antirevolutionair
functie(s) in de periode 1888-1894: lid Tweede Kamer
Personalia
voornamen (roepnaam)
Godert Willem
geboorteplaats en -datum
Dalfsen, 17 december 1840
overlijdensplaats en -datum
Dalfsen, 18 maart 1911
Partij/stroming
stroming(en)
anti-Takkiaan
partij(en)
- ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 1896
- VAR (Vrij-Antirevolutionaire Partij)
Hoofdfuncties/beroepen (5/8)
- lid Provinciale Staten van Overijssel, van 4 juli 1877 tot 1 april 1884 (voor het kiesdistrict Stad Ommen)
- kantonrechter te Wageningen, van 1 april 1884 tot 1 maart 1910
- lid gemeenteraad van Wageningen, van september 1885 tot september 1894
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Elst)
- lid Provinciale Staten van Gelderland, van 3 juli 1889 tot 3 juli 1895 (voor het kiesdistrict Ede)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
- voorzitter Nederlandsche Heidemaatschappij, afdeling Wageningen en omstreken, omstreeks 1895
- voorzitter kerkvoogden, Nederlands Hervormde gemeente te Wageningen, omstreeks 1902
- voorzitter Nederlandse Pomologische Vereeniging, omstreeks 1905
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Sprak in de Tweede Kamer onder meer bij de behandeling van de Arbeidswet en bij ondergeschikte onderwerpen op het terrein van waterstaat
opvallend stemgedrag
- Behoorde in 1891 tot de minderheid van de antirevolutionairen die tegen een motie-Rutgers van Rozenburg stemde waarin werd ingestemd met het beginsel van de persoonlijke dienstplicht
Wetenswaardigheden
algemeen
- Ondertekende in 1894 met negen andere antirevolutionaire Tweede Kamerleden een manifest waarin zij zich keerden tegen Taks kiesrechtvoorstel
- Dagblad "De Standaard" kapittelde hem in juni 1894 over het feit dat hij als kantonrechter via de politie de gemeentesecretaris van Wageningen op een zondag had bevolen enkele brieven van hem uit het archief te halen. Dit gebeurde in een rechtzaak rond de benoeming van de gemeente-ontvanger, waarbij Van Dedem ervan werd beschuldigd mederaadsleden te hebben bewogen op zijn zoon te stemmen. Hij diende daarop een aanklacht wegens laster in en eiste f 25000 schadevergoeding van een oud-wethouder en van de uitgever van de Nieuwe Wageningse Courant. In hoger beroep kreeg hij 100 gulden schadevergoeding toegekend.
uit de privésfeer
- Zijn vader was lid van Provinciale Staten van Overijssel
- Zijn moeder overleed in 1843 op 33-jarige leeftijd. Hij was toen twee jaar.
- Een zus van zijn echtgenote was gehuwd met P.H. Roessingh, Tweede Kamerlid
verkiezingen
- Versloeg in 1888 in het district Elst B.M. Bahlmann (rk) na herstemming (met zes stemmen verschil)
- Versloeg in 1891 M. de Ras (rk) na herstemming. Derde kandidaat was de liberaal A.D. Sipman.
- Werd in 1894 verslagen door W.H.J.Th. van Basten Batenburg (r.k.). Eindigde als derde achter Van Basten Batenburg en de liberlae Takkiaan E.D. de Meester.
- Werd in 1904 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Overijssel met 23 tegen 22 stemmen verslagen door D.W. Stork (lib.)
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Wie is dat? 1902
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.