Parlementair onderzoek toekomstverkenning jeugdzorg

Op 18 november 2009 stelde de Tweede Kamer een werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg in, die voortkwam uit de motie-Dijsselbloem (32123, nr. 13). Aanleiding voor de motie waren de zorgen van de Tweede Kamer over het functioneren van de jeugdzorg.

De werkgroep moet inzicht krijgen in de voorwaarden waaraan de voorstellen van het kabinet aan dienen te voldoen om de problemen in de jeugdzorg op te lossen. Er wordt voornamelijk gekeken naar eerdere conclusies en aanbevelingen. Gestreefd wordt naar het formuleren van een gedeelde analyse. Deze analyse vormt de basis voor de beoordeling van het kabinetsstandpunt over de toekomst van de zorg voor jeugd.

Inhoud

  1. Werkwijze
  2. Bevindingen

Werkwijze

De werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg heeft onderzoek verricht naar de problemen in de jeugdzorg. De werkgroep heeft hiervoor literatuur geanalyseerd en hebben openbare rondetafelgesprekken gehouden met diverse betrokkenen over de problemen en toekomst van de jeugdzorg in Nederland. Een deel van het rondetafelgesprek vond in beslotenheid plaats vanwege privacygevoelige informatie die door cliënten, ouders, grootouders en vertegenwoordigers van cliënten.

De werkgroep werd gevormd door:

Bevindingen

De belangrijkste bevindingen van de werkgroep zijn:

  • de problemen in de jeugdzorg worden veroorzaakt door de steeds geringere acceptatie van risico's en afwijkend gedrag door samenleving en ouders
  • er moet één financieringsstroom komen voor het huidige preventieve beleid
  • de indicatiestelling in het vrijwillige kader moet afgeschaft worden
  • gezinnen en de omgeving van kinderen moeten beter in staat worden gesteld om zelf eventuele opvoed- en ontwikkelingsproblemen op te lossen door de beschikbaarheid van laagdrempelige hulp en advies in de buurt
  • medewerkers in de jeugdzorg en andere professionals die met kinderen en gezinnen werken moeten veel meer het vertrouwen en de ruimte krijgen om daadwerkelijk hulp te verlenen en waar enigszins mogelijk is worden gevrijwaard van administratief werk
  • ook lichtere vormen van jeugdhulpverlening moeten in de buurt aangeboden kunnen worden
  • preventie en vrijwillige hulpverlening moeten georganiseerd worden door (samenwerkende) gemeenten
  • er moet een vertrouwensband opgebouwd worden tussen hulpverlener en het gezin
  • de rol van scholen als vindplaats van jongeren met problemen verdient een meer prominente plaats
  • alles dient in het werk te worden gesteld om professionals te behouden voor de jeugdzorg
  • in de opleiding van huisartsen, leerkrachten en andere professionals die met kinderen en gezinnen werken moet meer aandacht komen voor het onderkennen voor opvoedings- en ontwikkelingsrisico's
  • de effectiviteit van de jeugdzorg moet verbeterd worden

Ook heeft de werkgroep enkele aandachtpunten gepresenteerd. Deze aandachtspunten hebben geen direct verband met de geformuleerde vraagstelling, maar hebben wel uitwerking nodig:

  • het recht op een second opinion
  • positie en rol van grootouders
  • de meerderjarigheidsgrens van 18 in relatie tot financiering en de mogelijkheid voor een verlengde meerjarigheid
  • versterking van het recht van cliënten, ouders en familie op betrokkenheid
  • de onderzoeksfuncties van het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de Raad voor de Kinderbescherming kunnen worden samengevoegd
  • bundeling van toezicht

Meer over