Een onwaarschijnlijk scenario

12 augustus 2022, column J.Th.J. van den Berg

Sir Humphrey Appleby, de secretaris-generaal van het ministerie in de tv-serie Yes Minister, zou wel hebben geweten wat hij over Sigrid Kaag ter beoordeling moest zeggen: ‘She has been house-trained in no time’. Er zit onmiskenbaar in korte tijd een volleerde minister van Financiën op haar post, die alle vereiste (technocratische) antwoorden weet te geven. Nu is het ook heel moeilijk om daaraan te ontkomen, al was het maar omdat dit ministerie over voortreffelijke ambtelijke adviseurs beschikt. Je moet dus van heel goeden huize komen om daar met succes tegenin te gaan.

Het maakt Kaag ook een betrouwbare gesprekspartner van de premier, al was het maar omdat ambtelijk Financiën een traditie kent van Hollandse zuinigheid. Dat neemt niet weg dat zij heeft gekozen voor een loodzware combinatie van functies: politiek leider van haar partij D66, viceminister-president en dan nog beheerder van een van de zwaarste ministeries, Financiën.

Het is bovendien een riskante combinatie van functies, zeker in onzekere tijden als waarin wij nu leven: een Europese oorlog met onvoorspelbare uitkomsten maar in elk geval schadelijk voor de economie; ernstige inflatie en dus ineenzakkende koopkracht, vooral bij diegenen die het met weinig inkomen moeten doen. Dit, naast alle grote vraagstukken waarmee het kabinet toch al wordt geconfronteerd. Daar kan Sigrid Kaag uiteindelijk als een ‘winnaar’ uit tevoorschijn komen, maar het is hoogst onzeker of dit ook gebeurt, geheel los van haar persoonlijke bekwaamheden. Het kan er bovendien toe leiden – een extra risico - dat haar verplichtingen als minister van Financiën gaan botsen met haar loyaliteit aan D66.

De ervaringen met deze combinatie van drie functies bij andere partijen zijn nogal wisselend. De VVD heeft, toen zij juniorpartner was in een kabinet de combinatie met Financiën zoveel mogelijk gemeden. De VVD koos meestal voor ofwel Binnenlandse Zaken (daar kan het niet gauw misgaan) ofwel voor Economische Zaken, het ministerie dat geldt als werkgeversgezind. Dat bleek geen absolute garantie dat het goed afloopt: Gijs van Aardenne stootte er zijn neus aan het debacle met scheepsbouwconcern RSV en de parlementaire enquête daarover. Gerrit Zalm deed de combinatie één keer, tussen 2003 en 2007, maar werd veiligheidshalve in 2006 geen lijsttrekker. Dat lot viel in handen van Mark Rutte.

De Partij van de Arbeid heeft er lang een gewoonte van gemaakt om als juniorpartner de combinatie te maken van Financiën, vicepremierschap en partijleiderschap. Met beperkt succes: Vondeling (1965–1966) ging eraan ten onder en moest zijn plek afstaan aan Joop den Uyl; Wim Kok (1989–1994) werd door de bel gered, ondanks het debacle met de WAO, doordat het CDA in 1994 nog sterker verloor dan de PvdA. De PvdA werd tot eigen verbazing de grootste partij ondanks twaalf zetels verlies. Wouter Bos (2007–2010) was de laatste partijleider die de combinatie maakte. Hij wachtte het noodlot niet af en liet de partijleiding in 2010, voor het te laat was, over aan Job Cohen. Kortom, voor de PvdA in elk geval geen combinatie om naar te verlangen. Jeroen Dijsselbloem (2012–2017) hoefde er niet eens meer aan te beginnen: wel Financiën, maar geen vicepremier en geen politieke chef.

Het leek zo’n mooi scenario, een dag na de verkiezingen van 16 maart 2021: opnieuw Rutte als premier met Kaag in een grote politieke rol naast hem. Als dan bij de komende verkiezingen Rutte zou zijn vervangen door een nieuwe VVD-er, zou Kaag de kans krijgen D66 tot de grootste te maken en premier te worden: de eerste vrouw en tevens de eerste linksliberaal in de parlementaire geschiedenis.

Het had gekund, als Kaag niet achter Wilders was aangehold in de kwestie van ‘positie Omtzigt, functie elders’. Zij had veel sterker gestaan als zij Rutte rugdekking had gegeven. Sfeer bedorven en bovendien was Kaag de ruimte kwijt om effectief deelname van verwante partijen als GroenLinks en PvdA te bepleiten; zo raakte ook haar politieke positie verzwakt. Het opvolgingsscenario is niet helemaal verdwenen, maar het is wel onwaarschijnlijk geworden. Mark Rutte zal, ondanks zijn langdurige premierschap, alsnog als lijsttrekker willen optreden, zeker als het kabinet voortijdig aan zijn einde komt. Wat er dik in zit. Tegen die tijd zal van de glans van Sigrid Kaag niet gek veel meer over zijn.



Andere recente columns