Artikel III-122: Totstandbrenging en uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

III-121
Artikel III-122
III-123

Deze voorstellen houden rekening met de onderlinge samenhang tussen de in deze afdeling genoemde landbouwvraagstukken.

  • 3. 
    De Raad stelt op voorstel van de Commissie de Europese verordeningen of besluiten vast betreffende de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, en betreffende de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.
  • 4. 
    De in [ex artikel 34, lid 1,] genoemde gemeenschappelijke ordening kan overeenkomstig [lid 2] in de plaats worden gesteld van de nationale marktorganisaties:
    • a) 
      indien de gemeenschappelijke ordening aan de lidstaten welke tegen deze maatregelen gekant zijn en zelf over een nationale organisatie voor de betrokken productie beschikken, gelijkwaardige waarborgen biedt inzake de werkgelegenheid en de levensstand van de betrokken producenten, met inachtneming van het ritme van de mogelijke aanpassing en van de noodzakelijke specialisatie, en
    • b) 
      indien deze ordening aan het handelsverkeer binnen de Unie analoge voorwaarden waarborgt als op een nationale markt bestaan.
  • 5. 
    Wanneer voor bepaalde grondstoffen een gemeenschappelijke ordening in het leven wordt geroepen, voordat er reeds een gemeenschappelijke ordening voor de overeenkomstige verwerkte producten bestaat, mogen de betrokken grondstoffen, gebruikt voor de producten die voor uitvoer naar derde landen zijn bestemd, van buiten de Unie worden ingevoerd.

1.

Ontwikkeling artikel

2003

Deze voorstellen houden rekening met de onderlinge samenhang tussen de in deze afdeling genoemde landbouwvraagstukken.

  • 3. 
    De Raad stelt op voorstel van de Commissie de Europese verordeningen of besluiten vast betreffende de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, en betreffende de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.
  • 4. 
    De in [ex artikel 34, lid 1,] genoemde gemeenschappelijke ordening kan overeenkomstig [lid 2] in de plaats worden gesteld van de nationale marktorganisaties:
    • a) 
      indien de gemeenschappelijke ordening aan de lidstaten welke tegen deze maatregelen gekant zijn en zelf over een nationale organisatie voor de betrokken productie beschikken, gelijkwaardige waarborgen biedt inzake de werkgelegenheid en de levensstand van de betrokken producenten, met inachtneming van het ritme van de mogelijke aanpassing en van de noodzakelijke specialisatie, en
    • b) 
      indien deze ordening aan het handelsverkeer binnen de Unie analoge voorwaarden waarborgt als op een nationale markt bestaan.
  • 5. 
    Wanneer voor bepaalde grondstoffen een gemeenschappelijke ordening in het leven wordt geroepen, voordat er reeds een gemeenschappelijke ordening voor de overeenkomstige verwerkte producten bestaat, mogen de betrokken grondstoffen, gebruikt voor de producten die voor uitvoer naar derde landen zijn bestemd, van buiten de Unie worden ingevoerd.
2003
  • 2. 
    Bij Europese wet of kaderwet wordt de in artikel III-124, lid 1, bedoelde gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkt ingesteld en worden de overige bepalingen vastgesteld die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na te streven. De wet of kaderwet wordt vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.
  • 3. 
    De Raad van Ministers regelt op voorstel van de Europese Commissie bij Europese verordening of bij Europees besluit de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.
  • 4. 
    De in artikel III-124, lid 1, genoemde gemeenschappelijke ordening kan overeenkomstig lid 2 in de plaats worden gesteld van nationale marktorganisaties:
    • a) 
      indien de gemeenschappelijke ordening aan lidstaten die tegen deze maatregelen gekant zijn en die zelf over een nationale organisatie voor de betrokken productie beschikken, gelijkwaardige waarborgen biedt inzake de werkgelegenheid en de levensstandaard van de betrokken producenten, met inachtneming van de snelheid van de mogelijke aanpassingen en van de noodzakelijke specialisatie, en
    • b) 
      indien deze ordening het handelsverkeer binnen de Unie soortgelijke voorwaarden biedt als die welke op de nationale markt bestaan.
  • 5. 
    Indien voor bepaalde grondstoffen een gemeenschappelijke ordening in het leven wordt geroepen voordat er een gemeenschappelijke ordening voor de overeenkomstige verwerkte producten bestaat, mogen de betrokken grondstoffen die gebruikt worden voor de producten welke voor uitvoer naar derde landen zijn bestemd, van buiten de Unie worden ingevoerd.
2003
  • 3. 
    De Raad regelt op voorstel van de Commissie bij verordening of bij Europees besluit de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.
  • 4. 
    De in artikel III-124, lid 1, genoemde gemeenschappelijke ordening kan overeenkomstig lid 2 in de plaats worden gesteld van nationale marktorganisaties:
    • a) 
      indien de gemeenschappelijke ordening aan lidstaten die tegen deze maatregelen gekant zijn en die zelf over een nationale organisatie voor de betrokken productie beschikken, gelijkwaardige waarborgen biedt inzake de werkgelegenheid en de levensstandaard van de betrokken producenten, met inachtneming van de snelheid van de mogelijke aanpassingen en van de noodzakelijke specialisatie, en
    • b) 
      indien deze ordening het handelsverkeer binnen de Unie soortgelijke voorwaarden biedt als die welke op de nationale markt bestaan.
  • 5. 
    Indien voor bepaalde grondstoffen een gemeenschappelijke ordening in het leven wordt geroepen voordat er een gemeenschappelijke ordening vo or de overeenkomstige verwerkte producten bestaat, mogen de betrokken grondstoffen die gebruikt worden voor de producten welke voor uitvoer naar derde landen zijn bestemd, van buiten de Unie worden ingevoerd.
2004
  • 3. 
    De Raad regelt op voorstel van de Commissie bij Europese verordening of bij Europees besluit de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.
  • 4. 
    De in artikel III-228, lid 1, genoemde gemeenschappelijke ordening kan overeenkomstig lid 2 in de plaats worden gesteld van nationale marktorganisaties:
    • a) 
      indien de gemeenschappelijke ordening aan lidstaten die tegen deze maatregelen gekant zijn en die zelf over een nationale organisatie voor de betrokken productie beschikken, gelijkwaardige waarborgen biedt inzake de werkgelegenheid en de levensstandaard van de betrokken producenten, met inachtneming van de snelheid van de mogelijke aanpassingen en van de noodzakelijke specialisatie, en
    • b) 
      indien deze ordening het handelsverkeer binnen de Unie soortgelijke voorwaarden biedt als die welke op een nationale markt bestaan.
  • 5. 
    Indien voor bepaalde grondstoffen een gemeenschappelijke ordening in het leven wordt geroepen voordat er een gemeenschappelijke ordening voor de overeenkomstige verwerkte producten bestaat, mogen de betrokken grondstoffen die gebruikt worden voor de producten welke voor uitvoer naar derde landen zijn bestemd, van buiten de Unie worden ingevoerd.