Gedragscode in de Eerste Kamer

Op 21 mei 2019 stemde de Eerste Kamer in met het voorstel van de Tijdelijke commissie uitwerking gedragscode integriteit voor een nieuwe gedragscode. Naast bestaande regels uit het Reglement van Orde zijn hierin ook nieuwe en aangescherpte bepalingen opgenomen. Het doel van de gedragscode is om integriteit op verschillende manieren en niveaus te waarborgen.

Inhoud

  1. Inhoud
  2. Historische context
  3. Totstandkoming
  4. Verwante informatie

Inhoud

De gedragscode bestaat uit twaalf artikelen. In vergelijking met eerdere bepalingen over integriteit in het Reglement van Orde zijn er een aantal nieuwe en aangescherpte bepalingen met daarnaast ook instrumenten voor de naleving en interpretatie van de gedragscode. Belangrijke punten zijn:

  • een algemene bepaling waarin de eed en de belofte centraal staan (artikel 1).
  • de nadrukkelijke vermelding dat de schijn van belangenverstrengeling vermeden moet worden (artikel 2).
  • de regels over de omgang met derden (artikel 3).
  • het expliciet openbaar maken van relevante belangen en functies naast het lidmaatschap van de Kamer: leden moeten behalve het benoemen hiervan ook een korte beschrijving van de betreffende werkzaamheden en organisatie geven (artikel 6).
  • een breed toezichtsysteem, waarbij de Huishoudelijke Commissie formeel kan oordelen over de naleving en interpretatie van de gedragscode (artikel 10).
  • een externe vertrouwenspersoon die door alle leden van de Kamer geraadpleegd kan worden (artikel 12).

Historische context

In 2013 stelde GRECO, onderdeel van de Raad van Europa, in een evaluatierapport over integriteit in Nederland vast dat er nog ruimte voor verbetering was. De aanbeveling was om voor zowel de Eerste als de Tweede Kamer gedragscodes te ontwikkelen, in samenwerking met deze instituten. Hierin zou de handhaving van de gedragsregels een centraal punt moeten zijn.

Hierop werd in datzelfde jaar al een Tijdelijke commissie GRECO-rapport geïnstalleerd met als hoofdtaak de Eerste Kamer voor te bereiden op de aanbevelingen uit het rapport. Op basis van het verslag van deze commissie voegde de Kamer in 2015 een nieuw hoofdstuk over integriteit aan het Reglement van Orde toe.

Totstandkoming

Op 29 januari 2019 werd een debat over het onderwerp integriteit gevoerd door de Eerste Kamer-fractievoorzitters. Dit was de afronding van een reeks gesprekken die de Kamer in de maanden daarvoor voerde over de eigen integriteitsregels.

Naar aanleiding van dit debat werd de motie-Jorritsma-Lebbink c.s. ingediend die op 12 februari kamerbreed werd gesteund. Hierop werd op 19 februari de Tijdelijke commissie uitwerking gedragscode integriteit ingesteld. Deze presenteerde op 16 april het Verslag van de Tijdelijke commissie uitwerking gedragscode integriteit waarin een voorstel voor een gemeenschappelijke Gedragscode integriteit voor Eerste Kamerleden werd ingediend.

De Eerste Kamer stemde op 21 mei na stemmen bij zitten en opstaan met dit voorstel in. Een aantal fracties legde een stemverklaring af waarin zij hun steun voor het voorstel verder toelichtten.

Verwante informatie