instanties en het ENTSB voor elektriciteit en het ENTSB voor gas:

 

a)

toezicht houden op de vorderingen bij de uitvoering van projecten om nieuwe interconnectiecapaciteit te scheppen;

 

b)

toezicht houden op de uitvoering van de netwerkontwikkelingsplannen die de gehele Unie dekken. Indien ACER constateert dat de uitvoering niet strookt met die plannen, onderzoekt het de redenen van deze inconsistenties en doet het aanbevelingen aan de betrokken transmissiesysteembeheerders, de regulerende instanties of andere bevoegde organen met het oog op de uitvoering van de investeringen volgens de netontwikkelingsplannen die de gehele Unie dekken;

 

c)

de in de artikelen 5, 11 en 13 van Verordening (EU) nr. 347/2013 vastgestelde verplichtingen uitvoeren;

 

d)

besluiten nemen ten aanzien van investeringsaanvragen overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EU) nr. 347/2013.

Artikel 12

Taken van ACER ten aanzien van de integriteit en de transparantie van de groothandelsmarkt

Met het oog op effectief toezicht op de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt moet ACER, in nauwe samenwerking met de regulerende instanties en andere nationale autoriteiten:

 

a)

toezicht houden op groothandelsmarkten, gegevens verzamelen en delen en een Europees register van marktdeelnemers oprichten overeenkomstig de artikelen 7 tot en met 12 van Verordening (EU) nr. 1227/2011;

 

b)

de Commissie aanbevelingen doen overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1227/2011;

 

c)

onderzoek coördineren overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1227/2011.

Artikel 13

Toekenning van nieuwe taken aan ACER

ACER kan onder duidelijk omschreven voorwaarden, die door de Commissie zijn vastgesteld in netcodes aangenomen krachtens artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 en in richtsnoeren aangenomen krachtens artikel 61 van die verordening of artikel 23 van Verordening (EG) nr. 715/2009, over kwesties in verband met het doel waarvoor het is opgericht, belast worden met aanvullende taken die geen beslissingsbevoegdheden inhouden.

Artikel 14

Raadplegingen, transparantie en procedurele waarborgen

Alle documenten en notulen van raadplegingsvergaderingen die zijn gehouden gedurende de uitwerking van kaderrichtsnoeren overeenkomstig artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009, alsmede gedurende de wijziging van de in lid 1 bedoelde netcodes, worden openbaar gemaakt.

Artikel 15

Toezicht op en verslaglegging inzake de elektriciteits- en aardgassector

Hoofdstuk II

Organisatie van ACER

Artikel 16

Juridische status

Artikel 17

Administratieve en beheersstructuur

ACER bestaat uit:

 

a)

een raad van bestuur, die de in artikel 19 vermelde taken vervult;

 

b)

een raad van regulators, die de in artikel 22 vermelde taken vervult;

 

c)

een directeur, die de in artikel 24 vermelde taken vervult, en

 

d)

een raad van beroep, die de in artikel 28 vermelde taken vervult.

Artikel 18

Samenstelling van de raad van bestuur

 

a)

de regeling voor de stemming, met name de voorwaarden waaronder een lid namens een ander lid kan handelen, alsmede de eventuele voorschriften inzake quorum, en

 

b)

de regeling betreffende de rotatie die van toepassing is op de door de Raad benoemde leden van de raad van bestuur en die ten doel heeft over langere tijd gezien een evenwichtige deelname door de lidstaten mogelijk te maken.

Artikel 19

Functies van de raad van bestuur

 

a)

na de raad van regulators te hebben geraadpleegd en een gunstig advies te hebben verkregen overeenkomstig artikel 22, lid 5, onder c), de directeur benoemen overeenkomstig artikel 23, lid 2, en, in voorkomend geval, zijn ambtstermijn verlengen of hem van zijn functie ontheffen;

 

b)

formeel de leden van de raad van regulators aanwijzen die worden benoemd overeenkomstig artikel 21, lid 1;

 

c)

formeel de leden van de raad van beroep aanwijzen overeenkomstig artikel 25, lid 2;

 

d)

erop toezien dat ACER zijn opdracht vervult en de eraan opgedragen werkzaamheden verricht overeenkomstig de in deze verordening vastgelegde voorwaarden;

 

e)

het in artikel 20, lid 1, bedoelde programmeringsdocument vaststellen met een meerderheid van twee derde van zijn leden, en het in voorkomend geval wijzigen in overeenstemming met artikel 20, lid 3;

