Drs. C.P. (Kees) van Dijk

foto Drs. C.P. (Kees) van Dijk
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Fotopersburo Dijkstra

Uit de CHU afkomstige CDA-politicus van streng gereformeerden huize. Begon zijn loopbaan in Zuid-Afrika en was daarna bestuursambtenaar in Nieuw-Guinea. Werkte vervolgens onder meer bij de Wereldbank en was raadslid in Rotterdam. In de Tweede Kamer aanvankelijk woordvoerder volkshuisvesting, maar hij hield zich spoedig ook bezig met financiën, handelspolitiek en economische zaken. Werd in het tweede kabinet-Van Agt minister voor ontwikkelingssamenwerking. Keerde in 1982 terug naar de Kamer en maakte toen furore als voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie RSV. Op het eerste gezicht een steile calvinist, maar beschikkend over droge humor. In het tweede kabinet-Lubbers minister van Binnenlandse Zaken en toen enige tijd uitgeschakeld door hartklachten. Besloot zijn politieke loopbaan als senator.

CDA
in de periode 1978-1999: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Cornelis Pieter (Kees)

geboorteplaats en -datum
Rotterdam, 25 juli 1931

overlijdensplaats en -datum
Rotterdam, 29 december 2008

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • CHU (Christelijk-Historische Unie), van 1973 tot 11 oktober 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980

3.

Hoofdfuncties/beroepen (11/19)

  • hoofd onderwijsdivisie, Wereldbank te Washington (VS), tot 1973
  • zelfstandig economisch adviseur ontwikkelingssamenwerking, van 1973 tot 1977
  • lid gemeenteraad van Rotterdam, van 3 september 1974 tot 29 september 1977
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 11 september 1981
  • minister zonder portefeuille, belast met ontwikkelingssamenwerking (minister voor ontwikkelingssamenwerking), van 11 september 1981 tot 4 november 1982
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1982 tot 14 juli 1986
  • minister van Binnenlandse Zaken, van 14 juli 1986 tot 3 februari 1987
  • minister: niet belast met de leiding van een ministerie, van 3 februari 1987 tot 6 mei 1987 (i.v.m. hartoperatie)
  • minister van Binnenlandse Zaken, van 6 mei 1987 tot 7 november 1989
  • ambteloos, vanaf 7 november 1989
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 11 juni 1991 tot 8 juni 1999

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/20)

  • voorzitter commissie Mediabeleid, CIO (Interkerkelijk Contact in Overheidszaken), van 1996 tot 1997
  • voorzitter commissie van onderzoek Zuid-Hollandse Ceteco-affaire, van augustus 1999 tot 1 oktober 1999

afgeleide functies, presidia etc. (2/3)
  • voorzitter vaste commissie voor Buitenlandse Handel (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 2 december 1982 tot 14 juli 1986
  • voorzitter parlementaire enquêtecommissie RSV (Rijn-Schelde Verolme) (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 24 maart 1983 tot 14 juli 1986

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met volkshuisvesting, financiën, internationale financiële vraagstukken, buitenlandse handel en economische zaken
  • Was in 1980 en in de jaren 1983-1985 namens zijn fractie woordvoerder bij de algemene financiële beschouwingen
  • Hield zich als Eerste Kamerlid vooral bezig met financiën, binnenlandse zaken, economische zaken en ontwikkelingssamenwerking

opvallend stemgedrag (0/7)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/7)
  • Bracht in 1989 de notitie Functionele decentralisatie uit. Dit betreft de overgang van taken of bevoegdheden aan afzonderlijke organen of lichamen van functioneel bestuur, zoals waterschappen, openbare lichamen van beroep en bedrijven, alsmede zelfstandige bestuursorganen. Er worden enkele aandachtspunten geformuleerd, zoals een goede taakomschrijving en duidelijke afbakening, het voorkomen dat het centrale bestuur wordt verzwakt, het voorkomen dat een verbrokkelde structuur ontstaat met te grote spreiding van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, duidelijkheid over de ministeriële verantwoordelijkheid, en verantwoordingsplicht en openbaarheid. (21.042)
  • Diende in 1989 samen met minister Korthals Altes het wetsvoorstel Algemene wet bestuursrecht in. Dit voorstel werd in 1992 door de ministers Hirsch Ballin en Dales in het Staatsblad gebracht. (21.221)
  • Belangrijke benoemingen tijdens zijn ministerschap: Houben (CDA, Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant), Hendrikx (CDA, Commissaris van de Koningin in Overijssel); Van Kemenade (PvdA, burgemeester van Eindhoven), Brokx (CDA, burgemeester van Tilburg), Burgers (CDA, burgemeester van 's-Hertogenbosch)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/8)
  • Bracht in 1988 samen met minister Korthals Altes een wet (Stb. 576) tot wijziging van de Politiewet tot stand. Daarbij werd de grens voor overgang van rijks- naar gemeentepolitie verhoogd van 25.000 naar 40.000 inwoners. Commissaris van de Koningin en minister kregen een aanwijzingsbevoegdheid voor burgemeesters bij grensoverschrijdende ordeverstoringen. Verder werd een wettelijke basis gegeven aan veiligheidsfouillering bij bijvoorbeeld sportwedstrijden. (19.535)
  • Bracht in 1988 samen met minister Korthals Altes de Wet persoonregistraties (Wpr) (Stb. 665) tot stand, die regels bevat over het registreren van privégevoelige gegevens in elektronische databanken. Het wetsvoorstel was in 1985 mede ingediend door zijn voorganger Rietkerk. (19.095)
  • Bracht in 1989 samen met minister Korthals Altes wijzigingen (Stbb. 293 en 294) van de Wet op de Raad van State tot stand ter aanpassing aan de gewijzigde Grondwet. Onder meer wordt de adviesaanvrage door de Tweede Kamer over initiatiefwetsvoorstellen verplicht gesteld. (19.890)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • Kwam kort na zijn aantreden als minister enigszins in opspraak door uitspraken tijdens zijn vroegere verblijf in Zuid-Afrika waarin hij zich in waarderende zin had uitgelaten over het apartheidsregime. Verklaarde echter daar allang niet meer achter te staan.
  • Kwam als minister voor Ontwikkelingssamenwerking in conflict met de NCO (Nationale Commissie Ontwikkelingsstrategie), nadat hij een herstructurering van de NCO had aangekondigd
  • Kort na zijn aantreden als minister van Binnenlandse Zaken zorgde een uitspraak van hem over het gebrek aan inzet van sommige ambtenaren voor een verstoorde verhouding met de ambtenarenbonden. Hij wees met name op het relatief hoge ziekteverzuim. De uitspraak werd gedaan bij de aankondiging van een afslankingsoperatie van de rijksoverheid die tot vermindering van het aantal ambtenaren met 20.000 moest leiden.

anekdotes en citaten
  • Toen oud-minister-president Den Uyl tijdens zijn verhoor voor de RSV-enquêtecommissie de retorische vraag stelde "wat is er mooier dan een schip maken en het van de helling zien lopen?", antwoordde hij droogjes: "Ik weet één ding dat mooier is, dat is een vrouw".

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • H. Visser, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1983)
  • Haagse Post, 29 november 1986
  • De Volkskrant, 20 december 1986
  • NRC Handelsblad, 31 oktober 1989
  • V.A.M. van der Burg, "Herinneringen aan C.P. van Dijk (1931-2008)", in: "Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2009", 151

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.