Onveilig tijdperk

24 januari 2025, column J.Th.J. van den Berg

Er zijn momenten waarop je de neiging hebt terug te verlangen naar de ‘goede oude tijd’ van de Koude Oorlog. Natuurlijk, gelet op de bewapeningswedloop vanaf de jaren vijftig was het niet steeds een veilige wereld. De harde tweedeling in de wereld tussen de westerse landen in de NAVO en de communistische staten in het Warschaupact, maakte de verhoudingen duidelijk en voorspelbaar. Er was weliswaar een niet-gebonden ‘Derde Wereld’, maar die werd na de dekolonisatie rond 1960, voor het gemak toch maar verdeeld in prowesterse en pro-Sovjetstaten.

De Val van de Berlijnse Muur, maar vooral de daaropvolgende ineenstorting van de Sovjet-Unie werd gezien als de definitieve triomf van de westelijke wereld, die de illusie voedde van een wereld zonder oorlog, althans zonder wereldwijd conflict. Dat diezelfde wereld juist onveiliger werd, drong maar langzaam door. De controle van de beide grootmachten op de (kern)bewapening in de wereld verminderde immers sterk. Er ontstond daardoor ruimte voor allerlei regionale conflicten, in Afrika, in het Midden-Oosten en zelfs in Zuidoost Europa. Toch overheerste vooral in de Europese Unie het idee, dat het met de defensie wel een stuk minder kon. De EU zag zichzelf als een vredesorganisatie, die haar macht ontleende aan haar economische samenwerking en regulering; de defensie werd sterk versoberd, zoal niet verwaarloosd.

Intussen is de situatie grondig gewijzigd. Ten oosten van Europa heeft Rusland zich ontwikkeld tot een macht die geweld weer beschouwt als een ‘normaal’ instrument van politiek beleid volgens het aloude adagium van de Duitse auteur Von Clausewitz: ‘Oorlog is voortzetting van de politiek met andere middelen’. Maar, dat is het niet alleen. Het Russische regime maakt zijn optreden ook principieel onvoorspelbaar, met de verwachting dat de tegenstanders onzeker en verdeeld raken. In West-Europa was lang aangenomen dat zulke tijden voorbij waren. In Polen en de Baltische staten wisten ze wel beter, maar daar werd niet naar geluisterd. Eerst sinds de Russische inval in Oekraïne krijgen die landen meer gehoor. De Europese Unie is er tot nu toe in geslaagd zich niet werkelijk te laten verdelen, afgezien van het eigengereide optreden van de premiers van Hongarije en Slowakije. Maar, is het ook voldoende?

Misschien dat een tweede ontwikkeling kan helpen, die is ingeluid door de herverkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten. Zijn motto ‘America First’ wijst niet op veel solidariteit met Europa. Ons werelddeel kan er niet op rekenen dat de Verenigde Staten bereid blijven onze geopolitieke gemakzucht te compenseren, zoals zij dat sinds 1945 steeds hebben gedaan.

Het aloude probleem van het gebrek aan ‘burden sharing’ is door Trump weer in alle hevigheid aan de orde gesteld: het ontbreekt aan een naar evenredigheid delen van de defensielasten tussen de Verenigde Staten en Europa. Niet dan kreunend en steunend zijn de Europese lidstaten van de NAVO begonnen hun defensie-uitgaven te verhogen. Daar is nu de onuitvoerbare eis van Trump overheen gekomen: iedere NAVO-lidstaat moet 5% van zijn bruto binnenlands product aan defensie besteden.

President Trump deelt met zijn Russische tegenspeler Poetin het vermogen zijn optreden onvoorspelbaar te maken, daarmee tegenstanders en bondgenoten onzeker makend. Door te doen alsof de Europese instellingen niet bestaan en zich op individuele lidstaten te oriënteren, vergroot hij deze onzekerheid.

Dat gebeurt op een moment dat de EU met de blik op Oekraïne die onzekerheid niet kan gebruiken. Op een moment tevens, dat de belangrijkste lidstaten, Frankrijk en Duitsland, het voornamelijk druk met zichzelf hebben.

Er zijn trouwens meer landen die het drukker hebben met zichzelf dan met Europa en de wereld. Ons eigen land is er een pijnlijk voorbeeld van, terwijl het nu alles zou moeten doen om politieke eenheid en militaire integratie te bevorderen, met bijbehorende kosten. Nederland maakt echter niet de indruk in staat te zijn over de eigen schaduw heen te springen. Dat de uiterst belangrijke, volgende NAVO-topconferentie dit jaar in Nederland plaatsvindt, is immers nog de verdienste van oud-premier Rutte.

Daardoor valt des te meer de kreet op van een dorpsburgemeester die dat maar ‘gekkenwerk’ vindt, omdat hij een aantal dagen zijn politieagenten kwijt zal zijn. Beter signaal dat de ernst der tijden bij ons nog niet erg is doorgedrongen is nauwelijks denkbaar.



Andere recente columns