17 juni 2005
De grondwetgever van 1848 heeft bepaald dat bij herziening van de Grondwet een uitspraak van de kiezers gewenst is. Niet door alle voorstellen direct aan de kiezers voor te leggen, maar door hen een 'grondwetgevende vergadering' te laten kiezen. In 1917 was het overzichtelijk, omdat heel duidelijk was welke kandidaten er voor- of tegenstander van de herziening waren.