bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Gelderse edelman, die Tweede Kamerlid en Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië was. Na zijn rechtenstudie advocaat in Zutphen en in 1847 griffier van de Gelderse Staten. Nadat hij landvoogd was geweest van Indië (1861-1866) werd hij Tweede Kamerlid en dat bleef hij drie jaar. Als Gouverneur-Generaal zette hij zich in voor de verdere ontwikkeling van de kolonie, onder andere door spoorwegaanleg. Grote belangstelling voor de streek- en rechtsgeschiedenis, waarover hij veel publiceerde. Lid van de Academie van Wetenschappen.
liberaal
functie(s) in de periode 1848-1871: buitengewoon lid Tweede Kamer, lid Tweede Kamer, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië
rechter-plaatsvervanger Arrondissementsrechtbank te Zutphen, van 1 oktober 1838 tot 1 januari 1848
lid stedelijke raad van Zutphen, omstreeks 1845 tot december 1847
wethouder van Zutphen, van 2 januari 1845 tot december 1847
griffier Staten van Gelderland, van 1 januari 1848 tot 1 juni 1860
buitengewoon lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 21 september 1848 tot 8 oktober 1848 (voor Gelderland)
Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, van 19 oktober 1861 tot 25 oktober 1866 (benoemd bij K.B. van 23 juni 1861)
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 februari 1868 tot 18 september 1871 (voor het kiesdistrict Arnhem)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/12)
voorzitter College van Curatoren Rijksuniversiteit Leiden, van 1 oktober 1885 tot 10 december 1890
lid Raad van Commissarissen "Nederlandsche Zuid-Oostspoorwegmaatschappij", omstreeks 1889
ondervoorzitter Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, omstreeks 1876
lid bestuur Vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het oude vaderlandsche recht, tot 10 december 1890
afgeleide functies, presidia etc.
lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1869 tot februari 1870
lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1871 tot september 1871
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in Nederlandsch-Indië, vanaf 14 april 1866
erelid Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, omstreeks 1882
erelid Vereeniging tot bevordering der geneeskundige wetenschappen in Nederlandsch-Indië, omstreeks 1882
erelid Planten- en dierentuin te Batavia
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
Voerde als lid van de Dubbele Kamer het woord bij de algemene beschouwingen over de Grondwetsherziening en bij de behandeling van de hoofdstukken IV (Prov. Staten en Gemeentebesturen), VIII (Defensie), IX (Waterstaat) en X (Onderwijs en Armbestuur)
Sprak in de Tweede Kamer met name over koloniale onderwerpen en daarnaast over binnenlandse zaken (spoorwegen, posterijen)
opvallend stemgedrag
Stemde in 1848 vóór alle voorstellen tot Grondwetsherziening
Stemde op 23 maart 1868 vóór de motie-Blussé van Oud-Alblas, die uitsprak dat de Kamerontbinding van 1867 niet in het landsbelang was geweest
Wetenswaardigheden
algemeen
Schafte als Gouverneur-Generaal de bestraffing door rotanslagen en de verplichte teelt en levering van specerijen op de Molukken af
uit de privésfeer
Begon op dezelfde dag als zijn broer zijn studie in Utrecht
Hield zich vanaf 1860 in Leiden bezig met archiefstudie van oud-vaderlandsrecht
Tijdens zijn verblijf in Indië overleden zijn oudste zoon en zijn echtgenote. Verder verloor hij een 22-jarige zoon en een 2-jarig dochtertje.
Zijn vader was districtscommissaris van De Veluwe en lid van Provinciale Staten van Gelderland
verkiezingen
Werd in 1866 bij de algemene verkiezingen in het district Arnhem verslagen door L.W.Ch. Keuchenius en C.Th. baron van Lynden van Sandenburg
Werd in 1868 bij de algemene verkiezingen samen met W.H. Dullert gekozen. Zij versloegen na herstemming C.Th. baron van Lynden van Sandenburg en G. Groen van Prinsterer.
Werd in 1871 bij de periodieke verkiezingen verslagen door J.Ph.J.A. graaf van Zuylen van Nijevelt (cons.)
Werd in oktober 1871 bij een tussentijdse verkiezing in het district Tiel verslagen door C.Th. baron van Lynden van Sandenburg
niet-aanvaarde politieke functies
Commissaris des Konings in Gelderland, 1850
minister van Koloniën, maart 1858 (geweigerd vanwege gezondheid)
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Levensbericht door H. Kern, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1891/2, 1
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel V, 751
M.A. van Rhede van der Kloot, "Gouverneurs-Generaal en Commissarissen-Generaal van Nederlandsch-Indië 1610-1888"
F.J.W. Scholten, "Ludolph Anne Jan Wilt baron Sloet. 1806-1890, Griffier van de provincie Gelderland, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië en Historicus", in: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel II, 94
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek