De nationaliteitkwestie rond Hirsi Ali kan niet los gezien worden van het algemene strenge asielbeleid. Een beleid waarop de Tweede Kamer in meerderheid zelf steeds heeft aangedrongen.
Zowel rechters als Kamerleden laten zich soms kritisch uit over elkaars werk. Sommige Kamerleden stellen ook vragen bij de partijpolitieke kleur van rechters. Is dat alles zinvol?
Er zijn in de loop der tijd al honderden politieke partijen opgericht. Slechts enkele, zoals D66, 'overleefden'. Uiteraard is electoraal succes daarbij van belang. Dat is echter niet het enige.
Door het vertrek van ervaren leden is er bezorgdheid over het afnemend 'geheugen' van het parlement. Herinvoering van het districtenstelsel zou een rem kunnen zijn op tussentijds vertrek. Maar is dat ook wenselijk?
In 1806 werd in de Bataafse Tijd de eerste Schoolwet ingevoerd. Dat was als het bijbelse mosterdzaadje, het kleinste zaadje dat uitgroeide tot een grote plant, want de onderwijswetgeving kende nadien een grote bloei.
In januari 2005 tekende zich na een debat in de Senaat een ruime meerderheid af voor vereenvoudiging van de procedure voor Grondwetsherziening. Er zou een notitie over komen. Die bleef echter uit en zo lijkt het tij te verlopen.
Het is de vraag of het vertrek van Van Aartsen tot een algehele koerswijziging bij de VVD zal leiden, maar dat de bestuurlijke vernieuwing een gevoelige slag is toegediend, is duidelijk. Heropening van de discussie daarover in de VVD lijkt onvermijdelijk.
Sinds 1956 telt de Tweede Kamer 150 leden. Vrij plotseling wordt gesproken over vermindering. Is dat in het kader van: wat zullen we nu weer eens verzinnen aan 'staatkundige vernieuwing'?
Er wordt in en rond de Tweede Kamer veel geklaagd over "sorry-democratie" en krampachtigheid met het stellen van de vertrouwensvraag. Dan gaat het in gemeenten een stuk ontspannener (en ruwer) toe; ook beter?
Sinds kort is een aantal biografieën van 19e-eeuwse politici verrijkt met een foto. Dat levert een aardige aanvulling op van het beeld dat wij ons van hen al door beschrijvingen van tijdgenoten konden vormen. Het zijn soms kleurrijke Kamerleden, maar of ze beter waren dan tegenwoordig ...?
In 1971 en 1972 maakten de linkse partijen vóór de verkiezingen bekend wie hun kandidaat-ministers waren. Zou het niet aardig zijn als die duidelijkheid weer eens herhaald zou worden?