Trias

Volgens de theorie van Montesquieu is het belangrijk dat de drie overheidstaken wetgeving, bestuur en rechtspraak niet in dezelfde hand komen. Deze zogenaamde 'trias politica' gaat er van uit dat de burger het best gediend is met een scheiding van deze machten. In Nederland kunnen we echter beter spreken van machtenspreiding.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Montesquieu

Montesquieu leefde van 1689-1755. In 1748 verscheen zijn boek 'De l'esprit des lois'. In dit boek weegt hij onder andere verschillende staatssystemen tegen elkaar af. Het Engelse systeem kon Montesquieu zeer waarderen. Ondanks dat hem later verweten is, dat hij dit Engelse systeem te rooskleurig zou hebben afgeschilderd, wordt zijn boek als een belangrijke leidraad beschouwd voor de staatsinrichting.

2.

Theorie

Montesquieu vindt het de taak van de overheid te zorgen voor vrijheid van haar onderdanen. Deze vrijheid omvat het recht om vrij te kunnen denken, spreken, schrijven en handelen. De verwezenlijking van deze vrijheid hangt sterk samen met de staatsinrichting. Willekeur en persoonlijke belangen krijgen minder kans wanneer de uitoefening van iedere bevoegdheid over voldoende schijven loopt.

De staat oefent drie werkzaamheden uit. Zij geeft algemene voorschriften omtrent de wijze waarop men zich moet gedragen. Daarnaast moet de staat de interne en externe veiligheid garanderen. Deze taak kan als de uitvoerende taak van de overheid worden gezien. Ten slotte behoort de rechtspraak tot het takenpakket van de overheid.

Deze drie taken moeten aan van elkaar onafhankelijke autoriteiten worden opgedragen, om tirannie en almacht te voorkomen. Daarnaast vindt Montesquieu dat de regelgevende taak aan een vertegenwoordigend lichaam moet worden opgedragen, om zo de burgers een stem te geven.

De uitvoeringsorganen van de drie overheidstaken moeten, door middel van controle door elkaar, zorgen dat de taken goed uitgevoerd worden.

3.

Toepassing

Deze trias-leer heeft een enorme impact gehad op het staatsrecht-denken. Vrijwel elk democratisch land heeft zijn theorie omarmd. Wat betreft de rechtspraak is deze theorie vrijwel overal toegepast. In het westerse denken is iedereen het er over eens dat het voor de onafhankelijkheid van de rechtspraak niet goed zou zijn als deze door dezelfde instantie zou gebeuren die wetgeving of bestuur beheert.

Bestuur en wetgeving gaan wel vaker hand in hand. In Nederland is dit ook het geval. De regering is namelijk verantwoordelijk voor het bestuur, de uitvoering van de wetgeving. Daarnaast is zij, tezamen met de Staten-Generaal, verantwoordelijk voor de wetgeving. Dit wordt niet als een erg grote inbreuk op de trias-leer gezien, aangezien de volksvertegenwoordiging toch de instantie is die in laatste instantie over wetgeving oordeelt.