Politieke situatie Polen

Zaal parlement Polen
Bron: IPU.org

Polen wordt sinds november 2015 geregeerd door een conservatief-nationalistisch kabinet. Tot december 2017 was Beata Szydlo minister-president, sindsdien is dat Mateusz Morawiecki. De conservatief-nationalistische partij PiS won de verkiezingen van oktober 2017 en nam daarna de macht over van een christendemocratisch bewind. Bij de parlementsverkiezingen van oktober 2019 behield PiS de meerderheid. Bij de parlementsverkiezingen van 2023 bleef PiS de grootste, maar de gezamenlijke linkse oppositie behaalde de meerderheid.

In de jaren 2005-2007 regeerden eveneens twee overwegend rechtse, nationalistische kabinetten. In 2006-2007 was Jaroslav Kaczynski van de partij PiS daarvan de leider. Zijn tweelingbroer Lech was tezelfdertijd president. Die verongelukte echter in 2010. Jaroslav is nog altijd de sterke man van zijn partij. Sinds 2007 regeerde een coalitie met twee katholieke (conservatief-liberale) partijen. Donald Tusk, de leider van de grootste coalitiepartij, Burgerforum, werd toen premier en hij bleef dat na parlementsverkiezingen van 2011. Vanwege zijn benoeming tot vaste voorzitter van de Europese Raad werd Tusk op 22 september 2014 opgevolgd door Ewa Kopacz.

Na de val van het communisme in 1989 werd de parlementaire democratie met een meerpartijenstelsel ingevoerd. Aanvankelijk speelden politici afkomstig uit de vakbond Solidarność (Solidariteit) een belangrijke rol. Er waren toen veel partijen (in 1991 29 in het Lagerhuis) en coalitiewisselingen. Na 1995 ontstond een stabieler beeld. Kabinetten werden tussen 1995 en 2005 (met een onderbreking in 1997-2001) veelal geleid door socialistische premiers. De socialisten regeerden geregeld samen met de Poolse Volkspartij. In 1997-2001 was de rechts-liberaal Jerzy Buzek minister-president.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Staatsvorm, partijen en kiesstelsel

Polen is een parlementaire republiek met als staatshoofd een president, die beperkte bevoegdheden heeft. De voor vijf jaar rechtstreeks gekozen president heeft bij wetgeving een vetorecht, maar dat kan teniet worden gedaan door een 3/5-meerderheid van het parlement. De president heeft wel belangrijke representatieve functies. De feitelijke regeermacht komt toe aan het kabinet.

Op 6 augustus 2015 werd Andrzej Duda ingezworen als nieuwe president van Polen, nadat hij in mei met een minimaal verschil van zittend president Bronislaw Komorowski had gewonnen. Komorowski werd in augustus 2010 president, na het verongelukken van de in 2005 gekozen Lech Kazynski.

Het kabinet heeft de uitvoerende macht en samen met het parlement (Nationale Vergadering, Zgromadzenie Narodowe) de wetgevende macht. Het parlement bestaat uit twee Kamers, het Lagerhuis (Sejm) en de Senaat (Senat). De Senat kan wetsvoorstellen wijzigen en blokkeren, maar het veto kan door de Sejm ongedaan worden gemaakt. Een kabinet kan alleen aantreden na aanneming van een motie van vertrouwen in de Sejm. Polen heeft een Constitutioneel Hof dat wetten aan de Grondwet kan toetsen en kent referenda. Er was in 2003 referendum over toetreding van Polen tot de EU.

Kritiek van de EU

De Europese Commissie en het Europees Parlement maken zich zorgen over de rechtsstaat in Polen. Enkele hervormingen die daar de laatste jaren zijn doorgevoerd vinden zij in strijd met de Europese waarden van vrijheid en democratie. Deze hervormingen hebben geleid tot een beperking van de bevoegdheden van het Grondwettelijk Hof, een omstreden mediawet, en meer invloed van de politiek op de rechterlijke macht.

In de afgelopen jaren is de Commissie meerdere inbreukprocedures bij het Europees Hof van Justitie tegen het land begonnen om de hervormingen ongedaan te maken. In oktober 2021 oordeelde het Hof dat Polen een dwangsom van 1 miljoen euro per dag moest betalen totdat een tuchtcollege voor rechters was ontbonden. Op 22 december 2021 startte de Commissie een nieuwe inbreukprocedure tegen Polen, met als reden dat het Pools Constitutioneel Hof meermaals heeft gesteld dat het EU-recht geen voorrang heeft over het Poolse recht. Om diezelfde reden besloot de Commissie op 15 februari 2023 om Polen opnieuw aan te klagen bij het Europese Hof van Justitie. Dit wordt gezien als een volgende stap in de voortslepende zaak.

kiesstelsel

De 460 leden van de Sejm worden voor vier jaar gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging in combinatie met kiesdistricten. In kiesdistricten worden afhankelijk van het inwonertal 7 tot 19 afgevaardigden gekozen. Er is een vaste zetel voor de Duits-sprekende minderheid.

