VVD op weg naar de oppositie?

De positie van de VVD valt in zeker opzicht niet te benijden, al zullen velen betogen dat zij dat aan zichzelf heeft te wijten. Sinds 2006 heeft de VVD concurrentie ter rechterzijde. Die leek eerst slechts ‘lastig’, maar werd in 2010 serieus, toen de PVV liefst 24 zetels won.

Anders dan in het CDA was er bij de vorming van het kabinet-Rutte I in de VVD weinig verzet tegen deelname aan een kabinet met de PVV (al was dat dan in een gedoogconstructie). VVD-leider Mark Rutte voorzag zelfs dat rechtse kiezers hun vingers zouden aflikken bij het beleid van dit rechtse kabinet.

De val van het kabinet en het vertrek van de PVV toen er flink moest worden bezuinigd, was niettemin een blessing in disguise. Rutte kon 'wegloper' Wilders voortaan uitsluiten. Dat maakte in 2012 ook de draai naar de in verkiezingscampagne nog als ‘rampzalig’ afgeschilderde PvdA mogelijk. Diederik Samsom hapte daar gretig (te gretig?) op in. Nu was er toen gezien de begrotingszorgen urgentie, maar voor de VVD ontbrak een alternatief ter rechterzijde en dat feit werd door de PvdA onvoldoende uitgebuit.

Omdat de verkiezingen van 2017 en 2021 een centrumkabinet mogelijk maakten, ontliep de VVD een fundamentele keuze over de koers. Die werd in 2023 pas gemaakt onder druk van de actieve achterban. Het stikstofbeleid van de eigen minister Van der Wal werd afgekeurd en het migratiebeleid van Van der Burg werd als te slap gezien. Dat laatste was het haakje om Rutte IV te laten klappen. Dilan Yeşilgöz zette na die geforceerde kabinetsval de deur naar de PVV open.

Na de val van het kabinet-Schoof werd de PVV opnieuw uitgesloten als toekomstige regeringspartner. Daarmee bevindt de VVD zich weer in dezelfde positie als in 2012 na de val van Rutte I. Bij de vorming van een kabinet lijkt een rechts alternatief er niet te zijn (dat JA21 en BBB daarbij een rol kunnen spelen, is weinig waarschijnlijk) en ter linkerzijde zit een als ‘extreem’ geframed GroenLinks-PvdA. Je hebt een wel heel soepele leider van het type Rutte nodig om nu nog – na de verkiezingen – met die partij een coalitie te vormen.1) Bovendien zal de positie van GL-PvdA sterk zijn, bij het voor de VVD ontbreken van een (rechts) alternatief.

Dan is het voor de VVD maar te hopen dat zij ofwel onmisbaar is om tot een meerderheid te komen ofwel dat er een sterk genoeg middenblok komt (met CDA, D66 en wellicht Volt en CU). Ondanks het stijgende CDA is de kans daarop klein. Daarmee lijkt de VVD zichzelf wat regeringsdeelname betreft klem te hebben gezet.

Nu is een paar jaar oppositie niet zo erg. In 1973-1977, 1981-1982, 1989-1994 en 2007-2010 had de VVD er redelijk goede ervaringen mee.2) Dat zou dus op dit moment wel eens de beste uitkomst voor de VVD kunnen zijn.

Columns


1) Zie ook de bijdrage van Boris van Haastrecht in de Hofvijver van augustus.

2) De winstcijfers waren: in 1977 zes zetels, in 1982 tien, in 1989 acht en in 2010 negen.