Troonrede 1999 (volledige tekst)
In de integrale tekst van de troonrede 1999 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.
In de integrale tekst van de troonrede 1999 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.
In de integrale tekst van de troonrede 2000 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.
Dit ministerie werd in 1947 door het kabinet-Beel I ingesteld als voortzetting van het ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw. Het ministerie was verantwoordelijk voor de woningbouw en -verbetering, herstel van woningen en gebouwen, woningverdeling, krotopruiming, huurbeleid, rijksgebouwendienst, ruimtelijke ordening (Rijksdienst voor het Nationale Plan) en de Rijksdienst voor de uitvoering van werken (DUW).
Dit ministerie werd in 1877 ingesteld bij de formatie van het kabinet-Kappeyne van de Coppello. Tot dan viel de verantwoordelijkheid voor waterstaat, posterijen, handel, nijverheid, landbouw en visserij onder het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Dit ministerie werd bij de formatie van het kabinet-De Meester ingesteld. Omdat de beoogde minister enige tijd afwezig was, werd het ministerie pas op 1 juli 1906 daadwerkelijk ingesteld. Vanaf 1877 viel Waterstaat onder het ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. In 1905 kwam er een afzonderlijk ministerie voor de economische sector (Landbouw, Nijverheid en Handel).
Onder Waterstaat vielen als regel ook de verantwoordelijkheid voor de PTT en voor de (radio-)omroep.
Dit ministerie werd in juni 1945 ingesteld door het kabinet-Schermerhorn. Landbouw viel tot dan met Handel en Nijverheid onder een afzonderlijk ministerie en visserij behoorde tot het ministerie van Scheepvaart en Visserij. Per 16 oktober 1945 werd de naam gewijzigd in Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. De minister voerde al vrijwel direct de titel 'minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening'.
Dit ministerie werd in juni 1945 ingesteld door het kabinet-Schermerhorn als voortzetting van het ministerie van Waterstaat. Het had de zorg voor de (in de oorlog zwaar getroffen) infrastructuur, zoals wegen, bruggen, water- en spoorwegen en voor de energiesector. In 1946 ging energie, inclusief de mijnbouw, over naar het ministerie van Economische Zaken. De naam werd toen ministerie van Verkeer.
Meer over
Dit ministerie was in 1959 de voortzetting van het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Door opneming van Bouwnijverheid in de naam werd de prioriteit die daaraan werd gegeven benadrukt. In 1965 werd de naam gewijzigd in Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Dit ministerie bestond in 1946-1947. Het werd ingesteld door het eerste kabinet-Beel als opvolger van het ministerie van Verkeer en Energie. Energie ging toen over naar Economische Zaken. Wel kreeg het ministerie van Verkeer de zorg voor de scheepvaart, waarvoor in 1945-1946 een apart ministerie bestond.
In 1947 werd de naam gewijzigd in Verkeer en Waterstaat.
Meer over
Dit ministerie was de voortzetting van het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen. Het had de zorg voor zaken betreffende de in december 1949 tot stand gekomen Nederlands-Indonesische Unie, en voorts voor Nieuw-Guinea, Suriname en de Nederlandse Antillen. Per 1 januari 1953 werd de naam Overzeese Rijksdelen. De aangelegenheden betreffende de - zieltogende - Unie gingen toen naar Buitenlandse Zaken.