De 100 leden van de Senat worden eveneens rechtstreeks gekozen in kiesdistricten op basis van een meerderheidsstelsel. Ieder district kiest twee senatoren.

partijen

De belangrijkste partijen zijn PO, PSL, PiS en LiD. PO (Platforma Obywatelska, Burgerplatform) is een in 2001 gevormde conservatief-liberale katholieke partij. De partij is aangesloten bij de EVP. Dat geldt ook voor de meer agrarisch-nationalistische PSL (Polskie Stronnictwo Ludowe, Poolse Volkspartij). In oktober 2010 scheidde een deel van de linkerzijde van PO zich af onder leiding van Janusz Palikot. Hij stichtte RP (Ruch Palikota, Beweging van Palikot), die centrumlinks en anti-kerkelijk is.

Ter rechterzijde bevinden zich de nationalistische conservatief-katholieke partijen PiS (Prawo i Sprawiedliwosc, Recht en Rechtvaardigheid) en de LPR (Liga Polskich Rodzin, Liga van Poolse Families). Tot de verkiezingen van 2007 speelde ook de populistisch-nationalistische SRP (Samoobrona Rzeczpospolitej Polskiej, Zelfverdediging van de Poolse Republiek) van Andrzej Lepper een belangrijke rol. Uiterst rechts staat KWiN (Konfederacja Wolność i Niepodległość, Confederatie Vrijheid en Onafhankelijkheid).

Ter linkerzijde staat LiD (Lewica i Demokraci, 'Links en Democraten') dat in 2006 ontstond uit een fusie van de socialistische partijen SLD (Sojusz Lewicy Demokratycznej, Democratische Linkse Alliantie) en UP (Unia Pracy, Arbeidersunie) en enkele kleine links-liberale partijen. In juli 2015 vormden de linkse partijen ZL (Zjednoczona Lewica, Verenigd Links).

2.

Zetelverdeling Sejm vanaf 1993

jaar

SLD

LiD

UP

AWS

PO

UW

PSL

PiS

SRP

LPR

Ov.

datum

1993

171

41

   

74

132

     

42

19 sept.

1997

164

 

201

 

60

27

     

8

21 sept.

2001

216

   

65

 

42

44

53

38

2

23 sept.

2005

55

   

133

2

25

155

56

34

2

25 sept.

2007

53

   

209

 

31

166

   

1

21 okt.

         

RP

           

2011

27

   

207

40

28

157

   

1

9 okt.

 

ZL/NL

           

KWiN

Kuk

   

2015

0

   

157

 

38

244

5

42

1

25 okt.

2019

49

   

134

 

30

235

11

0

1

13 okt.

2023

26

   

157

 

65

194

   

18

15 okt.

3.

Kabinetten vanaf 1993

naam

periode

kleur

partijen

belangrijke ministers

Pawlak II

26 okt. 1993-6 maart 1995

centrumlinks

SLD-PSL

BuZa: Olechowski

Oleksy

6 maart 1995-7 febr. 1996

centrumlinks

SLD-PSL

BuZa: Bartoszweski

1995 Rosati

Cimoszewicz

7 febr. 1996-17 okt. 1997

centrumlinks

SLD-PSL

BuZa: Rosati

Buzek

31 okt. 1997-19 okt. 2001

centrum

AWS-UW

2000: AWS

BuZa: Geremek

2000 Bartoszewski

Miller

19 okt. 2001-2 mei 2004

centrumlinks

SLD-UP-PSL

BuZa: Cimoszewicz

Belka I

2 mei-11 juni 2004 (geen vertrouwen)

sociaaldem.

SLD

BuZa: Cimoszewicz

Belka II

11 juni 2004-31 oktober 2005

sociaaldem.

SLD

BuZa: Cimoszewicz

2005 Rotfeld

Marcinkiewicz

31 oktober 2005-14 juli 2006

nationalistisch

PiS

BuZa: Meller

  • J. 
    Kaczynski

14 juli 2006-16 nov. 2007

nationalistisch

PiS-SRP-LPR

BuZa: Fotyga

Tusk I

16 nov. 2007-18 nov. 2011

centrumrechts

PO-PSL

BuZa: Sikorski

Tusk II

18 november 2011-22 september 2014

centrumrechts

PO-PSL

BuZa: Sikorski

Kopacz

22 sept. 2014 - 10 nov. 2015

centrumrechts

PO-PSL

BuZa: Schetyna

Szydlo

10 nov. 2015- 11 dec. 2017

nationalistisch

PiS

BuZa: Waszczykowski

Morawiecki

11 dec. 2017- heden

nationalistisch

PiS

BuZa: Waszczykowski

2018: Czaputowicz

2020: Rau