Rechten en taken Tweede Kamer

In vergelijking met de Eerste Kamer heeft de Tweede Kamer meer rechten en bevoegdheden. De belangrijkste taken zijn medewetgeving en controle. Bij de wetgeving is er met het recht van initiatief en het recht van amendement een sterkere positie dan de Eerste Kamer heeft. Via moties kan invloed worden uitgeoefend op regeringsbeleid. De Tweede Kamer kan een kabinet of bewindspersoon tot aftreden dwingen door het opzeggen van het vertrouwen. De Tweede Kamer heeft ook het recht van onderzoek.

Van betekenis is ook het recht om zelf de agenda vast te stellen, al kan de regering daarbij wel adviseren en om spoed vragen. De Tweede Kamer heeft verder rechten bij benoemingen en bij het helpen van burgers als die problemen hebben met de overheid. De Tweede Kamer moet worden betrokken bij Nederlandse deelname aan vredesmissies en kan inspraak vragen bij Europese kwesties.

Overige rechten

De Kamer kiest zelf elke vier jaar haar eigen voorzitter. Tot 1983 benoemde de regering elk jaar nieuwe voorzitter, maar deed de Tweede Kamer wel een voordracht (en die werd altijd gevolgd). Ook de griffier en andere ambtenaren worden door de Kamer benoemd.

De Kamer heeft een eigen Reglement van Orde, waarin onder andere de behandeling van wetsvoorstellen, de procedure rond sprekers en stemming en het toelaten van leden na onderzoek door de Commissie Geloofsbrieven wordt geregeld. De Voorzitter bepaalt de orde in de vergaderingen en verleent zowel Kamerleden als bewindslieden het woord. Ook bewindslieden moeten zich aan de orderegels houden.

De Kamer bepaalt zelf welke onderwerpen wanneer op de agenda komen. De minister-president stuurt wel twee keer per jaar een lijst met wetsvoorstellen die er per 1 januari van het volgende jaar door moeten zijn en waarmee dus enige spoed moet worden betracht.

De Tweede Kamer mag formeel niet zelf de eigen begroting vaststellen, maar de Kamer levert wel een raming in bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Die wordt (geheel) verwerkt in de begroting.


Meer over