 

f)

de jaarlijkse begroting van ACER met een tweederdemeerderheid goedkeuren en zijn andere begrotingsfuncties uitoefenen volgens de artikelen 31 tot en met 35;

 

g)

na akkoord van de Commissie, besluiten over de aanvaarding van alle legaten, schenkingen en subsidies die afkomstig zijn uit andere bronnen van de Unie of een vrijwillige bijdrage van de lidstaten of de regulerende instanties. In het overeenkomstig artikel 35, lid 4, door de raad van bestuur uitgebrachte advies wordt uitdrukkelijk ingegaan op de in de lijst in dit lid genoemde financieringsbronnen;

 

h)

na overleg met de raad van regulators tuchtrechtelijk gezag uitoefenen over de directeur. Bovendien oefent hij, in overeenstemming met lid 2, ten aanzien van het personeel van ACER, de bevoegdheden uit die bij het statuut aan het tot aanstelling bevoegde gezag en bij de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden aan het tot het aangaan van de overeenkomst bevoegd gezag zijn verleend;

 

i)

het personeelsbeleid van ACER bepalen ter uitvoering van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden krachtens artikel 110 van het statuut overeenkomstig artikel 39, lid 2;

 

j)

de praktische maatregelen vaststellen inzake het recht van toegang tot de documenten van ACER, zulks overeenkomstig artikel 41;

 

k)

het jaarverslag over de activiteiten van ACER goedkeuren op basis van het in artikel 24, lid 1, onder i), genoemde ontwerpjaarverslag en dit bekendmaken, en dat verslag uiterlijk op 1 juli van elk jaar doen toekomen aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer. Het jaarverslag over de activiteiten van ACER bevat een door de raad van regulators goedgekeurd afzonderlijk hoofdstuk over de reguleringswerkzaamheden van ACER in dat jaar;

 

l)

zijn reglement van orde vaststellen en bekendmaken;

 

m)

overeenkomstig artikel 36 de financiële regels vaststellen die van toepassing zijn op ACER;

 

n)

een fraudebestrijdingsstrategie vaststellen die evenredig is met de frauderisico's en daarbij rekening houden met de kosten en baten van de uit te voeren maatregelen;

 

o)

regels vaststellen voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden, en met betrekking tot de leden van de raad van beroep;

 

p)

de in artikel 41 bedoelde communicatie- en verspreidingsplannen vaststellen en ze up-to-date houden;

 

q)

een rekenplichtige benoemen die onderworpen is aan het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, en die volledig onafhankelijk is bij de uitvoering van zijn taken;

 

r)

voor een passende follow-up zorgen van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF);

 

s)

machtiging geven tot het sluiten van werkovereenkomsten overeenkomstig artikel 43;

 

t)

op basis van een voorstel van de directeur in overeenstemming met artikel 24, lid 1, onder b), en na de raad van regulators te hebben geraadpleegd en van laatstgenoemde overeenkomstig artikel 22, lid 5, onder f), een gunstig advies te hebben verkregen, het in artikel 14, lid 5, bedoelde reglement van orde vaststellen en bekendmaken.

Artikel 20

Jaarlijkse en meerjarige programmering

De raad van bestuur stelt het ontwerpprogrammeringsdocument vast na van de raad van regulators een gunstig advies te hebben verkregen, en stuurt het ontwerpprogrammeringsdocument uiterlijk op 31 januari door naar het Europees Parlement, de Commissie en de Raad.

Het ontwerpprogrammeringsdocument is in overeenstemming met de overeenkomstig artikel 33, leden 1, 2, en 3, opgestelde voorlopige ontwerpraming.

De raad van bestuur stelt het programmeringsdocument vast met inachtneming van het advies van de Commissie, na van de raad van regulators een gunstig advies te hebben verkregen en nadat de directeur dit document heeft voorgelegd aan het Europees Parlement. De raad van bestuur stuurt het programmeringsdocument uiterlijk op 31 december door naar het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Het programmeringsdocument wordt vastgesteld onverminderd de jaarlijkse begrotingsprocedure en wordt openbaar gemaakt.

Het programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.

Iedere wezenlijke verandering van het programmeringsdocument wordt vastgesteld door middel van dezelfde procedure als die welke voor het oorspronkelijke programmeringsdocument geldt. De raad van bestuur kan aan de directeur de bevoegdheid delegeren om niet-wezenlijke veranderingen door te voeren in het programmeringsdocument.

