"Meer Europa leidt niet tot solidariteit"
DEN HAAG (PDC) - "Meer Europa leidt niet tot solidariteit". Deze stelling nam Arjo Klamer, hoogleraar in de culturele economie, in tijdens de discussiebijeenkomst ‘Draagkracht of draagvlak in de EU’. De discussie tussen Klamer en europarlementariër Judith Sargentini, werd georganiseerd door het Montesquieu Instituut, in samenwerking met het dagblad Trouw, in het kader van een debatserie over de staat van de democratie.
Een muntunie zonder een politieke unie, is een wankel bouwwerk. Met deze stelling startte Judith Sargentini haar betoog over het belang van een sterke Europese Unie. In de huidige crisis is het zowel de banken als de politiek niet gelukt om de Griekse problemen te beteugelen. Zij merkt daarbij op dat ook de onzichtbare hand van de markt vaak mis blijkt te tasten, en vervolgens de hand op houdt bij de overheid.
Een grotere deling van de soevereiniteit met de Europese Unie, en een grotere bemoeienis van Europa is volgens Sargentini dan ook nodig. Een oplossing zou kunnen liggen in de invoering van grensoverschrijdende kieslijsten, het mogelijk maken van het wegsturen van individuele eurocommissarissen, en een striktere controle op naleving van grondrechten door de lidstaten.
Volgens Klamer zullen de voorstellen van Sargentini de EU juist ondermijnen. Hij ziet het gevaar in een Europese Unie die steeds verder af staat van de werkelijkheid, de burgers, en de pers. Solidariteit is er wel voor de regio’s binnen eigen land, maar de Grieken, Ieren of Italianen zullen moeten bloeden.
Hoewel er grote offers nodig zijn om de EU te redden, is hier geen draagvlak voor. De EU besteedt daarbij slechts aandacht aan de logica van governance en de markt. Deze logica creëert echter geen warme gevoelens. De heer Klamer pleit dan ook voor een Europa van kleinere eenheden, waar voldoende gemeenschappelijk is, mensen betrokken zijn en de democratie zo volledig tot haar recht kan komen.
Op de inleidingen volgde een levendige discussie onder leiding van politiek columnist (Trouw) Hans Goslinga. Centraal stond de vraag wat de mate van draagvlak voor de Europese Unie binnen de samenleving is, en of dit het begin of juist het einde van een ‘sterkere’ Europese Unie in moet luiden.