Inhoudsopgave van deze pagina:
- 1: Recht op leven
- 2: Waardigheid
- 3: Rechtsgelijkheid
- 4: Vrijheid van gedachte
- 5: Vrijheid van meningsuiting en informatie
- 6: Persoonlijke levenssfeer
- 7: Bescherming van het gezin
- 8: Vrijheid van vergadering
- 9: Vrijheid van vereniging
- 10: Recht op eigendom
- 11: Vrijheid van beroep en arbeidsomstandigheden
- 12: Collectieve en sociale rechten
- 13: Sociale bescherming
- 14: Recht op onderwijs
- 15: Recht op toegang tot informatie
- 16: Politieke partijen
- 17: Toegang tot de rechtspraak
- 18: Non bis in idem
- 19: Niet-retroactiviteit
- 20: Petitierecht
- 21: Recht op eerbiediging van het milieu
- 22: Beperkingen
- 23: Beschermingsniveau
- 24: Rechtsmisbruik
3: Rechtsgelijkheid
-
a)Allen zijn voor de wet gelijk.
-
b)Verboden is elke vorm van discriminatie, met name op grond van ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke herkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.
-
c)De gelijkheid tussen mannen en vrouwen moet worden gewaarborgd.
6: Persoonlijke levenssfeer
-
a)Eenieder heeft recht op eerbiediging en bescherming van zijn identiteit.
-
b)De eerbiediging van persoonlijke levenssfeer, gezinsleven, goede naam, huis en particuliere communicatievormen wordt gewaarborgd.
-
c)De overheden mogen alleen personen en organisaties controleren indien zij daartoe naar behoren gemachtigd zijn door een bevoegde rechterlijke instantie.
11: Vrijheid van beroep en arbeidsomstandigheden
-
a)De Unie erkent het recht op arbeid; de Unie en haar lid-staten nemen de noodzakelijke maatregelen, opdat dit recht daadwerkelijk kan worden uitgeoefend.
-
b)Eenieder heeft het recht op de vrije keuze van beroep en arbeidsplaats en op de vrije uitoefening van zijn beroep.
-
c)Aan niemand kan om willekeurige redenen arbeid ontnomen worden en niemand mag tot het verrichten van een bepaalde arbeid gedwongen worden.
12: Collectieve en sociale rechten
-
a)Het recht de verdediging van hun rechten collectief te organiseren, met inbegrip van het recht vakverenigingen op te richten, wordt aan de werknemers gegarandeerd.
-
b)Het recht op onderhandeling tussen de sociale partners wordt gewaarborgd, alsook het recht collectieve overeenkomsten te sluiten op het niveau van de Unie.
-
c)Het recht op collectieve acties en het stakingsrecht worden gewaarborgd.
-
d)De werknemers hebben het recht regelmatig te worden geïnformeerd over de economische en financiële situatie van hun onderneming en te worden geraadpleegd over de besluiten die van invloed kunnen zijn op hun belangen.
13: Sociale bescherming
-
a)Eenieder heeft het recht aanspraak te maken op maatregelen die zijn gezondheid ten goede komen.
-
b)Eenieder die niet over voldoende financiële middelen beschikt, heeft recht op sociale bijstand en gezondheidszorg.
-
c)Werknemers, zelfstandigen en hun rechthebbenden hebben recht op sociale zekerheid of gelijkwaardige voorzieningen.
-
d)Eenieder die zich om redenen die buiten zijn macht liggen niet behoorlijk kan huisvesten, heeft recht op bijstand van de bevoegde overheden.
14: Recht op onderwijs
-
a)Eenieder heeft recht op onderwijs en beroepsopleiding naar gelang zijn capaciteiten.
-
b)Het onderwijs is vrij.
-
c)Het recht van de ouders om het onderwijs te laten geven overeenkomstig hun godsdienstige en levensbeschouwelijke overtuiging wordt gewaarborgd, met inachtneming evenwel van het recht van het kind op eigen ontplooiing.
17: Toegang tot de rechtspraak
-
a)Eenieder heeft het recht voorziening te vragen bij een door de wet bepaalde rechter.
-
b)Eenieder heeft recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke op voorhand bij de wet is ingesteld.
-
c)De toegang tot de rechtspraak dient daadwerkelijk gegarandeerd te zijn en er wordt rechtsbijstand verleend aan degene die onvoldoende middelen heeft om in rechte op te treden.
22: Beperkingen
Er is geen afwijking mogelijk van de eerbiediging van de rechten en vrijheden die door deze Grondwet worden gewaarborgd, behalve op grond van een wet die de wezenlijke inhoud ervan eerbiedigt, binnen redelijke en voor het behoud van een democratische samenleving noodzakelijk geachte grenzen.