Het aspect ‘leeftijd’ is van sterke invloed op zowel partijen als kiezers. Jonge kiezers kunnen denken dat ouderen minder aan ‘hun’ toekomst denken, terwijl ouderen kunnen denken dat hun belangen met betrekking tot bijvoorbeeld pensioenen beter gewaarborgd worden door hun generatiegenoten. Partijen richten zich dan ook regelmatig op een leeftijdssegment. Denk aan D66 die zich ‘de onderwijspartij’ noemt, of 50PLUS, waar de belangengroep zelfs in de naam zichtbaar is.
Daarbij bestaat er ook een constant debat over op welke leeftijden iemand verkiesbaar of stemgerechtigd zou moeten zijn. Zo mogen 18-jarigen pas vanaf 1972 stemmen, en ook daarvoor was de stemgerechtigde leeftijd meerdere keren veranderd. Bij de grondwetsherziening van 1963 werd de leeftijd om verkiesbaar te zijn verlaagd van 30 naar 25. Momenteel wordt er steeds vaker de discussie gevoerd om het kiesrecht uit te breiden naar 16-jarigen.
Leeftijden per 'categorie' politici
Eerste en Tweede Kamer
De Eerste Kamer staat bij velen bekend als een plek met vooral oudere politici. De Tweede Kamer kent dan ook steevast een lagere gemiddelde leeftijd dan de Eerste Kamer. Lees hier over de leeftijd van de Kamerleden in de aparte Kamers:
Bewindspersonen
Regelmatig worden voor de posten van bewindspersonen meer ervaren politici gekozen. Daarbij zijn er in de parlementaire geschiedenis meermaals bewindspersonen aangetrokken van 'buiten de politiek'. Ook deze personen waren doorgaans wat ouder, aangezien ook zij werden geselecteerd op ervaring en verdiensten. Hieronder is er een overzicht te vinden van de jongste en oudste bewindspersonen: