bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Uit een Delftse familie afkomstige bestuurder en gerechtelijk ambtenaar van met name de Admiraliteit op de Maze. Was later bestuurder in Leiden (maire in de Franse tijd). Had in 1814 zitting in de Notabelenvergadering. Overleed vier dagen na afloop daarvan.
functie(s) in de periode 1814: lid notabelenvergadering
hoofdofficier (groot-baljuw) van Leiden, van 1 juni 1806 tot 1 januari 1808
burgemeester van Leiden, van 1 januari 1808 tot 1 januari 1811
maire van Leiden, van 1 januari 1811 tot december 1813
lid Vergadering van Notabelen, 29 en 30 maart 1814 (voor het departement Monden van de Maas)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
lid College van Curatoren Hogeschool te Leiden, omstreeks 1808 en nog in 1809
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
beschermheer Genootschap der beschouwende en werkdadige wis-, bouw- natuur-, reken- en teekenkunde onder de zinspreuk "Mathesis Scientiarum Genitrix" te Leiden, omstreeks 1809
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
uit de privésfeer
Zijn vader was pensionaris van Delft en raad en advocaat-fiscaal van de Admiraliteit van de Maze
niet-aanvaarde politieke functies
Weigerde tussen 1795 en 1803 diverse bestuursfuncties
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 151
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel II, 174