Verwerping initiatiefvoorstel rond abortus (1976): Voor het eerst een voltallige Senaat

Dit is een artikel in de serie Wandelingen door de Handelingen, een kijkje in de Nederlandse parlementaire geschiedenis aan de hand van spraakmakende debatten.

De Eerste Kamer staat wat verder af van de dagelijkse politiek en de stemmingen zijn doorgaans minder spannend. Het komt niet vaak voor dat de Senaat voltallig aanwezig is. De eerste keer dat dat wel gebeurde was op 14 december 1976 toen gedebatteerd werd over een initiatiefvoorstel om abortus te legaliseren.

Kamerleden Jan Lamberts, Els Veder-Smit en Hein Roethof aan het woord tijdens een Tweede Kamerdebat over initiatiefsvoorstellen rond abortus
Anefo
Lamberts, Veder-Smit en Roethof tijdens de behandeling van het initiatiefvoorstel in de Tweede Kamer op 15 september 1976

Het initiatiefvoorstel werd ingediend op 6 mei 1976. Het was een samenvoeging van een voorstel van Hein Roethof en Jan Lamberts (PvdA) enerzijds en Els Veder-Smit en Aart Geurtsen (VVD) anderzijds. In het voorstel werd abortus geschrapt uit het strafrecht en overgelaten aan het medisch tuchtrecht. Een arts mocht abortus verlenen, mits de ingreep door een commissie op zorgvuldigheidseisen was getoetst. Een grens van 28 weken werd daarbij gehanteerd.

De jaren 70 zagen een luidere roep om legalisering van abortus. Een centrale rol daarin speelde de abortuskliniek Bloemenhove in Heemstede. Vlak na indiening van het voorstel kwam die kliniek weer in de aandacht, vanwege klachten en mogelijke sluiting.

Op 14 september 1976 behandelde de Tweede Kamer het voorstel. Gelijktijdig met een voorstel van KVP en ARP, die de ontstane abortuspraktijk wilden terugdringen. Op 29 september 1976 werd echter het voorstel van PvdA en VVD aangenomen met 83 tegen 58, waarop KVP en ARP hun voorstel introkken.

In de Eerste Kamer dreigde het echter spannend te worden. Net als in de Tweede Kamer waren er personen met een gewetensbezwaard. In ieder geval één bij de PPR en één bij PvdA. VVD-fractievoorzitter Harm van Riel had zelfs de Senaat verlaten omdat hij tegenstander was, maar geen conflict met zijn partij wilde. Bij andere VVD-fractieleden leefden ook grote bezwaren, waarvan 8 van de 12 voor moesten stemmen. De bezwaren richtten zich vooral op de grens, die zij liever rond de 10 of 12 weken zagen.

Aan het einde van het debat gaf VVD-fractievoorzitter Haya van Someren-Downer nog een toelichting, waarin ze aangaf dat de fractie verdeeld ging stemmen. Slechts 4 VVD-senatoren stemden aan het einde van het debat voor. Het voorstel werd daarom met 34 stemmen voor en 41 stemmen tegen verworpen.

Handelingen Tweede Kamer, 14 december 1976

Mevrouw Van Someren-Downer (VVD): Mijnheer de Voorzitter! Van het begin af aan hebben wij er geen geheim van gemaakt dat er in onze fractie verdeeld over dit buitengewoon moeilijke vraagstuk gedacht wordt. Daar het een gewetenszaak is in de ware zin van het woord hebben wij elkander daarbij de optimale vrijheid gelaten. Daarom konden wij tot op dit moment niet zeggen - het was niet een kwestie van niet willen - hoe de stemverhouding bij ons lag. Wij achten het geweten het onvervreemdbaar toevluchtsoord voor de vrijheid van de mens. Als vrije mensen zullen wij in geweten stemmen. Ik ben het geheel eens met de laatste woorden die door de heer Geurtsen zijn gesproken. Wij hebben, enkelen onder ons nog in grote twijfel, de debatten vandaag gevolgd.

Het is niet uitgesloten dat een aantal leden van mijn fractie door de verdediging van het wetsontwerp door de vier indieners alsnog ertoe gebracht is vóór dit wetsontwerp te stemmen. Dat geldt echter evenzeer in zoverre dat eigen geweten gebiedt de eigen norm niet te verabsoluteren en niet van anderen te verlangen dat die ook zal leven overeenkomstig die norm, ook al deelt die ander die norm niet. Hoe uw beslissing ook zal uitvallen, ik zal haar aanvaarden en respecteren als een uiting van uw individueel geweten.

Bron: Handelingen Tweede Kamer 1976/77