Een opmerkelijk grafiekje

25 maart 2011, column J.Th.J. van den Berg

Op 17 maart presenteerden de politicologen Andeweg en Thomassen een ‘Democratic Audit voor Nederland’. Daarmee namen zij een initiatief over dat al eerder in landen als Australië, Groot-Brittannië en Zweden met succes is beproefd. In zulk een audit wordt allerlei politiek-wetenschappelijk onderzoek naar het functioneren van de democratie en haar instellingen voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. Dat is nu ook in Nederland gebeurd en de beide samenstellers hebben daarvoor de medewerking gekregen van in totaal vijftig politicologen en bestuurskundigen. Het boek erover, ‘Democratie doorgelicht’ is een uitgave van Leiden University Press. Andeweg en Thomassen hebben er hun eigen evaluatie en beoordeling aan toegevoegd en doen suggesties voor vernieuwing van de Nederlandse democratie. Dat gebeurt in een apart boekje: ‘Van afspiegelen naar afrekenen?’

Op de belangwekkende resultaten van het project zal ik zeker nog eens terugkomen in deze rubriek. Hier beperk ik mij tot bespreking van een hoogst opmerkelijk grafiekje dat Andeweg en Thomassen gebruiken in hun tweede boek. Dit grafiekje laat zien wat de politieke gevolgen zijn van vier jaar (of minder) als coalitie regeren bij de verkiezingen. Enerzijds ligt zulk grafiekje zozeer voor de hand dat je je afvraagt waarom het niet al veel eerder is vervaardigd. Anderzijds laat het zien dat wij pas recent, ook wetenschappelijk, zijn gaan denken in termen van politiek afrekenen door de kiezer.

Wat blijkt nu uit dit grafiekje? Bijna elke coalitie blijkt sinds 1945 bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer meer of minder zwaar verlies te hebben geleden. Regeren is voor een coalitie niet echt ‘lucratief’; dat is er in recente jaren trouwens niet beter op geworden. Voor zover het om een Europees verschijnsel gaat, valt uit verkiezingsuitslagen af te leiden dat partijen en coalities in Europa in de jaren vijftig nog wel eens met winst uit de stembusslag kwamen, maar dat sindsdien verlies normaal is geworden.

Dat hoeft niet steeds ‘rampzalig’ voor een coalitie uit te pakken. Wat ook nu nog regelmatig voorkomt, ook in Nederland, is dat de coalitie weliswaar verlies lijdt, maar niettemin haar meerderheid onder de kiezers weet te behouden. Wat ook wel voorkomt is, dat in de coalitie de ene partij verlies lijdt, terwijl de andere min of meer forse winst maakt. Voorbeeld is het eerste kabinet-Lubbers dat optrad tussen 1982 en 1986. De coalitie leed licht verlies, maar het CDA steeg van 43 naar 54 zetels. Het verlies kwam geheel op rekening van de VVD, die een stijgende lijn van jaren in een keer zag afgebroken.

Wat echter het meest wonderlijke aan het grafiekje is: sinds 1945 is niet alleen slechts in vier gevallen (op een totaal van twintig) de coalitie met winst uit de verkiezingen tevoorschijn gekomen, maar bovendien was in elk van deze vier gevallen een sociaaldemocraat zowel premier als lijsttrekker van zijn partij. In twee gevallen ging het om minister-president Drees, in 1952 en 1956 tevens lijsttrekker van de PvdA. Voorts slaagde premier Den Uyl er als lijsttrekker in de coalitie aan winst te helpen in 1977. De laatste succesvolle premier-lijsttrekker was Wim Kok, die in 1998 de coalitie naar een verkiezingsoverwinning bracht.

Met andere woorden, sociaaldemocraten zijn de enigen geweest, die er in de naoorlogse parlementaire geschiedenis in zijn geslaagd zowel hun partij als de door hen geleide coalitie bij de kiezers tot een succes te maken.

Nu ging dat soms ten koste van een of meer coalitiepartners. In 1952 gold dat bij voorbeeld voor de KVP, de partij die tot dan toe groter was geweest dan de PvdA. Wat niet bevorderlijk was voor de vriendschap. In 1956 waren KVP en PvdA beide succesvol, maar werd de PvdA niettemin groter dan de KVP. Hetzelfde gold in 1977 waar bij de verkiezingen de PvdA ruim over het CDA heen ging, hoewel de christen-democraten voor het eerst sinds jaren niet hadden verloren. In 1998 wonnen zowel de PvdA als de VVD, maar moest de architect van de paarse coalitie, D66, flink verlies incasseren.

Of er veel diepgaande analyse bij zulk een grafiekje past, is de vraag, maar merkwaardig blijft het.



Andere recente columns