Drie weken of drie maanden?

14 oktober 2005, column J.Th.J. van den Berg

Heel gauw na de Duitse Bondsdagverkiezingen wisten de Nederlandse commentatoren en vooral televisiepresentatoren het allemaal al: de politieke leiders in Duitsland waren het hoofd kwijt; zij spraken alleen over het kanselierschap en niet over de problemen van het land; zij deden er wel erg lang over om tot besluiten te komen.

Het enige dat nog tot begrip voor dit soort commentaar pleitte is, dat er in Duitsland op soortgelijke toon over werd gesproken. Maar, de naoorlogse Duitse democratie heeft nog zelden met zulke ingewikkelde verkiezingsuitslagen te maken gehad. Dus was het ook geen kleinigheid, noch voor de christen-democrate Angela Merkel, noch voor de sociaal-democraat Schröder om de goede toon te vinden en tegelijk de eigen kansen niet te verknoeien. Voor beiden geldt, dat zij niet alleen namens zichzelf spreken maar namens een zowel verwachtingsvolle als lichtelijk wantrouwige partijaanhang. In de Bondsrepubliek is kabinetsvorming bovendien voortzetting van de verkiezingscampagne met andere middelen, en niet de naar vermogen ontkenning daarvan zoals bij ons.

Duitsers zijn daarnaast, om verklaarbare redenen, overbezorgd als het om hun democratie gaat. Ik heb dat zelf ondervonden toen ik door de toenmalige Bondsrepubliek reisde in september 1982, in de week nadat Helmut Schmidt de liberalen uit zijn kabinet had verwijderd en wachtte op een constructieve motie van wantrouwen uit de Bondsdag. Opvallend was onder vrijwel al mijn gesprekspartners de oprechte ongerustheid, vooral in het toenmalige West-Berlijn. Hoe moest het nu verder; liep dit allemaal wel goed af; hoe ver waren wij nog verwijderd van de Weimarrepubliek? Het één, campagnevoortzetting, en het andere, het gaat toch niet mis?, verklaart veel van de kritische houding van de Duitsers. Een naar Nederlandse begrippen doodnormale, zij het wat gecompliceerde, kabinetscrisis werd en wordt bijna als een politieke crisis gezien. Derhalve bestaat er in Duitsland erg weinig geduld als het gaat om de oplossing van de huidige kabinetscrisis in Berlijn.

Maar zie: binnen ruim drie weken na 18 september zijn in Berlijn de belangrijkste knopen doorgehakt. Angela Merkel wordt de eerste Bundeskanzlerin; de SPD krijgt waarschijnlijk meer ministeries toegewezen dan CDU en CSU samen. De SPD wordt ruimhartig gecompenseerd voor het feit dat zij bijna even groot is in de Bondsdag als de christen-democratie. Ook kwalitatief: Financiën, Volksgezondheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaan waarschijnlijk naar de SPD. Dat zijn sectoren waar de hervorming van Duitslands economie en samenleving primair vandaan moeten komen. De komende weken moeten de (lastige) programmatische afspraken worden geformuleerd. Dat kan nog misgaan, maar het zou vreemd zijn om te geloven dat daarover niet op hoofdzaken al aan een vergelijk zou zijn gewerkt.

Vanuit Nederland past ons het tegendeel van voormeld dédain maar juist bescheidenheid. Hoewel de Duitse verkiezingsuitslag alle trekken had van een impasse de grote partijen elk even groot maar zonder mogelijkheid tot een coalitie met een kleine partij is de kogel door de kerk. Dit alles zonder een bemiddelend staatshoofd, zonder een informateur (laat staan, een pre-informateur). Nee, gewoon door onderhandelingen van de politieke leiders zelf. In drie weken en niet in de drie maanden, die wij nodig zouden hebben om een niet al te moeilijke kabinetsformatie tot een goed einde te brengen.



Andere recente columns