De PVV als getuigenispartij

19 augustus 2011, column Bert van den Braak

Niet alleen in ons land, maar ook in andere West-Europese landen worden door sommige politici vraagtekens gezet bij de multiculturele samenleving. Feit is echter dat Nederland en andere landen inmiddels een andere bevolkingssamenstelling hebben dan pakweg veertig jaar geleden. Mensen met een andere cultuur zijn hier komen wonen, en hadden en hebben hun deel in welvaart en samenleving. Nieuwkomers zijn medeburgers geworden en dat zal niet meer veranderen. Multiculturalisme is er domweg. Dat geldt ook voor de aanwezigheid van moslims.

Vrijwel alle partijen hebben een visie op de toekomst van onze samenleving, specifieker op het integratievraagstuk. In die standpunten hebben zich de afgelopen jaren veranderingen voorgedaan. Spanningen die samenhangen met de komst van nieuwkomers kregen bijvoorbeeld meer aandacht. Over de houding ten opzichte van moslims, spreekt als geen andere partij de PVV zich heel expliciet uit. In het verkiezingsprogramma staat een hoofdstuk met als titel 'Kiezen voor islambestrijding'.

De motieven voor die bestrijding werden in september 2007 in de Tweede Kamer verwoord door Geert Wilders toen werd gedebatteerd over een WRR-rapport over islamitisch activisme*. Hij zei toen: “De islam is uit op dominantie. De islam wil haar imperialistische agenda met geweld afdwingen. Dat blijkt ook uit de geschiedenis. (…) De eerste islamitische invasie van Europa werd in het jaar 732 bij Poitiers gestuit. De tweede werd in 1683 bij Wenen gestopt. Laten wij ervoor zorgen dat de derde islamitische invasie die nu volop gaande is, tot stilstand wordt gebracht. (…) Als wij de islamisering niet stoppen, zijn Eurabië en Nederrabië slechts een kwestie van tijd. Een eeuw geleden woonden er in Nederland ongeveer 50 moslims, vandaag de dag ongeveer een miljoen. Waar gaat dat heen?” En hij besloot met de stelling: “Het is vijf minuten voor twaalf. Als wij zo doorgaan, zal die verdergaande islamisering vroeg of laat het einde betekenen van de Westerse beschaving en de Nederlandse cultuur, zoals wij die nu kennen."

In het verkiezingsprogramma heeft dit geleid tot onder meer de volgende standpunten: Geen moskee er mee bij. Alle islamitische scholen dicht. Geen subsidie voor islamitische media. Belasting van hoofddoekjes (geldt alleen voor moslims). Een volledige immigratiestop voor mensen uit islamitische landen. De islam krijgt geen 'voorrechten' van een godsdienst. Uit onder meer schriftelijke vragen die de PVV geregeld stelt, blijkt verder dat die partij iedere vorm van 'rekening houden met moslims' als islamisering van ons land ziet. Ook initiatieven van moslims zelf, zoals het stichten van 'eigen' instellingen wordt daarvoor als bewijs gezien. Wilders zelf bepleitte in 2007 een verbod op de Koran. De grondwettelijke vrijheden van godsdienst, onderwijs, en vereniging en vergadering gelden bij de PVV voor iedereen, maar niet voor moslims. Overigens mogen moslims die 'zich netjes gedragen' wel blijven en 'gewoon' meedoen aan onze samenleving.

Het innemen van standpunten, hoe extreem ook, is toegestaan. De geschiedenis kent daarvan diverse voorbeelden: of het nu ging om het afnemen van grondrechten, om ingrijpende wijziging in bezitsverhoudingen of om het radicaal veranderen van de staatkundige orde. De geschiedenis laat echter tevens zien dat partijen vaak later (deels) terugkwamen van die extreme standpunten. Soms was dat omdat opvattingen veranderden, maar vaker waren er opportunistische redenen: bijvoorbeeld de erkenning dat een standpunt onhaalbaar was of om de kans op regeringsdeelname te vergroten. Wie daarvoor niet koos, bleef getuigenispartij.

Zelfs de als 'extreme' getuigenispartij bekendstaande SGP heeft tegenwoordig een veel gematigder programma dan bijvoorbeeld in 1970. Toen bepleitte de SGP nog de strafbaarstelling van zondagsontheiliging, verplichtstelling van de eed, een verbod op crematie en het stopzetten van subsidiëring van openbaar onderwijs. Al die punten zijn inmiddels geschrapt uit het verkiezingsprogramma.

Voor het realiseren van het kernpunt van het PVV-programma 'bestrijding van de islam' is verandering van de Grondwet (via uiteindelijk een twee derde meerderheid in beide Kamers) nodig, alsmede opzegging van internationale burgerrechtverdragen. De PVV zegt uit te zijn op realisering van deze programmapunten - en daaraan hoeft niet te worden getwijfeld - via democratische weg. Realisering van onrealistische programmapunten is evenwel onmogelijk.

Als het bijvoorbeeld gaat om standpunten over bezuinigingen op het persoonsgebonden budget en de socialewerkvoorziening, over verhoging van de AOW-leeftijd of om het openbaar aanbesteden van gemeentelijke vervoersbedrijven moet de PVV uiterst serieus worden genomen. Voor wat haar islamstandpunt - haar kernpunt - betreft, is zij een getuigenispartij die door andere partijen nauwelijks serieus wordt genomen.

  • Handelingen Tweede Kamer, 6 september 2007, pp. 5260-5268


Andere recente columns