Diplomaat en staatsraad uit een voorname, prinsgezinde Amsterdamse familie. Kleinzoon van Hendrik Fagel, griffier van de Staten-Generaal. Was tot 1795 gezant in Kopenhagen en vervulde daarna de functie van kabinetssecretaris van de Erfprins. Die erfprins, inmiddels soeverein vorst geworden, benoemde hem in 1814 tot lid van de Notabelenvergadering en daarna van de Raad van State. Dat bleef hij eenentwintig jaar.
Mr. J. baron Fagel
functie(s) in de periode 1814-1835: lid notabelenvergadering, lid Raad van State
Inhoud
Personalia
voornamen (roepnaam)
Jacob
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 9 november 1766
overlijdensplaats en -datum
Genève, 24 april 1835
Partij/stroming
stroming(en)
orangist
Hoofdfuncties/beroepen (4/5)
- kabinetssecretaris van de Erfprins van Oranje te Lingen, van 1796 tot 1799
- ambteloos, van 1799 tot 1814
- lid Vergadering van Notabelen, 29 en 30 maart 1814 (voor het departement Monden van de Maas)
- lid Raad van State, van 12 april 1814 tot 24 april 1835 (benoemd bij S.B. van 6 april 1814)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Werd in november 1813 door het Voorlopig algemeen bestuur samen met generaal De Perponcher gevraagd als gezant de Erfprins uit te nodigen om vanuit Engeland terug te keren naar Nederland
uit de privésfeer
- Een zoon was gehuwd met een dochter van R.F.C. Bentinck van Schoonheten, lid Notabelenvergadering
- Zijn vader was adjunct-griffier van de Staten-Generaal
predicaten/adellijke titels
- baron, 16 september 1815
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel III, 392
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.