Koninklijke Boodschap
De koninklijke boodschap is een brief waarmee de regering een wetsvoorstel aanbiedt aan de Tweede Kamer. Dit wordt ook wel de aanbiedingsbrief genoemd. De koninklijke boodschap zegt niets over de inhoud van een wetsvoorstel.
De koninklijke boodschap is een brief waarmee de regering een wetsvoorstel aanbiedt aan de Tweede Kamer. Dit wordt ook wel de aanbiedingsbrief genoemd. De koninklijke boodschap zegt niets over de inhoud van een wetsvoorstel.
Dit is een artikel in de serie Wandelingen door de Handelingen, een kijkje in de Nederlandse parlementaire geschiedenis aan de hand van spraakmakende debatten.
In de integrale tekst van de troonrede 2011 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.
Het vooraf ter beschikking stellen van begrotingen, de Miljoenennota en andere stukken die formeel op Prinsjesdag worden gepresenteerd, was al enige tijd onderwerp van discussie. Zowel Kamerleden als journalisten willen goed voorbereid commentaar kunnen geven op de plannen van het kabinet voor het komende jaar. Het gevaar bestaat echter dat er dan al vóór Prinsjesdag documenten naar buiten komen en discussies voortijdig beginnen. Daarom kwam er een embargoregeling, zowel voor media als Kamerleden.
Het begrotingsrecht is een oud parlementair recht. Het recht stond al in de Staatsregeling van 1798. In 1815-1840 waren er tienjaarlijkse (gewone) begrotingen. Alleen voor buitengewone uitgaven (defensie, oorlog) was er een jaarlijkse begroting. In 1840 werd een tweejaarlijkse begroting ingevoerd. In dat jaar kwamen er ook afzonderlijke begrotingshoofdstukken per ministerie. De Grondwetsherziening van 1848 bracht de jaarlijkse begroting.
In 2012 heeft de Tweede Kamer door een wijziging in haar Reglement van Orde het gehele verloop van de kabinetsformatie naar zich toegetrokken. Zo roept de Voorzitter na de verkiezingen de nieuwe fractievoorzitters bijeen om een verkenner aan te wijzen. Daarna besluit de Tweede Kamer na debatten over het verdere verloop en de aanwijzing van (in)formateurs.
Dit is een stap in de procedure van de totstandkoming van een wetsvoorstel. Voordat een wetsvoorstel besproken wordt in de plenaire zaal, vindt er eerst een schriftelijke voorbereiding plaats; het verslag is de eerste stap van de Kamer. Dit verslag helpt de indiener om vragen die het wetsvoorstel heeft opgeroepen te beantwoorden, en om te zien welke belangen er aan de orde zijn.
De Nederlandse economie beleefde onder het kabinet-De Quay in 1960 een recordgroei van 9%, al viel de groei in de jaren daarna iets terug. In economisch opzicht was deze kabinetsperiode om een aantal redenen bijzonder: in Groningen werd aardgas ontdekt, in het begrotingsbeleid voerde het kabinet de Zijlstranorm in en de geleide loonpolitiek werd verlaten. Ook kwam er een Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid.
Het kabinet-Marijnen regeerde tijdens een periode van hoogconjunctuur. In 1964 bedroeg de economische groei maar liefst 8,6%. Door de krapte op de arbeidsmarkt stegen ook de lonen sterk. In 1964 was er sprake van een loonexplosie: de lonen stegen gemiddeld meer dan 15%. De sociale zekerheid werd in hoog tempo uitgebreid: in 1965 trad de Algemene Bijstandswet in werking en er kwam een sociaal minimum. De collectieve uitgaven namen toe. Om dit te betalen gingen de lasten omhoog.
In de periode 1866-1868 ontstonden diverse conflicten tussen kabinet en Tweede Kamermeerderheid. Het kabinet ontbond na nederlagen twee keer de Tweede Kamer in de hoop na verkiezingen te kunnen doorregeren. In 1866 lukte dat, maar in 1868 dolf het kabinet uiteindelijk het onderspit.