Teun Struycken (1969) was van 2 juli 2024 tot 23 augustus 2025 staatssecretaris Rechtsbescherming namens NSC in het kabinet-Schoof. Hij was hoogleraar Europees goederenrecht (gespecialiseerd in het bank- en effectenrecht) in Utrecht. Tevens was hij advocaat in Amsterdam. Als staatssecretaris is hij onder meer belast met onder meer de rechtspraak, rechterlijke organisatie, bestuursrecht, rechtsbijstand, justitieel jeugdbeleid, jeugdbescherming, privaatrecht en kansspelen.
NSC, maar partijloos
functie(s) in de periode 2024-2025: staatssecretaris
advocaat, advocatenkantoor NautaDutilh te Amsterdam, van 2003 tot 1 juli 2024
partner en vennoot advocatenkantoor NautaDutilh te Amsterdam, van 1 januari 2009 tot 1 juli 2024
deeltijd hoogleraar Europees goederenrecht, Universiteit Utrecht, van 1 januari 2008 tot 1 juli 2024 (1 dag per week)
staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Rechtsbescherming), van 2 juli 2024 tot 23 augustus 2025
takenpakket (staatssecretaris)
Was als staatssecretaris belast met: 1. Zittende magistratuur, 2. Raad voor de Rechtspraak, 3. Juridische beroepen (inclusief tolken en vertalers), 4. Rechtsbestel, 5. Rechtsbijstand, 6. Sanctiebeleid, incl. bijbehorende wijzigingen, 7. Wetboek van Strafrecht, 8. Justitieel jeugdbeleid, aanpak recidive, inclusief JJI’s, 9. Uitvoeringsketen strafrechtelijke beslissingen, 10. Familierecht, inclusief adoptie, 11. Preventie (persoonsgericht en generiek), 12. Wet Rechterlijke Organisatie, 13. Wet Burgerlijke Rechtsvordering, 14. Wijziging Wetboek van Strafvordering (primair), 15. Privaatrecht, incl. personen- en familierecht, 16. Rijkswet op het Nederlanderschap, 17. Faillissementswet, 18. Algemene wet bestuursrecht, 19. wetgevingskwaliteit, 20. Auteursrecht/intellectuele eigendom, 21. Kansspelen, 22. Bescherming persoonsgegevens, 23. Dienst Justis, CJIB (boetes), 24.Raad Strafrechttoepassing en 25. Jeugdbescherming, Raad Kinderbescherming.
Was vanaf 18 juni 2025 tevens belast met de portefeuille van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waaronder het gevangeniswezen.
Nevenfuncties
vorige
docent burgerlijk recht, Radboud Universiteit Nijmegen, van augustus 1998 tot september 2002
voorzitter Minerva Beurzenfonds, van januari 2005 tot juli 2024
lid Staatscommissie voor Insolventierecht, tot juli 2024
lid bestuur R.K. Obrechtparochie te Amsterdam, van januari 2019 tot juli 2024
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (beleidsmatig)
Bracht in 2025 een visie op het kansspelbeleid uit, waarin bescherming van burgers tegen de risico's op negatieve effecten van kansspelen (verslaving, schulden) het belangrijkste uitgangspunt is. Bijzondere aandacht gaat uit naar minderjarigen en jongvolwassenen. Er komen wettelijke maatregelen om dit uitgangspunt te versterken. Verder worden reclameregels aangescherpt en handhavings- en toezichtsinstrumenten versterkt.
Besloot in 2025 geen regeling te maken voor het meerouderschap, ondanks adviezen daarover van een staatscommissie.
als bewindspersoon (wetgeving)
Bracht in 2025 een wet tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in het Staatsblad waardoor het noodzakelijke toezicht op gedetineerden die zware misdaden begingen, wordt versterkt. Zo kan contact met de buitenwereld langere tijd worden beperkt. Het wetsvoorstel was in 2023 ingediend en in 2024 in de Tweede Kamer verdedigd door minister Weerwind. (36.372 & 36.583)
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Liam van de Ven, "Van topadvocaat naar staatssecretaris: 'Dat ga ik niet doen, dacht ik eerst'", NRC 26 augustus 2024
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.