Deze programmering van de middelen wordt jaarlijks bijgewerkt. De strategische programmering wordt in voorkomend geval geactualiseerd, met name om rekening te houden met de resultaten van de in artikel 45 bedoelde evaluatie.

Artikel 21

Samenstelling van de raad van regulators

 

a)

hooggeplaatste vertegenwoordigers van de regulerende instanties overeenkomstig artikel 57, lid 1, van Richtlijn (EU) 2019/944 en artikel 39, lid 1, van Richtlijn 2009/73/EG, alsmede per lidstaat een plaatsvervanger die thans een hoge functie bij deze instanties vervult, beide benoemd door de regulerende instantie;

 

b)

een vertegenwoordiger, zonder stemrecht, van de Commissie.

Slechts één vertegenwoordiger per lidstaat van de regulerende instantie mag worden toegelaten tot de raad van regulators.

Artikel 22

Functies van de raad van regulators

 

a)

verstrekt advies over en in voorkomend geval opmerkingen op en wijzigingen van de tekst van de voorstellen van de directeur voor in artikel 3, lid 1, de artikelen 4 tot en met 8, artikel 9, leden 1 en 3, artikel 10, artikel 11, onder c), artikel 13, artikel 15, lid 4), en de artikelen 30 en 43 bedoelde ontwerpadviezen, aanbevelingen en besluiten waarvan de aanneming wordt overwogen;

 

b)

geeft, op de gebieden die binnen zijn bevoegdheid vallen, richtsnoeren aan de directeur bij de uitoefening van zijn taken, met uitzondering van de activiteiten van ACER uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1227/2011, en richtsnoeren aan de krachtens artikel 30 opgerichte werkgroepen van ACER;

 

c)

brengt overeenkomstig artikel 19, lid 1, onder a), en artikel 23, lid 2, advies uit bij de raad van bestuur over de kandidaat die voorgedragen wordt als directeur;

 

d)

keurt het programmeringsdocument overeenkomstig artikel 20, lid 1, goed;

 

e)

keurt het afzonderlijke hoofdstuk over de reguleringswerkzaamheden in het jaarverslag goed, in overeenstemming met artikel 19, lid 1, onder k), en artikel 24, lid 1, onder i);

 

f)

brengt aan de raad van bestuur advies uit over het in artikel 14, lid 5, en artikel 30, lid 3, bedoelde reglement van orde;

 

g)

brengt aan de raad van bestuur advies uit over de in artikel 41 bedoelde communicatie- en verspreidingsplannen;

 

h)

brengt aan de raad van bestuur advies uit over het in artikel 43 bedoelde reglement van orde voor betrekkingen met derde landen of internationale organisaties.

Artikel 23

De directeur

 

a)

de prestaties van de directeur;

 

b)

de taken en verplichtingen van ACER in de volgende jaren.

Artikel 24

Taken van de directeur

 

a)

is de wettelijke vertegenwoordiger van ACER en is met de dagelijkse leiding ervan belast;

 

b)

bereidt de werkzaamheden van de raad van bestuur voor, neemt — zonder stemrecht — deel aan de werkzaamheden van de raad van bestuur en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de door de raad van bestuur genomen besluiten;

 

c)

stelt adviezen, aanbevelingen en besluiten op, pleegt er overleg over, neemt deze aan en maakt deze bekend;

 

d)

zorgt voor de tenuitvoerlegging van het jaarlijkse werkprogramma van ACER, zulks volgens de aanwijzingen van de raad van regulators en onder het administratief toezicht van de raad van bestuur;

 

e)

neemt de nodige maatregelen, met name met betrekking tot de vaststelling van interne administratieve instructies en de publicatie van nota's, om ervoor te zorgen dat ACER werkt overeenkomstig deze verordening;

 

f)

stelt jaarlijks een ontwerpwerkprogramma van ACER voor het volgende jaar op en dient het, na goedkeuring van het ontwerp door de raad van bestuur, elk jaar op 31 januari in bij de raad van regulators, het Europees Parlement en de Commissie.

 

g)

is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programmeringsdocument en voor de rapportage aan de raad van bestuur;

 

h)

stelt een voorlopige ontwerpraming van ACER op ingevolge artikel 33, lid 1, en voert de begroting van ACER uit overeenkomstig de artikelen 34 en 35;

 

i)

stelt jaarlijks een ontwerpjaarverslag op waarin een apart hoofdstuk over de reguleringswerkzaamheden van ACER en een hoofdstuk over financiële en administratieve aangelegenheden is opgenomen, en legt dit voor aan de raad van bestuur;

 

j)

stelt een actieplan op voor de follow-up van de conclusies van interne of externe auditverslagen en evaluaties, alsmede onderzoeken van OLAF, en rapporteert tweemaal per jaar aan de Commissie en regelmatig aan de raad van bestuur over de geboekte vooruitgang;

 

k)

is verantwoordelijk voor het besluit of het, om de taken van ACER op een efficiënte en effectieve manier uit te voeren, nodig is een of meer personeelsleden in een of meer lidstaten te vestigen.

