De alles is anders show

1 maart 2024, column Bert van den Braak

Informateur Kim Putters liet zich goed voorlichten over de mogelijkheden om tot een kabinet te komen en over de gewenste vorm: parlementair, extraparlementair of minderheidskabinet. Uit de periode 1918-2010 zijn in ieder geval geen voorbeelden te vinden van goed functionerende extraparlementaire kabinetten. Alleen de periode 2010-2012 geeft enige indicatie over een nu denkbare constructie: de optie 'gedogen'.

Van oktober 2010 tot mei 2012 gedoogde de PVV een kabinet van VVD en CDA. Daarna (na het zogenoemde Lente-akkoord) deden GroenLinks, D66 en ChristenUnie dat een half jaar. Zowel voor als na mei 2012 werden ingrijpende besluiten genomen. De gedoogconstructie bood de PVV vrijheid om standpunten over de islam en migranten te blijven uitdragen. Begin 2012 lanceerde de PVV het zogenoemde Polen-meldpunt (voor het melden van 'overlast' door Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten).

Voor mei 2012 werd overeenkomstig de wens van de PVV fors bezuinigd op cultuur, natuur en ontwikkelings­samenwerking, maar gesneden werd ook in defensie, zorg en de socialewerkvoorziening. Daarnaast kwam er via wetgeving onder meer een AOW-korting voor de thuiswonende partner en werd de bijstand voor inwonenden afgeschaft. Na de Senaatsverkiezingen van 2011 hielp SGP'er Holdijk het kabinet geregeld aan een meerderheid bij omstreden wetsvoorstellen, zoals over aanscherping van bijstandsregels voor jongeren onder 27 jaar. Bij onderwerpen waar gedoger PVV geen steun gaf, zoals bij het behoeden van de financiële ondergang van Griekenland, kon het kabinet rekenen op steun van PvdA, D66 en GroenLinks. In 2011 hielpen GroenLinks, D66 en ChristenUnie de missie in Kunduz (Afghanistan) aan een meerderheid.

Sommige mede door de PVV bevorderde besluiten werden na mei 2012 (deels) teruggedraaid, zoals de langstudeerdersmaatregel. Daar stonden nieuwe ingrijpende maatregelen tegenover, met de verhoging van de AOW-leeftijd en aanscherping van de regels over het tegengaan van sociale fraude als meest sprekenden. Het belangrijkste verworpen wetsvoorstel was dat over invoering van het elektronisch patiëntendossier. De gehele Eerste Kamer stemde daar tegen. Door de Tweede Kamer werd vorming van de gemeente Naardermeer tegengehouden. Maar er waren dus resultaten en in die zin bleek er zowel in de gehele periode 2010-2012, ondanks gedoogconstructies, sprake van een werkbare situatie. Vraag is nu: zijn daaruit lessen te trekken voor de huidige situatie?

Allereerst: de omstandigheden en verhoudingen verschilden sterk met nu. In 2010-2012 was er een kabinet van de centrumpartijen VVD en CDA, met ervaren bestuurders. En er lagen akkoorden, zowel toen de PVV gedoogde als in de periode na van de Kunduzcoalitie. Vanuit het centrum was het eenvoudiger om ad hoc-coalities te vormen dan nu. De PVV bleef in 2010 buiten het kabinet, maar was ook niet de grootste. Dat is nu anders. PVV, BBB en NSC hebben bovendien geen of nauwelijks bestuurlijke ervaring en weinig ministeriabele personen. In de periode na het uitbreken van de financiële crisis was er verder noodzaak tot forse bezuinigingen. Daarin konden veel partijen zich vinden.

Die gemeenschappelijkheid ontbreekt nu. Met name tussen NSC en PVV (en deels BBB) zijn er op sommige terreinen sterk afwijkende opvattingen. Bovendien is het de vraag of ‘links’ nu ook soms wil 'gedogen' en wat PVV en BBB daarvan zullen vinden. Een rechts kabinet dat soms over 'links' regeert, is voor die partijen onaantrekkelijk. Verhoudingen, posities en omstandigheden verschillen dus fundamenteel ten opzichte van de periode 2010-2012. Daaruit lessen trekken is hachelijk.



Andere recente columns