ARP
functie(s) in de periode 1933-1952: lid Tweede Kamer, minister
Personalia
voornamen (roepnaam)
Jan (Jan)
geboorteplaats en -datum
Scheemda, 8 juni 1888
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 13 december 1952
Partij/stroming
partij(en)
ARP (Anti-Revolutionaire Partij)
Hoofdfuncties/beroepen (6/8)
- secretaris Schoolraad voor de scholen met den Bijbel, van 1 mei 1918 tot 10 augustus 1929 (tot 1921 gevestigd in Voorburg, daarna in Den Haag)
- directeur Bond van Vereenigingen van Christelijk middelbaar en voorbereidend hoger- en middelbaar onderwijs, van 1 mei 1918 tot 1 september 1929
- lid gemeenteraad van Voorburg, van 2 september 1919 tot 1 januari 1921
- minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van 10 augustus 1929 tot 26 mei 1933
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 9 mei 1933 tot 13 december 1952
- waarnemend voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 augustus 1948 tot 12 augustus 1948 (na de ontslagname door Van Schaik)
gevangenschap/internering
geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint-Michielsgestel, van mei 1942 tot 17 september 1944
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/8)
- lid plaatstelijke commissie voor studiebeurzen te 's-Gravenhage, tot 1929
- secretaris college van directeuren van de Vrije Universiteit te Amsterdam, van september 1936 tot juli 1951
- lid Staatscommissie inzake concentratie van scholen voor bijzonder lager onderwijs, van 4 februari 1936 tot 16 december 1936
- vicevoorzitter commissie lijst van verboden verenigingen (Commissie-Van Poelje), 1950
afgeleide functies, presidia etc. (4/14)
- voorzitter begrotingscommissie voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 28 september 1949 tot 14 december 1952
- lid parlementaire delegatie naar Duitsland (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1950 tot maart 1950
- voorzitter Commissie van Voorbereiding voor de ontwerp-Kleuteronderwijswet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van oktober 1950 tot december 1953
- voorzitter vaste commissie voor Privaat- en Strafrecht (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 14 oktober 1952 tot 14 december 1952
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met justitie en onderwijs
opvallend stemgedrag
- Behoorde in 1933 tot de drie leden van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel Beperking van uitgaven openbare kassen door uitvoering van de LO-wet 1920 stemden
- Behoorde in 1949 tot de vier leden van zijn fractie die tegen een wijziging van de Visserijwet (verhoging van tarieven) stemden
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- Voerde diverse bezuinigingen door in het onderwijs (onder andere verhoging door middel van een noodwetje van het maximaal aantal leerlingen per klas tot 50 à 55 en de verplichting wachtgelders aan te stellen)
- Voerde in 1930 de spelling-Terpstra in, waarbij de naamsvals-n alleen nog bij personen en dieren van het mannelijk geslacht behoefde te worden gespeld ('den groten stier')
- Diende in 1931 een omvangrijk wetsvoorstel tot deels technische herziening van de Lager-Onderwijswet. Het beoogde mede tot bezuinigingen te komen door nieuwe regels over schoolstichting. Het wetsvoorstel was gebaseerd op een advies van de Staatscommissie-Rutgers. Dit voorstel bleef onafgedaan.
- Besloot in 1932 tot oprichting van bijzonder-neutrale scholen in plaats van openbare scholen in de ingepolderde Wieringermeer
als bewindspersoon (wetgeving)
- Bracht in 1930 de Wet op het toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (Stb. 416) tot stand. Hierdoor moest er meer eenheid komen in activiteiten op het gebied van natuurwetenschappelijk onderzoek. Samenwerking tussen rijks- en particuliere instellingen werd bevorderd. Er werd een centrale organisatie (TNO) in het leven geroepen en er kwamen sectorale instellingen en laboratoria.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Werd vrij onverwacht minister, omdat prof. Woltjer die eerst was aangezocht, niet tijdig uitsluitsel kon geven over zijn beschikbaarheid. Een poging om de Friese gedeputeerde P.S. Gerbrandy te benaderen, mislukte door een telefoonstoring.
- Werd in juli, augustus en september 1948, in september 1949, 1950 en 1951, en in juli en september 1952 als derde op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
- Was in de perioden juni-juli en oktober-december 1952 afwezig vanwege zij gezondheid
- Werd op 15 december 1952 in de Tweede Kamer herdacht. Namens het kabinet sprak daarbij minister Cals.
uit de privésfeer
- Speelde tijdens de Bezetting een rol in het Schoolverzet, dat aantasting van de vrijheid van onderwijs door de Duitsers trachtte te voorkomen
verkiezingen
- Was in 1952 tweede op de ARP-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen
niet-aanvaarde politieke functies
- minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, augustus 1939 (tijdens formatie-De Geer, vanwege bezwaren van zijn partij)
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Winkler Prins Jaarboek 1954
archivalia
archief-Terpstra, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.