Voor de toepassing van de eerste alinea, onder k), wint de directeur, alvorens te besluiten een plaatselijk kantoor op te zetten, het advies in van de betrokken lidstaten, met inbegrip van de lidstaat waar ACER zijn zetel heeft, en verkrijgt hij de voorafgaande toestemming van de Commissie en de raad van bestuur. In het besluit, dat gebaseerd is op een passende kosten-batenanalyse, wordt het toepassingsgebied gespecificeerd van de activiteiten die in dat lokale kantoor moeten worden uitgevoerd, op zodanige wijze dat onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van ACER worden vermeden.

De directeur zendt de ontwerpadviezen, -aanbevelingen, of -besluiten, voordat ze ter stemming aan de raad van regulators worden voorgelegd, tijdig ter raadpleging toe aan de bevoegde werkgroep.

De directeur:

 

a)

neemt de opmerkingen en wijzigingen van de raad van regulators in aanmerking en dient het herziene ontwerp van advies, aanbeveling of besluit opnieuw in bij de raad van regulators om een advies te verkrijgen;

 

b)

kan de ingediende ontwerpadviezen, -aanbevelingen en -besluiten intrekken op voorwaarde dat hij een naar behoren onderbouwde schriftelijke motivering indient wanneer hij niet instemt met de door de raad van regulators ingediende wijzigingen;

In geval van intrekking van een ontwerpadvies, -aanbeveling of -besluit kan de directeur een nieuw ontwerp van advies, aanbeveling of besluit uitbrengen volgens de procedure als beschreven in artikel 22, lid 5, onder a), en in de tweede alinea van het onderhavige lid. Voor de toepassing van de derde alinea, onder a), van dit lid verstrekt de directeur, daar waar hij afwijkt van de door de raad van regulators ingediende opmerkingen en wijzigingen of deze verwerpt, tevens een naar behoren onderbouwde schriftelijke uitleg hieromtrent.

Indien de raad van regulators geen gunstig advies uitbrengt over de opnieuw voorgelegde tekst van het ontwerp van advies, aanbeveling of besluit omdat met zijn opmerkingen en wijzigingen onvoldoende rekening is gehouden in die tekst, kan de directeur de tekst van het ontwerp van advies, aanbeveling of besluit verder aanpassen in overeenstemming met de door de raad van regulators voorgestelde wijzigingen en opmerkingen teneinde zijn gunstig advies te verkrijgen, zonder dat hij hierbij de bevoegde werkgroep opnieuw hoeft te raadplegen of een aanvullende schriftelijke motivering moet verstrekken.

Artikel 25

Instelling en samenstelling van de raad van beroep

Na een openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling benoemt de raad van bestuur formeel de leden van de raad van beroep op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de raad van regulators.

De begroting van ACER omvat een aparte begrotingslijn voor de financiering van de griffie van de raad van beroep.

Artikel 26

Leden van de raad van beroep

Artikel 27

Uitsluiting en bezwaar in de raad van beroep

Artikel 28

Besluiten waartegen beroep kan worden ingesteld

Artikel 29

Beroep bij het Hof van Justitie

Een beroep tot nietigverklaring van een besluit dat ACER uit hoofde van deze verordening heeft genomen of een beroep wegens nalaten te handelen binnen de gestelde termijnen, kan pas bij het Hof van Justitie van de Europese Unie worden ingeleid nadat de in artikel 28 bedoelde beroepsprocedure is uitgeput. ACER treft alle maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Artikel 30

Werkgroepen

Voor de instelling en schrapping van een werkgroep is een gunstig advies van de raad van regulators nodig.

Hoofdstuk III

Opstelling en structuur van de begroting

Artikel 31

Structuur van de begroting

 

a)

een bijdrage van de Unie;

 

b)

vergoedingen die overeenkomstig artikel 32 aan ACER betaald worden;

 

c)

vrijwillige bijdragen van de lidstaten of de regulerende instanties, uit hoofde van artikel 19, lid 1, onder g);

 

d)

legaten, schenkingen of subsidies uit hoofde van artikel 19, lid 1, onder g).

