Meegaan in frames

24 januari 2020, column Bert van den Braak

Hans Alders verhaalde in het boek Regerender wijs1) hoe dagblad De Telegraaf eens een idee van hem nogal stijlloos had afgeserveerd. Alders, minister voor wonen en milieu in Lubbers III, had op een bijeenkomst verteld dat er in Zwitserland woningen voor ouderen waren met bijvoorbeeld een gezamenlijke wasmachine. Het leek hem een mooi idee voor nieuwe leefgemeenschappen met kleine voorzieningen. De Telegraaf ­ 'framede' dat als: 'je moet aan je buren gaan vragen of ze de was voor je willen doen.' Het is een bekend trucje: je verdraait een uitspraak of feit een beetje en gaat dat dan vervolgens bestrijden of zelfs belachelijk maken.

Dit is één vorm van 'misleiding'. Overdrijving is een andere vaak gebruikte stijlfiguur, vooral om het eigen gelijk te onderstrepen. Dat is in het politieke debat niet nieuw. Toen in 1904 de Hoger-onderwijswet van het kabinet-Kuyper werd besproken, voorspelde de liberale staatsman Goeman Borgesius dat die wet een ramp voor de wetenschap zou betekenen. Dat ging niet om het feit dat de Polytechnische School in Delft Technische Hogeschool zou worden, maar wel over het feit dat studenten voortaan konden afstuderen aan een christelijke universiteit, de Vrije Universiteit. De wet kwam er uiteindelijk en we weten dat het beeld zwaar overtrokken was. De VU leverde - om maar wat te noemen - drie minister-presidenten (Gerbrandy, Biesheuvel en Balkenende).

Overdrijving zien we tegenwoordig in woorden als 'tsunami' (als het om vluchtelingen gaat) of 'islamisering'. Dat soort typeringen blijkt snel gemeengoed te worden, terwijl er feitelijk geen sprake van is. Cijfers die het CBS recentelijk publiceerde over de bevolking laten zien dat het percentage moslims in ons land de afgelopen tien jaar nauwelijks is toegenomen2). Tegenover het opgeworpen beeld van een onbegrensd aantal asielzoekers staat een hard cijfer over daadwerkelijk toegelatenen. De Nederlandse Vreemdelingenwet behoort tot de strengste van de EU en het soms opgeworpen beeld dat iedereen ('gelukzoekers') hier zo maar binnen kan komen, is onjuist.

Van uitvergroting is ook sprake bij het beeld dat rechters steeds meer op de stoel van de politiek gaan zitten. Ten eerste gaat het slechts om incidentele rechterlijke uitspraken en ten tweede is het niet nieuw dat vonnissen mede bepalend zijn in een politiek debat. Dat was bijvoorbeeld zo bij het stakingsrecht voor ambtenaren. Een door minister Beernink in 1969 ingediend wetsvoorstel daarover werd elf jaar later door minister Wiegel ingetrokken, omdat rechterlijke uitspraken inmiddels voldoende klaarheid hadden gebracht. Voor de liberalisering van de omroep waren een uitspraak van de Raad van State in 1989 en het besluit van minister Brinkman om zich daar bij neer te leggen, doorslaggevend. Rechters doen uitspraken op basis van eerder democratisch tot stand gekomen wet- en regelgeving.

In de steeds complexere samenleving ligt ook voortdurend de neiging op de loer zaken simpeler voor te stellen dan ze zijn. Het ingewikkelde proces van besluitvorming in de Europese Unie wordt dan bijvoorbeeld teruggebracht tot 'Brussel' of 'Europa' en er wordt gesuggereerd dat er een 'baas van Europa' is (soms de voorzitter van de Europese Commissie en dan weer de vaste voorzitter van de Europese Raad; net zo het uitkomt). En dan heb ik het er niet over dat eurosceptische partijen dit doen, maar zelfs een 'instituut' als het ANP.

Twee commissies zorgden recentelijk voor voorbeelden van framing. Bij de tussentijdse rapportages door het Adviescollege stikstofproblematiek werd door tegenstanders van voorgestelde maatregelen het partijlidmaatschap van voorzitter Remkes benadrukt. Het beeld werd neergezet dat die uit de koker van VVD'er Remkes kwamen. Het was wellicht onvermijdelijk dat zijn partijlidmaatschap werd vermeld, maar Remkes en het college vallen niet samen. Het kent leden uit andere partijen en leden zonder uitgesproken politieke kleur. Het beeld dat Remkes in persoon en als VVD'er zaken voorstelt, is gewoon onjuist. Dat gold evenzeer voor een advies dat een commissie met Wouter Bos als voorzitter uitbracht over toekomstige huisvesting van ouderen. Het partijlidmaatschap van Bos was, anders dan sommigen ons wilden doen geloven, irrelevant voor dat advies.

In het publieke debat mag dat op zich allemaal: verdraaien, overdrijven, framen. Iets anders is of er wel voldoende alertheid is ten aanzien van deze debattrucjes. Dat lijkt soms te ontbreken, waardoor zelfs 'mainstream'-media te gemakkelijk beelden overnemen; en ook politici doen dat. Termen als 'tsunami', 'Brusselse bureaucraten' of 'superstaat' werden soms overgenomen door politici die zich eigenlijk helemaal niet in die termen kunnen vinden. En dat terwijl het gebruik ervan vooral duidt op een gebrek aan (eigen) goede argumenten. Dat aan de kaak stellen, ligt meer voor de hand dan er klakkeloos in meegaan.


  • 1) 
    P.­ Rehwinkel en J. Nekkers, Regerender wijs. De PvdA in het kabinet-Lubbers/Kok (1994), p.92
  • 2) 
    De jaren tien in cijfers - kerkelijke gezindte in Nederland (website CPB)


Andere recente columns