Tijdelijke onderzoekscommissie Uitvoeringsorganisaties (TCU)

Deze tijdelijke Tweede Kamercommissie onderzocht de oorzaken van problemen bij uitvoeringsorganisaties, en het verlies van de menselijke maat daarbij.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Onderzoeksvragen

  • 1. 
    Wat zijn de belangrijkste oorzaken van problemen bij uitvoeringsorganisaties waardoor uiteindelijk o.a. de menselijke maat (lees: passende dienstverlening aan de burger) uit het oog verloren wordt?
  • 2. 
    Wat is de rol en informatiepositie van de Kamer bij problemen bij uitvoeringsorganisaties?
  • 3. 
    Hoe kan de uitvoerbaarheid van beleid (beter) gewaarborgd worden in het parlementaire proces en wat betekent dit voor de rollen, (wettelijke) taken en (wettelijke) verantwoordelijkheden van: Tweede Kamer, departementen en uitvoeringsorganisaties?

2.

Hoorzittingen

Tussen 26 oktober en 13 november 2020 vonden de openbare hoorzittingen van de parlementaire onderzoekscommissie plaats. In deze hoorzittingen sprak de commissie met personen van verschillende organisaties en instanties.

De parlementaire onderzoekscommissie is in februari 2020 ingesteld en heeft op 25 februari 2021 rapport uitgebracht.

3.

Conclusies

De commissie concludeerde dat burgers te vaak in de problemen raken door missers bij de uitvoering van wetten en regels. Dit concludeert het onderzoeksrapport van het parlementair onderzoek uitvoeringsorganisaties . De commissie benadrukt dat uitvoeringsorganisaties te vaak in de problemen komen door gebrekkige politieke sturing in het dilemma tussen dienstverlening en fraudebestrijding. Hierdoor verliezen de organisaties vaak de menselijke maat uit het oog en komen burgers in de knel door complexe wet- en regelgeving.

Het rapport wijst erop dat er sprake is van gebrekkige informatievoorziening aan de Tweede Kamer. Medewerkers bij uitvoeringsorganisaties en ambtenaren terughoudend zijn met problemen aan de kaak stellen, om zo de organisatie of bewindspersoon uit de wind te houden. Hierdoor worden signalen slecht opgevangen en omgezet in beleidsverandering. Hierdoor wordt de Kamer niet goed ingelicht en blijven problemen lang buiten de aandacht van de Kamer.

Daarnaast sprak de commissie de Tweede Kamer op zijn eigen verantwoordelijkheid aan. Om effectief tegenwicht te kunnen bieden moeten Kamerleden zich beter verdiepen in de uitvoering van beleid en minder vertrouwen op volledige informatievoorziening vanuit de ministeries. Het rapport concludeerde: "aan de verwaarlozing van de uitvoering ligt een gebrek aan interesse bij Kamer en kabinet ten grondslag.


Meer over

Voorzitter was A. (André) Bosman. Ondervoorzitter was N. (Nevin) Özütok. Griffier was mw. L. Boeve.