Artikel 32

Vergoedingen

 

a)

het aanvragen van een vrijstellingsbesluit overeenkomstig artikel 10 van deze verordening, en voor besluiten inzake grensoverschrijdende kostenverdeling die door ACER worden genomen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 347/2013;

 

b)

het verzamelen, hanteren, verwerken en analyseren van informatie die overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1227/2011 is gerapporteerd door marktdeelnemers of namens hen rapporterende entiteiten.

De Commissie onderzoekt geregeld de hoogte van die vergoedingen op basis van een evaluatie en past zo nodig de hoogte van die vergoedingen en de wijze van betaling aan.

Artikel 33

Opstelling van de begroting

Artikel 34

Uitvoering van en toezicht op de begroting

Artikel 35

Indiening van de rekeningen en kwijting

Uiterlijk op 31 maart van het jaar N+1 zendt de rekenplichtige van de Commissie de voorlopige rekeningen van ACER toe aan de Rekenkamer. De Commissie zendt het verslag over het financieel en begrotingsbeheer tijdens het boekjaar ook toe aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 36

Financiële voorschriften

Na raadpleging van de Commissie stelt de raad van bestuur de financiële voorschriften vast die van toepassing zijn op ACER. Deze voorschriften mogen afwijken van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 indien de specifieke eisen van de werking van ACER dit noodzakelijk maken en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel 37

Fraudebestrijding

Hoofdstuk IV

Algemene bepalingen en slotbepalingen

Artikel 38

Voorrechten en immuniteiten en zetelovereenkomst

Artikel 39

Personeel

Artikel 40

Aansprakelijkheid van ACER

Arbitrageclausules in een door ACER gesloten contract zijn onderworpen aan de jurisdictie van het Hof van Justitie.

Artikel 41

Transparantie en communicatie

Artikel 42

Bescherming van gerubriceerde gegevens en gevoelige niet-gerubriceerde gegevens

Artikel 43

Samenwerkingsovereenkomsten

Artikel 44

Talenregeling

Artikel 45

Beoordeling

De Commissie doet haar verslag in voorkomend geval vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.

Artikel 46

Intrekking

Verordening (EG) nr. 713/2009 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen volgens de in bijlage II opgenomen concordantietabel.

Artikel 47

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 juni 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter



BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met de wijziging ervan

 

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

(PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

 

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009

Alleen de verwijzing in artikel 20 van Verordening (EU) nr. 347/2013 naar artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009.


BIJLAGE II

Concordantietabel

 

Verordening (EG) nr. 713/2009

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 4

Artikel 2

Artikel 5

Artikel 3

Artikel 6, leden 1, 2 en 3, en lid 4, eerste alinea

Artikel 4

Artikel 6, lid 4, tweede tot en met vijfde alinea, tot en de leden 5, 6 en 9

Artikel 5

Artikelen 7 en 8

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 9, leden 1 en 2, eerste alinea

Artikel 10

Artikel 6, leden 7 en 8

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 9, lid 2, tweede alinea

Artikel 13

Artikel 10

Artikel 14

Artikel 11

Artikel 15

Artikel 2

Artikel 16

Artikel 3

Artikel 17

Artikel 12

Artikel 18

Artikel 13

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 14, leden 1 en 2

Artikel 21

Artikel 14, leden 3 tot en met 6

Artikel 22, leden 1 tot en met 4

Artikel 15

Artikel 22, leden 5 en 6

Artikel 16

Artikel 23

Artikel 17

Artikel 24

Artikel 18, leden 1 en 2

Artikel 25, leden 1 en 2, en lid 4

Artikel 19, lid 6

Artikel 25, lid 3

Artikel 18, lid 3

Artikel 26

Artikel 18, leden 4 tot en met 7

Artikel 27

Artikel 19, leden 1 tot en met 5 en lid 7

Artikel 28

Artikel 20

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 21

Artikel 31

Artikel 22

Artikel 32

Artikel 23

Artikel 33

Artikel 24, leden 1 en 2

Artikel 34

Artikel 24, lid 3 en de volgende leden

Artikel 35

Artikel 25

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 27

Artikel 38

Artikel 28

Artikel 39

Artikel 29

Artikel 40

Artikel 30

Artikel 41, leden 1 tot en met 3

Artikel 42

Artikel 31

Artikel 43

Artikel 33

Artikel 44

Artikel 34

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 35

Artikel 47


Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.