kabinet
Kabinet-Van Tienhoven (1891-1894)
Kabinet-Mackay (1888-1891)
Kabinet-Heemskerk Azn. (1883-1888)
Dit conservatief-liberale kabinet wist in 1887 een grondwetsherziening tot stand te brengen, die leidde tot kiesrechtuitbreiding en de weg opende voor het oplossen van de onderwijskwestie en de legerorganisatie. Op andere gebieden, met name op financieel terrein, kon het kabinet niet veel bereiken. Behalve formateur Heemskerk waren de ministers geen van allen politieke figuren. Veel ministers moesten voortijdig het veld ruimen na parlementaire nederlagen.
Kabinet-Van Lynden van Sandenburg (1879-1883)
Dit gemengd conservatief-liberale kabinet, ook wel fusiekabinet genoemd, had een wankele basis in de Tweede Kamer. Daarom zag het voorlopig af van voorstellen op het gebied van het onderwijs en het kiesrecht. Leider was C.Th. baron van Lynden van Sandenburg, een conservatief/antirevolutionair oud-Kamerlid en oud-minister, die nauwe banden had met het koningshuis.
Kabinet-Kappeyne van de Coppello (1877-1879)
De kern van dit liberale kabinet werd gevormd door de leiding van de vooruitstrevende liberale Kamerclub, met aan het hoofd Kappeyne van de Coppello. Ook de ministers Smidt, Tak van Poortvliet en De Roo van Alderwerelt behoorden daartoe. Met name minister Gleichman van Financiën was echter veel behoudender.
Kabinet-Heemskerk/Van Lynden van Sandenburg (1874-1877)
Na drie liberale kabinetten, die voor enkele belangrijke wetsvoorstellen geen meerderheid hadden kunnen krijgen, trad een overwegend conservatief minderheidskabinet op. Kabinetsleiders waren de conservatieve voorman Heemskerk en de meer antirevolutionaire Baron Van Lynden van Sandenburg. In het kabinet zat ook een conservatieve katholiek, Van der Does de Willebois. Het kabinet leidde een wankel bestaan, al waren er enkele successen.
Kabinet-Van Bosse/Fock (1868-1871)
Dit liberale kabinet werd in 1868 geformeerd door Thorbecke, die daarin echter zelf geen zitting nam. De vroegere minister van Financiën Van Bosse en de Amsterdamse burgemeester Fock leidden het kabinet. Het kabinet voerde een liberale economische politiek en streefde naar hervormingen op koloniaal gebied.
Kabinet-De Vries/Fransen van de Putte (1872-1874)
Kabinet-Thorbecke III (1871-1872)
Net als het voorgaande kabinet was dit een liberaal kabinet, met de 73-jarige Thorbecke als leider. Herziening van de defensie-organisatie stond hoog in het vaandel. Het kabinet was, zo heette het, aangetreden "Met het geweer op de schouder". Van realisering van de plannen tot legerhervorming kwam echter niets terecht. Gedurende de 19 maanden die het kabinet aan het bewind was, waren er liefst drie ministers van Oorlog.
