Geen toestemmingswet, Friso ziet af van troon

Het kabinet ziet af van het indienen van de toestemmingswet voor het huwelijk van prins Johan Friso met Mabel Wisse Smit. Dat schrijft minister-president Balkenende in een brief aan de Tweede Kamer. Het huwelijk gaat zoals gepland wel door, waarmee Friso afziet van het recht op troonopvolging. Mabel Wisse Smit was de afgelopen weken in opspraak geraakt na berichten over mogelijke contacten met de in 1991 geliquideerde crimineel Klaas Bruinsma.

In een brief aan de minister-president schrijft Prins Johan Friso dat zijn verloofde contacten met Bruinsma heeft gehad. Ook schrijft de prins dat zij daar tegenover de premier geen volledige openheid van zaken hebben gegeven. De prins spreekt in de brief de wens uit dat de regering nu geen toestemmingswet indient. Hij hoopt daarmee de schade aan onder meer de Koningin en het Koninklijk Huis te voorkomen.

Familie tot in de derde graad van bloedverwantschap van de Koning komt in aanmerking voor troonopvolging. Als een prins of prinses die in aanmerking kan komen voor het koningschap wil trouwen, kan de regering voor dat huwelijk toestemming vragen aan het parlement. Gebeurt dat niet of wordt de toestemming niet verleend, dan gaat het recht op de kroon verloren.

De prinsessen Irene en Christina verloren bij hun huwelijk in respectievelijk 1964 en 1975 hun recht op de kroon. Hoewel zij wel lid bleven van de koninklijke familie, zijn zij geen lid meer van het koninklijk huis in staatsrechtelijke zin. Voor hen, en na zijn huwelijk dus ook voor prins Johan Friso, geldt niet de ministeriële verantwoordelijkheid.